ECLI:NL:RBNHO:2020:3195
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen invorderingsrente en schadevergoeding door eiser tegen de Belastingdienst
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 17 april 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, [X], en de ontvanger van de Belastingdienst. Het geschil betreft de invorderingsrente die aan eiser in rekening is gebracht en de vraag of eiser recht heeft op schadevergoeding. Eiser heeft openstaande schulden bij de Belastingdienst, waaronder een beschikking huurtoeslag en aanslagen inkomstenbelasting voor de jaren 2010 en 2012. De Belastingdienst heeft op 19 december 2019 en 23 januari 2020 invorderingsrente van respectievelijk € 11 en € 31 aan eiser in rekening gebracht. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij stelt dat de invorderingsrente onterecht is opgelegd omdat de schulden volgens hem ten onrechte zijn vastgesteld en bovendien verjaard zijn. Daarnaast beweert eiser dat de Belastingdienst in strijd met de wet bedragen boven de beslagvrije voet van hem invordert.
Tijdens de zitting op 6 maart 2020 heeft eiser zijn standpunt toegelicht, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk is. Dit is gebaseerd op het feit dat eiser geen bezwaar heeft gemaakt tegen de beschikkingen invorderingsrente, wat volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) vereist is voordat beroep kan worden ingesteld. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de rechtmatigheid van de invordering en de daaruit voortvloeiende schadevergoeding niet ter beoordeling voorliggen in deze procedure. Eiser heeft verzocht om schadevergoeding, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, omdat de rechtmatigheid van de invordering niet ter discussie staat in deze zaak.
De rechtbank heeft voorts opgemerkt dat de Belastingdienst heeft toegezegd de grieven van eiser als bezwaar in behandeling te nemen en de invordering tijdelijk stop te zetten. De rechtbank heeft uiteindelijk het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, en is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen.