Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
h.o.d.n. Eneco, als gevolmachtigde van Eneco Consumenten B.V. (voorheen genaamd Eneco Retail B.V.), Eneco Warmte en Koude Leveringsbedrijf B.V. en Stedin Netbeheer B.V.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, op 22 april 2020 een verstekvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap Eneco Services B.V., als eisende partij, en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij heeft de gedaagde gedagvaard en de kantonrechter heeft eerder, op 12 februari 2020, de eisende partij in de gelegenheid gesteld om haar vordering nader toe te lichten. Dit is gedaan middels een informatieformulier, waarop de eisende partij op 11 maart 2020 heeft gereageerd.
De zaak betreft een telefonisch gesloten overeenkomst voor de levering van elektriciteit en gas. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij niet voldoende heeft aangetoond dat de in artikel 6:230m BW vereiste informatie tijdig aan de gedaagde is verstrekt. De eisende partij heeft weliswaar bewijsstukken overgelegd, maar het belscript waaruit de informatie zou zijn verstrekt, is niet overgelegd. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de informatieverplichting niet is nageleefd.
Gelet op de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie, heeft de kantonrechter besloten dat er gevolgen moeten worden verbonden aan de schending van de informatieverplichting. De vordering van de eisende partij kan niet volledig worden toegewezen, maar een gedeeltelijke toewijzing is wel mogelijk. De kantonrechter heeft de hoofdsom met 25% afgewezen, wat resulteert in een toewijsbare hoofdsom van € 231,55, na in mindering te brengen van een deelbetaling van € 150,00. Daarnaast zijn buitengerechtelijke kosten van € 40,00 toewijsbaar. De gedaagde partij is veroordeeld in de proceskosten, met uitzondering van de kosten voor de akte, die voor rekening van de eisende partij blijven.