ECLI:NL:RBNHO:2020:3080

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 april 2020
Publicatiedatum
22 april 2020
Zaaknummer
7857798 CV / EXPL 19-8953
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht door buitengewone omstandigheden

In deze zaak hebben twee passagiers een vordering ingesteld tegen American Airlines wegens compensatie voor vertraging van hun vlucht. De passagiers hadden een vervoersovereenkomst met American Airlines voor een vlucht van Amsterdam naar Dallas en vervolgens naar Houston op 7 september 2018. Door een onweersbui op de luchthaven van Dallas was er een ground stop ingesteld, wat leidde tot een vertraging van meer dan drie uur voor de passagiers. American Airlines weigerde compensatie te betalen, stellende dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat de Verordening (EG) nr. 261/2004 van toepassing is. De kern van het geschil was of American Airlines compensatie verschuldigd was aan de passagiers. De rechter oordeelde dat American Airlines kon aantonen dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk de slechte weersomstandigheden die de uitvoering van de vlucht verhinderden. De rechter concludeerde dat de vertraging van vlucht AA220 doorwerkte naar vlucht AA221, waardoor de passagiers hun aansluitende vlucht naar Houston misten.

De kantonrechter oordeelde dat American Airlines alle redelijke maatregelen had getroffen om de vertraging te voorkomen en dat de passagiers voldoende overstaptijd hadden. De vordering van de passagiers werd afgewezen, en zij werden veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken door kantonrechter L.M. de Vries op 22 april 2020.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7857798 CV / EXPL 19-8953
Uitspraakdatum: 22 april 2020
Vonnis in de zaak van:

1.[passagier sub 1]

2. [passagier sub 2]
beiden wonende te [woonplaats]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigde: mr. R. Bos
tegen
de buitenlandse rechtspersoon
American Airlines Inc.
gevestigd te Wilmington, Verenigde Staten en mede kantoorhoudende te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
hierna te noemen: American Airlines
gemachtigde: mr. M. Lustenhouwer

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 20 juni 2019 een vordering tegen American Airlines ingesteld. American Airlines heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna American Airlines een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met American Airlines een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan American Airlines de passagiers op 7 september 2018 diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport naar Dallas, Verenigde Staten met vluchtnummer AA221 en van Dallas naar Houston, Verenigde Staten met vluchtnummer AA2276, hierna: de vlucht.
2.2.
De passagiers zijn met meer dan drie uur vertraging te Houston gearriveerd.
2.3.
De passagiers hebben compensatie van American Airlines gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
American Airlines heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagiers vorderen dat American Airlines, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 1.200,00 vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 7 september 2018 althans vanaf de datum van ingebrekestelling dan wel vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 180,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente over dit bedrag vanaf 4 juli 2018 althans vanaf de datum van ingebrekestelling dan wel vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na datum van het vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;
- de nakosten.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat American Airlines vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 600,00 per passagier.

