ECLI:NL:RBNHO:2020:3142

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 maart 2020
Publicatiedatum
23 april 2020
Zaaknummer
AWB - 20 _ 184
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Terugverwijzing van een verzoek om ambtshalve vermindering van een aanslag inkomstenbelasting

Op 30 maart 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiser [X], wonende te [Z], en de Belastingdienst, kantoor Eindhoven, als verweerder. Eiser had verzocht om ambtshalve vermindering van de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2011, welke aanslag gedateerd was op 19 april 2014. De Belastingdienst heeft dit verzoek op 3 november 2017 afgewezen, waarna eiser bezwaar heeft gemaakt. Dit bezwaar is door de inspecteur doorgezonden naar de rechtbank als beroepschrift, dat door de rechtbank is opgevat als een bezwaarschrift tegen de afwijzing.

De rechtbank heeft op 2 mei 2018 het beroep ongegrond verklaard. Eiser heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof Amsterdam, dat op 2 april 2019 de uitspraak van de rechtbank heeft vernietigd en de zaak heeft terugverwezen. In de nieuwe procedure heeft eiser op 20 januari 2020 verzocht om terugverwijzing naar de Belastingdienst, omdat het verzoek om ambtshalve vermindering niet inhoudelijk was beoordeeld. De Belastingdienst heeft op 23 januari 2020 ingestemd met dit verzoek.

De rechtbank heeft besloten om de zaak terug te verwijzen naar de Belastingdienst, zodat het verzoek van eiser om ambtshalve vermindering inhoudelijk kan worden beoordeeld. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling, aangezien er geen griffierecht is geheven in deze zaak. De rechtbank draagt de Belastingdienst op om een nieuwe uitspraak op het bezwaar te nemen, met inachtneming van deze uitspraak. Deze uitspraak is gedaan door mr. B. van Walderveen, rechter, in aanwezigheid van A.C. Karels, griffier. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 20/184

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 maart 2020 in de zaak tussen

[X] , te [Z] , eiser

(gemachtigde: [A] ),
en

de Belastingdienst, kantoor Eindhoven, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft de inspecteur verzocht de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2011, gedagtekend 19 april 2014, ambtshalve te verminderen.
Verweerder heeft het verzoek bij beschikking van 3 november 2017 afgewezen. Het daartegen gerichte bezwaarschrift is door de inspecteur doorgezonden naar de rechtbank als beroepschrift. Door de rechtbank is dit geschrift opgevat als een bezwaarschrift gericht tegen de afwijzende beschikking en in behandeling genomen als rechtsreeks beroep.
De rechtbank heeft bij mondelinge uitspraak van 2 mei 2018 het beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft eiser hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof Amsterdam (hierna: het Hof).
Bij uitspraak van 2 april 2019 (18/00349) heeft het Hof de uitspraak van de rechtbank van
2 mei 2018 vernietigd en de zaak terugverwezen naar de rechtbank.
Met toestemming van partijen heeft de rechtbank bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft.

Overwegingen

1. Eiser verzoekt bij brief van 20 januari 2020 om terugwijzing naar verweerder omdat het verzoek om ambtshalve vermindering ten onrechte niet inhoudelijk is beoordeeld.
2. Verweerder heeft bij e-mail van 23 januari 2020 ingestemd met het verzoek van eiser om de zaak terug te verwijzen.
3. De rechtbank ziet geen reden om partijen hierin niet te volgen en zal de zaak naar verweerder terugverwijzen teneinde het verzoek van eiser om ambtshalve vermindering inhoudelijk te laten beoordelen.
4. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Er is geen griffierecht is deze zaak geheven.

Beslissing

De rechtbank draagt verweerder op een nieuwe uitspraak op het bezwaar te nemen met inachtneming van deze uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. van Walderveen, rechter, in aanwezigheid van
A.C. Karels, griffier.
Als gevolg van maatregelen rondom het Coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na verzending hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam.