ECLI:NL:RBNHO:2020:3190

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 april 2020
Publicatiedatum
28 april 2020
Zaaknummer
HAA 19/5542 V
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstel van verzuim in WOZ-zaak en verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 30 april 2020 uitspraak gedaan op het verzet van opposant [X] tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn beroep inzake de WOZ-waarde van zijn woning voor het jaar 2019. De rechtbank had eerder, op 2 maart 2020, het beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat opposant niet binnen de gestelde termijn de gronden van het beroep had ingediend. Opposant heeft echter aangevoerd dat hij op 16 januari 2020 per fax de ontbrekende stukken heeft ingediend, wat hij heeft onderbouwd met een faxbevestiging.

De rechtbank heeft in het verzet vastgesteld dat het faxbericht van 16 januari 2020 inderdaad tijdig was en dat het verzuim dus binnen de gestelde termijn was hersteld. Hierdoor kon de eerdere uitspraak van niet-ontvankelijkheid niet in stand blijven. De rechtbank heeft besloten dat het verzet gegrond is en dat de zaak opnieuw op zitting behandeld zal worden. Tevens heeft de rechtbank de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van opposant, vastgesteld op € 262,50, voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.

De uitspraak is gedaan door rechter S.K.A. Efstratiades, in aanwezigheid van griffier N. Joacim. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 19/5542 V

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 april 2020 op het verzet van

[X] , te [Z] , opposant

(gemachtigde: mr. A. Bakker).

Procesverloop

Opposant heeft beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van 20 september 2019 van de heffingsambtenaar van Consensus (hierna: de heffingsambtenaar) inzake de vastgestelde WOZ-waarde van de woning gelegen aan de [a] voor het jaar 2019.
Bij uitspraak van 2 maart 2020 heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Opposant heeft tegen deze uitspraak verzet ingesteld.

Overwegingen

1. De rechtbank heeft in de beroepszaak uitspraak gedaan zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) biedt die mogelijkheid als het eindoordeel buiten redelijke twijfel staat. De rechtbank heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk geacht. De reden hiervoor is dat opposant niet binnen de gestelde termijn de gronden van het beroep zou hebben ingediend.
2. Opposant stelt dat de rechtbank ten onrechte tot de conclusie is gekomen dat het verzuim niet binnen de gesteld termijn is hersteld. Opposant stelt dat hij per faxbericht op 16 januari 2020, en derhalve binnen de gestelde termijn, de ontbrekende stukken heeft ingediend. Opposant legt als bewijs hiervan een faxbevestiging over.
3. De rechtbank heeft thans in verzet vastgesteld dat opposant per faxbericht van
16 januari 2020 het beroep heeft gemotiveerd. Het betreffende faxbericht was per abuis niet in het dossier gevoegd. Gelet hierop heeft opposant het verzuim inderdaad binnen de gestelde termijn hersteld. De uitspraak waarbij het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard, kan dan ook niet in stand kan blijven.
4. Gelet op het voorgaande dient het verzet gegrond te worden verklaard. Dat betekent dat de buiten-zittinguitspraak vervalt en de rechtbank het onderzoek hervat in de stand waarin dat zich bevond voordat die buiten-zittinguitspraak werd gedaan. De zaak wordt hierna alsnog op een zitting behandeld.
5. De rechtbank veroordeelt de heffingsambtenaar in de door opposant voor het verzet gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 262,50 (0,5 punt voor het indienen van het verzetschrift, met een waarde per punt van € 525 en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het verzet gegrond;
  • veroordeelt de heffingsambtenaar in de kosten van het verzet van opposant tot een bedrag van € 262,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.K.A. Efstratiades, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier. De uitspraak is gedaan op 30 april 2020. Als gevolg van maatregelen rondom het Coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak alsnog in het openbaar uitgesproken
griffier rechter
Afschrift verzonden op

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.