ECLI:NL:RBNHO:2020:3322
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing voorlopige voorziening inzake gezamenlijke huishouding en uitkering Participatiewet
Op 28 april 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. N. Velthorst, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder, dat haar bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet per 30 april 2019 had ingetrokken. De voorzieningenrechter heeft de mondelinge behandeling via Skype laten plaatsvinden, waarbij zowel verzoekster als verweerder zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er voldoende aannemelijk is dat verzoekster en haar partner, de man, op en na 30 april 2019 een gezamenlijke huishouding hebben gevoerd. Dit oordeel is gebaseerd op onderzoeksgegevens, waaronder verklaringen van buurtbewoners en waarnemingen van de auto van de man in de buurt van het adres van verzoekster. De voorzieningenrechter concludeert dat verzoekster haar inlichtingenplicht heeft geschonden door geen melding te maken van de gezamenlijke huishouding, wat heeft geleid tot de rechtmatige intrekking van haar uitkering.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat het bezwaar van verzoekster geen redelijke kans van slagen leek te hebben. De uitspraak is openbaar gedaan en er is geen rechtsmiddel tegen deze beslissing open.