ECLI:NL:RBNHO:2020:3002

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 april 2020
Publicatiedatum
21 april 2020
Zaaknummer
AWB - 20_292
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk niet-ontvankelijk beroep inzake WOZ-waarde en onroerendezaakbelasting

Op 24 april 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiseres, [X 1] hodn [X 2], en de heffingsambtenaar van de gemeente Hoorn. Eiseres heeft op 29 november 2019 beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van 18 oktober 2019, die betrekking had op de vastgestelde WOZ-waarde en de daarop gebaseerde aanslag onroerendezaakbelasting voor het object [A] (NH). De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.

De rechtbank constateerde dat de gemachtigde, G. Gieben, niet de bedoeling had om voor zichzelf in beroep te komen. Volgens artikel 8:24, tweede lid, van de Awb dient iemand die namens een ander beroep instelt, een machtiging te overleggen. Aangezien G. Gieben dit niet had gedaan, heeft de rechtbank haar verzocht om binnen vier weken een machtiging en een uittreksel uit het handelsregister over te leggen. Deze brief is op 22 januari 2020 bezorgd, maar G. Gieben heeft niet gereageerd en geen reden gegeven voor het verzuim.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen verontschuldiging voor het verzuim is en heeft daarom de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Alkmaar
Bestuursrecht
zaaknummers: HAA 20/292 en 20/293

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 april 2020 in de zaken tussen

[X 1] hodn [X 2] , te [Z] , eiseres,

(gestelde gemachtigde: G. Gieben),
en

de heffingsambtenaar van de gemeente Hoorn, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft bij brief van 29 november 2019 tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 18 oktober 2019, gericht tegen de vastgestelde WOZ-waarde en de daarop gebaseerde aanslag onroerendezaakbelasting betreffende het object [A] (NH), beroep ingesteld.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Uit het beroepschrift blijkt dat G. Gieben niet de bedoeling heeft voor zichzelf in beroep te komen. Iemand - niet zijnde een advocaat - die namens een ander beroep instelt, moet op verzoek van de rechtbank een machtiging indienen om aan te tonen dat hij namens die ander beroep mag instellen. Dit staat in artikel 8:24, tweede lid, van de Awb. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim binnen een haar daartoe gestelde termijn te herstellen.
3. Indien de (gestelde) procespartij een rechtspersoon is, vraagt de rechtbank tevens om een uittreksel uit het handelsregister om te kunnen beoordelen of de opdracht tot het instellen van beroep bevoegd is gegeven.
4. De rechtbank heeft G. Gieben bij aangetekende brief van 21 januari 2020 verzocht om binnen vier weken een machtiging waaruit blijkt dat zij gemachtigd is beroep in te stellen namens [X 1] hodn [X 2] en een uittreksel uit het handelsregister over te leggen en daarmee de verzuimen te herstellen. Hierbij is vermeld dat, indien niet aan dit verzoek wordt voldaan, de beroepen niet-ontvankelijk kunnen worden verklaard. Nader door de rechtbank ingesteld onderzoek in Track & Trace van PostNL heeft uitgewezen dat deze brief op 22 januari 2020 is bezorgd. G. Gieben heeft niet gereageerd.
5.
G. Gieben heeft geen reden gegeven voor deze verzuimen. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging voor deze verzuimen.
6. De beroepen zijn daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 24 april 2020. Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord. De werking van deze uitspraak wordt opgeschort totdat de termijn voor het instellen van verzet is verstreken of, indien verzet wordt ingesteld, op dat verzet is beslist.