ECLI:NL:RBNHO:2020:3000
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep inzake griffierecht en verzuim in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft eiser op 26 november 2019 digitaal beroep ingesteld tegen een uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Apeldoorn. De rechtbank Noord-Holland heeft op 24 april 2020 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank heeft geoordeeld dat eiser niet heeft voldaan aan de verplichting om het griffierecht tijdig te betalen. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient iemand die beroep instelt griffierecht te betalen, en in dit geval was het verschuldigde griffierecht vastgesteld op € 47. Eiser heeft geen tijdige betaling gedaan en heeft ook geen verontschuldiging voor dit verzuim gegeven.
Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat eiser ook in verzuim is geweest om binnen de gestelde termijn een afschrift van het besluit waar het geschil betrekking op heeft over te leggen. Eiser is hierop gewezen, maar heeft niet gereageerd. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling, en heeft het beroep daarom kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet op een openbare zitting gedaan, maar zal deze alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is.