4.Het verweer

4.1.
American Airlines betwist de vordering en doet een beroep op buitengewone omstandigheden. Zij heeft hiertoe, onder meer, het volgende aangevoerd.
4.2.
De vlucht in kwestie maakt deel uit van de rotatievlucht Dallas – Amsterdam – Dallas met vluchtnummers AA220 en AA221. Vlucht AA220 stond op 6 september 2018 gepland te vertrekken om 20:50 uur UTC. Op 6 september 2018 was rond de luchthaven van Dallas sprake van slechte weersomstandigheden, te weten onweersbuien. Omdat onweer boven de luchthaven een gevaarlijke situatie oplevert voor personen werkzaam op “airside” (het gedeelte waar vliegtuigen staan) en materieel, zijn er veiligheidsmaatregelen genomen en zijn de werkzaamheden periodiek stilgelegd (“ramp closure”). Daarnaast heeft de luchtverkeersleiding van Dallas het luchtverkeer van en naar de luchthaven vanaf 20.00 uur UTC beperkt en werd om 21:07 uur UTC zelfs besloten tot een “ground stop” en mochten geen vliegtuigen meer vertrekken. Als gevolg van het voorgaande traden er langdurige vertragingen op. Vanwege de slechte weersomstandigheden en de ground stop omstreeks het geplande moment van vertrek, is vlucht AA220 om 19:12 uur lokale tijd met een vertraging van 3 uur en 22 minuten aangevangen. Te Amsterdam is de vertrekprocedure zo spoedig mogelijk uitgevoerd en is vlucht AA221 om 12:53 uur lokale tijd met een vertraging van 2 uur en 33 minuten aangevangen. De passagiers hebben als gevolg van deze vertraging de aansluitende vlucht naar Houston gemist. American Airlines heeft hen omgeboekt op het eerste alternatief.
4.3.
American Airlines kan geen invloed uitoefenen op slechte weersomstandigheden. Zij heeft geen enkele invloed op de situatie, het besluit van de luchtverkeersleiding of de luchthaven. American Airlines kon de omstandigheden niet voorkomen door het treffen van aan de situatie aangepaste maatregelen en heeft alles in het werk gesteld om de vlucht zo spoedig mogelijk uit te voeren.
4.4.
Tevens betwist American Airlines wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd te zijn aan de passagiers.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen. De Verordening is van toepassing op het geschil.
5.2.
De kern van het geschil is of American Airlines de passagiers compensatie verschuldigd is in verband met de vertraging van de vlucht. American Airlines is niet verplicht compensatie te betalen als zij kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden in de zin van artikel 5, lid 3, van de Verordening en dat de vertraging, ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen, niet voorkomen kon worden.
5.3.
Ten aanzien van het beroep van American Airlines op de aanwezigheid van buitengewone omstandigheden geldt (in algemene zin) het volgende. In punt 14 van de considerans van de Verordening staat dat dergelijke omstandigheden zich onder meer kunnen voordoen in geval van weersomstandigheden die de uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen. Gelet op het arrest Wallentin-Hermann (C-549/07) van het Hof van 22 december 2008 dient de luchtvaartmaatschappij in het voorkomende geval aan te tonen dat zij zelfs met de inzet van alle beschikbare materiële en personeelsmiddelen kennelijk niet had kunnen vermijden – behoudens indien zij op het relevante tijdstip onaanvaardbare offers uit het oogpunt van de mogelijkheden van haar onderneming had gebracht – dat de buitengewone omstandigheden waarmee zij werd geconfronteerd tot de langdurige vertraging van de vlucht leidden. American Airlines heeft in dat kader aangevoerd dat het eerste gedeelte van de vlucht in kwestie deel uitmaakt van de rotatievlucht Dallas – Amsterdam – Dallas (AA220/221) en dat op 6 september 2018 de luchthaven van Dallas had te kampen met onweersbuien. Als gevolg van deze slechte weersomstandigheden heeft de luchtverkeersleiding besloten tot een beperking van het luchtverkeer en op den duur zelfs een tijdelijke ground stop ingesteld. De vraag die voorligt is of American Airlines met de door haar overgelegde producties en haar toelichting daarop voldoende heeft aangetoond dat de vertraging van de passagiers het gevolg is geweest van de slechte weersomstandigheden en de daarop door de luchtverkeersleiding genomen beslissing. De kantonrechter overweegt als volgt.
5.4.
Ter onderbouwing van de slechte weersomstandigheden heeft American Airlines METAR data van de luchthaven van Dallas overgelegd. Deze data onderschrijven dat omstreeks de geplande vertrektijd van vlucht AA220 (20:50 uur UTC) sprake was van onweersbuien. Voldoende gebleken is dat weersomstandigheden dusdanig waren dat deze de tijdige uitvoering van vlucht AA220 hebben verhinderd. Bovendien waren de onweersbuien dusdanig dat 17 minuten na de geplande vertrektijd van vlucht AA220 de luchtverkeersleiding te Dallas een ground stop heeft afgekondigd. De onweersbuien kwalificeren dan ook als een buitengewone omstandigheid met als gevolg de vertraagde uitvoering van vlucht AA220.
5.5.
De kantonrechter dient vervolgens te beoordelen of de buitengewone omstandigheden doorwerken naar de vlucht in kwestie. Voldoende gebleken is dat de vertraging van vlucht AA220 direct effect heeft gehad op de uitvoering van vlucht AA221. Deze vluchten zijn immers onderdeel van de rotatievlucht Dallas – Amsterdam - Dallas. De buitengewone omstandigheid die zich heeft voorgedaan tijdens de uitvoering van vlucht AA220 werkt naar het oordeel van de kantonrechter door naar het eerste gedeelte van de vlucht in kwestie, te weten vlucht AA221.
5.6.
Voorts is voldoende gebleken dat de uiteindelijke vertraging van de passagiers van meer dan drie uur op de eindbestemming het directe gevolg is geweest van de vertraagde uitvoering van vlucht AA221. De passagiers hebben immers door deze vertraging de aansluitende vlucht AA2276 naar Houston gemist. De vertraging van de passagiers is dan ook het gevolg van buitengewone omstandigheden.
5.7.
Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of American Airlines alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging van de passagiers te voorkomen dan wel te beperken. Tussen de twee aansluitende vluchten AA221 en AA2276 was een overstaptijd van twee uur en 50 minuten gepland. Een dergelijke overstaptijd wordt door de kantonrechter als voldoende gekwalificeerd. Als gevolg van de vertraging van vlucht AA221 hadden de passagiers slechts 16 minuten overstaptijd. Zij konden hierdoor de aansluitende vlucht niet meer halen. American Airlines heeft de passagiers omgeboekt op het eerste alternatief. In de gegeven omstandigheden kon er niet immers niet meer van American Airlines worden verwacht.
5.8.
Gelet op het voorgaande zal de vordering van de passagiers worden afgewezen. De overige verweren van American Airlines behoeven derhalve geen bespreking.
5.9.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat zij ongelijk krijgen.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor American Airlines worden vastgesteld op een bedrag van € 360,00 aan salaris van de gemachtigde van American Airlines.
6.3.
veroordeelt de passagier tot betaling van € 90,00 aan nakosten, voor zover American Airlines daadwerkelijk nakosten zal maken.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. de Vries, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter