ECLI:NL:RBNHO:2020:3158

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 maart 2020
Publicatiedatum
23 april 2020
Zaaknummer
8216723 CV EXPL 19-19064
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot vervroegde opeisbaarheid van kredietovereenkomst

In deze zaak heeft de rechtspersoon Arrow Global Limited, gevestigd in Manchester, Verenigd Koninkrijk, een vordering ingesteld tegen een gedaagde die niet is verschenen. De vordering betreft een kredietovereenkomst die op 20 april 2007 is gesloten tussen de gedaagde en LaSer-Lafayette Services Nederland B.V. (hierna: LaSer), waarbij aan de gedaagde een creditcard is verstrekt met een bestedingslimiet van € 1.250,-. Arrow Global, als rechtsopvolgster van LaSer, heeft de gedaagde gedagvaard en verzocht om vervroegde opeisbaarheid van het kredietbedrag.

De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 31 december 2019 Arrow Global in de gelegenheid gesteld haar vordering nader toe te lichten. In de beoordeling heeft de kantonrechter vastgesteld dat de voorwaarden voor vervroegde opeisbaarheid niet zijn nageleefd. Volgens artikel 7:77 lid 1, onderdeel c, van het Burgerlijk Wetboek zijn bedingen die vervroegde opeisbaarheid van het kredietbedrag bedingen, niet toegelaten, tenzij de consument ten minste twee maanden achterstallig is in de betaling en na ingebrekestelling nalatig blijft.

Arrow Global heeft gesteld dat de gedaagde in juli 2009 in gebreke is gesteld, maar heeft geen bewijs van deze ingebrekestelling overgelegd. De overgelegde opeisingsbrief van 14 augustus 2009 voldeed niet aan de wettelijke vereisten, omdat deze direct het gehele uitstaande kredietbedrag opeiste zonder dat de gedaagde een redelijke termijn voor nakoming was gegeven. De kantonrechter concludeert dat aan de voorwaarden voor vervroegde opeisbaarheid niet is voldaan en wijst de vordering af. Arrow Global wordt in de proceskosten veroordeeld, die aan de zijde van de gedaagde op nihil worden vastgesteld, aangezien deze niet in het geding is verschenen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8216723 CV EXPL 19-19064
Uitspraakdatum: 25 maart 2020
Verstekvonnis in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Arrow Global Limited,
te Manchester, Verenigd Koninkrijk,
hierna: Arrow Global,
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
hierna: [gedaagde] ,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Arrow Global heeft [gedaagde] gedagvaard. Tegen [gedaagde] is verstek verleend. Bij tussenvonnis van 31 december 2019 heeft de kantonrechter Arrow Global in de gelegenheid gesteld haar vordering nader toe te lichten, hetgeen zij bij akte van 29 januari 2020 heeft gedaan.

2.De vaststaande feiten

2.1.
[gedaagde] en LaSer-Lafayette Services Nederland B.V. (hierna: LaSer) hebben op 20 april 2007 een kredietovereenkomst gesloten, waarbij aan [gedaagde] een creditcard is verstrekt met een bestedingslimiet van € 1.250,-. Er is geen einddatum overeengekomen.
2.2.
In artikel 11.1 van de algemene voorwaarden staat:
“De door de Rekeninghouder aan de Maatschappij uit hoofde van de Overeenkomst verschuldigde bedragen zullen vervroegd opeisbaar zijn, indien en zodra de Rekeninghouder (…) gedurende tenminste twee maanden achterstallig is in de betaling van een door hem aan de Maatschappij verschuldigd vervallen termijnbedrag en, na door de Maatschappij in gebreke te zijn gesteld, nalatig blijft in de volledige nakoming van zijn verplichtingen terzake (…).”.
2.3.
Arrow Global is LaSers rechtsopvolgster onder bijzonder titel.

3.De beoordeling

3.1.
De kantonrechter is van oordeel dat de vordering van Arrow Global moet worden afgewezen, om de volgende reden.
3.2.
Op grond van artikel 7:77 lid 1, onderdeel c, BW zijn niet toegelaten bedingen waarbij vervroegde opeisbaarheid van het door de consument verschuldigde kredietbedrag wordt bedongen, anders dan voor het geval dat de consument, die ten minste twee maanden achterstallig is in de betaling van een vervallen termijnbedrag, na in gebreke te zijn gesteld, nalatig blijft in de nakoming van zijn verplichtingen.
3.3.
Gelet op artikel 6:82 lid 1 BW is voor een ingebrekestelling een schriftelijke aanmaning vereist waarbij de schuldenaar een redelijke termijn voor nakoming wordt gesteld en nakoming binnen deze termijn uitblijft.
3.4.
Uit artikel 11.1 van de door Arrow Global overgelegde algemene voorwaarden blijkt dat het krediet vervroegd opeisbaar is als het verschuldigde openstaande kredietbedrag na minstens twee maanden niet is betaald, ook niet nadat aan de consument is gevraagd te betalen en de consument in gebreke is gesteld. Dit beding voldoet op zichzelf aan de eisen van artikel 7:77 lid 1, onderdeel c, BW.
3.5.
Arrow Global stelt dat [gedaagde] bij brief van (waarschijnlijk) een datum in juli 2009 in gebreke is gesteld met betrekking tot de op dat moment bestaande achterstand van € 1.438,33. Arrow Global beschikt niet over de ingebrekestelling, zij heeft daarom de ‘template’ van een ‘opeisingsbrief na ingebrekestelling’ ingezonden. Volgens Arrow Global hoeft het feit dat het een ‘template’ betreft, niet aan toewijzing van de vordering in de weg te staan. Arrow Global heeft daarnaast een opeisingsbrief van 14 augustus 2009 overgelegd.
3.6.
De overgelegde opeisingsbrief van 14 augustus 2009 voldoet niet aan de vereisten die de wet en de algemene voorwaarden stellen aan een ingebrekestelling. In die brief wordt immers het uitstaande kredietbedrag direct geheel opgeëist, zonder dat is gebleken van een voorafgaande gelegenheid, aanmaning of termijn om tot betaling van de achterstallige termijnbedragen over te gaan. De door Arrow Global in die brief genoemde eerdere aanmaningen zijn niet overgelegd.
3.7.
Aan de overgelegde ‘template’ van de (opeising na) ingebrekestelling komt geen betekenis toe, nu daaruit niet kan blijken welke informatie een eventueel aan [gedaagde] gezonden brief bevat. Daarbij komt dat ook in die ‘brief’ het uitstaande kredietbedrag direct geheel wordt opgeëist.
3.8.
De conclusie is dat aan de voorwaarden voor vervroegde opeisbaarheid niet is voldaan. De vordering moet daarom worden afgewezen.
3.9.
Arrow Global wordt in het ongelijk gesteld en zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Nu [gedaagde] niet in het geding is verschenen, worden de kosten aan zijn zijde begroot op nihil.

4.De beslissing:

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt Arrow Global tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [gedaagde] tot en met vandaag vaststelt op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. I. de Greef en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.