ECLI:NL:RBNHO:2020:3207

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 april 2020
Publicatiedatum
28 april 2020
Zaaknummer
8269273 \ CV EXPL 20-520
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis inzake betalingsverplichting uit overeenkomst van personenvervoer

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, op 29 april 2020 een verstekvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap NS Reizigers B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, vertegenwoordigd door Syncasso Gerechtsdeurwaarders, heeft de gedaagde partij gedagvaard en verzocht om betaling van € 500,00, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De eisende partij heeft gesteld dat er een overeenkomst tot stand is gekomen, waarbij de gedaagde partij de aan hem verzonden facturen onbetaald heeft gelaten, ondanks diverse aanmaningen.

De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 5 februari 2020 de eisende partij in de gelegenheid gesteld om haar vordering nader toe te lichten, met bijzondere aandacht voor de wettelijke informatieverplichtingen. De eisende partij heeft hierop gereageerd door een informatieformulier in te vullen en te stellen dat de overeenkomst is ontstaan via een online aanvraag, die door de gedaagde partij is bevestigd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de overeenkomst kan worden gekwalificeerd als een overeenkomst van personenvervoer, waarop specifieke wettelijke bepalingen van toepassing zijn.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij aan haar informatieverplichtingen heeft voldaan en dat de gedaagde partij op duidelijke wijze is geïnformeerd over de betalingsverplichting. Gezien het voorgaande heeft de kantonrechter de vordering van de eisende partij toegewezen en de gedaagde partij in het ongelijk gesteld. De gedaagde partij is veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en tot betaling van de proceskosten. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8269273 \ CV EXPL 20-520
Uitspraakdatum: 29 april 2020
Verstekvonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap
NS Reizigers B.V.
te Utrecht
de eisende partij
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders
tegen
[gedaagde]
te [woonplaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.De procedure

1.1.
De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard. Tegen de gedaagde partij is verstek verleend. Bij tussenvonnis van 5 februari 2020 heeft de kantonrechter de eisende partij in de gelegenheid gesteld haar vordering nader toe te lichten, hetgeen zij bij akte van 4 maart 2020 heeft gedaan.

2.De beoordeling

2.1.
De eisende partij heeft bij dagvaarding gevorderd de gedaagde partij bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen tot betaling van € 500,00 (onder uitdrukkelijke reservering van haar rechten op het meerdere), te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van gehele voldoening en met veroordeling van de gedaagde partij in de proceskosten.
2.2.
De eisende partij heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat partijen een overeenkomst hebben gesloten. Volgens de eisende partij heeft de gedaagde partij de aan hem verzonden facturen, ondanks diverse aanmaningen, onbetaald gelaten.
2.3.
Bij voornoemd tussenvonnis van 5 februari 2020 is de eisende partij in de gelegenheid gesteld haar stellingen nader te onderbouwen, in het bijzonder zich nader uit te laten over de wettelijke informatieverplichtingen, onder overlegging van bewijsstukken.
2.4.
De eisende partij heeft in reactie op het tussenvonnis het ‘informatieformulier voor
zaken waarin de gedaagde een natuurlijke persoon is’ (hierna: het informatieformulier)
ingevuld en overgelegd. Zij heeft gesteld dat de overeenkomst tot stand is gekomen middels een online aanvraag door de eisende partij, welke aanvraag door de gedaagde partij is bevestigd. Het gaat om een zgn. “NS Flex Altijd Vrij” abonnement. Volgens de eisende partij kwalificeert de onderhavige overeenkomst als een overeenkomst van personenvervoer.
de wettelijke informatieverplichtingen van 6:230v lid 2 j° 6:230m BW
2.5.
Met de eisende partij is de kantonrechter van oordeel dat de onderhavige overeenkomst gekwalificeerd kan worden als een overeenkomst van personenvervoer. Op grond van artikel 6:230h lid 5 BW zijn op dergelijke overeenkomsten enkel de artikelen 6:230i lid 1 BW, 6:230j BW, 6:230k lid 1 BW en 6:230v lid 2 en 3 BW van toepassing.
2.6.
Ingevolge artikel 6:230v lid 2 BW dient de handelaar de in artikel 6:230m lid 1, onderdelen a, e, o en p BW genoemde informatie aan de consument te verstrekken voordat er een overeenkomst tot stand is gekomen. De eisende partij heeft zich op het standpunt gesteld dat zij de bedoelde informatie op haar website heeft verstrekt. Zij heeft haar bestelproces nader toegelicht en ter onderbouwing hiervan schermafdrukken overgelegd van een voorbeeldbestelling. Volgens de eisende partij is de wijze van informatieverstrekking die hieruit blijkt, van toepassing op alle bestellingen die bij haar worden gedaan.
2.7.
De kantonrechter is van oordeel dat hiermee voldoende is gesteld en gebleken dat de eisende partij de wettelijke precontractuele informatie bij de bestellingen die de consument plaatst, heeft verstrekt. Dat de eisende partij niet de schermafdrukken van de bestelling van de gedaagde partij heeft overgelegd, maakt dit oordeel niet anders. De eisende partij heeft voldoende onderbouwd gesteld dat het bestelproces en de informatieverstrekking bij elke online bestelling, en dus ook die van gedaagde partij, op eenzelfde wijze verlopen. Haar website is, zo blijkt, op die manier ingericht.
de betalingsverplichting van artikel 6:230v lid 3 BW
2.8.
Uit de overlegde schermafdrukken blijkt ook dat de eisende partij heeft voldaan aan de verplichting om aan de consument in niet voor misverstand vatbare termen en op goed leesbare wijze duidelijk te maken dat het doen van een bestelling een betalingsverplichting inhoudt. De consument dient aan het einde van het bestelproces op de knop “
Naar betalen” te drukken.
2.9.
Gelet op het voorgaande ligt de vordering voor toewijzing gereed. De kantonrechter komt de vordering voor het overige ook niet onrechtmatig of ongegrond voor.
2.10.
De gedaagde partij wordt in het ongelijk gesteld en zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten voor de te nemen akte blijven echter voor rekening van de eisende partij, aangezien het aan haarzelf te wijten is dat het nodig was deze extra akte op te stellen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling aan de eisende partij van € 500,00, te vermeerderen met de wettelijke over dat bedrag vanaf 7 januari 2020 tot aan de dag van de gehele betaling;
3.2.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van de eisende partij tot en met vandaag vaststelt op:
€ 85,18 wegens dagvaardingskosten,
€ 124,00 wegens griffierecht en
€ 72,00 wegens salaris gemachtigde;
3.3.
verklaart de veroordeling(en) in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. I. de Greef en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter