ECLI:NL:RBNHO:2020:2992

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 maart 2020
Publicatiedatum
20 april 2020
Zaaknummer
AWB - 17 _ 5598
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Indeling van scootmobielen en onderdelen in de Gecombineerde Nomenclatuur; geschil over uitnodiging tot betaling door de Belastingdienst/Douane

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 5 maart 2020, staat de indeling van scootmobielen en hun onderdelen in de Gecombineerde Nomenclatuur (GN) centraal. Eiseres, [X] SA, heeft een uitnodiging tot betaling ontvangen van de Belastingdienst/Douane, waarin de douanerechten voor de geïmporteerde scootmobielen zijn vastgesteld. De rechtbank moet beoordelen of deze scootmobielen terecht zijn ingedeeld onder GN-code 8713 (invalidenwagens) of onder GN-code 8703 (motorvoertuigen voor personenvervoer). Eiseres stelt dat de scootmobielen voldoen aan de kenmerken van invalidenwagens, terwijl de verweerder van mening is dat ze als motorvoertuigen moeten worden ingedeeld.

De rechtbank oordeelt dat de scootmobielen niet voldoen aan de vereisten voor indeling onder GN-code 8713, omdat ze niet specifiek zijn ontworpen voor gebruik door invaliden en geen speciale voorzieningen hebben om handicaps te verlichten. De rechtbank verwijst naar relevante jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie, waarin wordt benadrukt dat de indeling van goederen moet worden gebaseerd op hun objectieve kenmerken en eigenschappen. De rechtbank concludeert dat de scootmobielen moeten worden ingedeeld onder GN-code 8703, wat leidt tot de ongegrondverklaring van het beroep van eiseres.

De rechtbank wijst erop dat de indeling van de scootmobielen onder GN-code 8703 ook steun vindt in Verordening (EG) 718/2009. De rechtbank ziet geen aanleiding om prejudiciële vragen te stellen aan het HvJ over de geldigheid van deze verordening, en concludeert dat de uitnodiging tot betaling terecht is uitgereikt. Eiseres wordt in de proceskosten niet-ontvankelijk verklaard.

Uitspraak

Rechtbank noord-holland

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 17/5598

uitspraak van de meervoudige douanekamer van 5 maart 2020 in de zaak tussen

[X] SA, gevestigd te [Z] ( [Z] ), eiseres

(gemachtigde: mr. R. Andringa),
en

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, kantoor Groningen, verweerder.

Procesverloop

Verweerder heeft met dagtekening 24 juli 2017 aan eiseres een uitnodiging tot betaling (hierna: utb) uitgereikt ten bedrage van € 180.704,29, bestaande uit € 176.506,47 aan douanerechten en € 4.197,82 aan rente op achterstallen.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 28 november 2017 het bezwaar ongegrond verklaard en de utb gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 december 2019 te Haarlem.
Namens eiseres is verschenen de gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. A.N. Mayahi en mr. W. Kuik.
Eiseres heeft na sluiting van het onderzoek nog een nader stuk ingediend. De rechtbank ziet hierin geen aanleiding tot heropening van het onderzoek.

Overwegingen

Feiten
1. Eiseres houdt zich bezig met de import en export alsmede handel in en distributie van diverse scootmobielen en rolstoelen.
2. Douane-expediteur [A] B.V. (hierna: [A] ) heeft in de periode van april 2015 tot en met juli 2016 als directe vertegenwoordiger van eiseres 29 aangiften voor het brengen in het vrije verkeer gedaan.
3. De goederenomschrijving op deze aangiften luidt: “invalid power chair” en “invalid power chair spare parts”. Hierbij zijn de volgende goederencodes van de Gecombineerde Nomenclatuur (hierna: GN-code) vermeld: 8713 9000 en 8714 2000.
4. Verweerder heeft bij eiseres een controle na de invoer (hierna: cni) ingesteld naar de juistheid van de in de aangiften vermelde goederencodes en het toegepaste tarief. Hiervan is een rapport opgemaakt met datum 10 juli 2017. Verweerder heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat het bij 17 aangiften gaat om auto’s en andere voertuigen hoofdzakelijk ontworpen voor personenvervoer, die moeten worden ingedeeld in GN-code 8703 1018, belast met een tarief van 10%. Voor 12 aangiften heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat het gaat het om delen en toebehoren van motorvoertuigen bedoeld bij de
GS-posten 8701 tot en met 8705, die moeten worden ingedeeld in GN-code 8708 9997, belast met een tarief van douanerechten van 3,5%. Verweerder heeft naar aanleiding van de cni de onderhavige utb uitgereikt.
5. De goederen waar de aangiften betrekking op hebben betreffen (onderdelen van) scootmobielen van het merk [Q] , meer specifiek de modellen [B] (met typenummers [# 1] , [# 2] , [# 3] , [# 4] , [# 5] en [# 6] ) en [C] (met type nummers [# 7] , [# 8] , [# 9] , [# 10] , [# 11] , [#12] , [#13] , [#14] , [#15] , [#16] , [#17] , [#18] , [#19] en [#20] ).
De scootmobielen van het type [B] bevatten onder meer de volgende eigenschappen:
- vier wielen die de grond raken;
- een maximumsnelheid van 6 tot 8 kilometer per uur;
- het bedieningspaneel bevindt zich in de stuurkolom aan de voorkant. De stuurkolom is verstelbaar en is niet geïntegreerd;
- de zitting bevindt zich aan de achterkant van de scootmobiel en kan draaien om in en uit te kunnen stappen;
- inklapbaar;
- de zitting heeft verstelbare armleuningen;
- het gewicht is ongeveer 40 kg;
- de afmetingen zijn ongeveer: breedte 56 cm, lengte 112 cm en hoogte 84 cm;
- het maximumlaadvermogen is ongeveer 100 kg;
- aandrijving door een elektromotor werkend op twee oplaadbare batterijen van 12 V;
- het maximum bereik is ongeveer 13-16 km.
De scootmobielen van het type [C] bevatten onder meer de volgende eigenschappen:
- drie of vier wielen die de grond raken;
- een maximumsnelheid van 10 tot 15 kilometer per uur;
- het bedieningspaneel bevindt zich in de stuurkolom aan de voorkant. De stuurkolom is verstelbaar en is niet geïntegreerd. De voor- en achterkant van de scootmobiel zijn met een horizontale treeplank met elkaar verbonden;
- de zitting bevindt zich aan de achterkant van de scootmobiel en kan draaien om in en uit te kunnen stappen;
- is niet inklapbaar;
- de zitting heeft verstelbare armleuningen;
- het gewicht is ongeveer 90 kg;
- de afmetingen zijn ongeveer: breedte 60 cm, lengte 125 cm en hoogte 120 cm;
- het maximumlaadvermogen is ongeveer 140 kg;
- aandrijving door een elektromotor werkend op twee oplaadbare batterijen van 12 V;
- het maximum bereik is ongeveer 26-30 km.

Geschil6. In geschil is of de utb terecht is uitgereikt. Meer in het bijzonder is in geschil de indeling van de scootmobielen en de onderdelen in de GN.

7. Eiseres stelt zich op het standpunt dat de scootmobielen en de onderdelen daarvan terecht zijn ingedeeld onder GN-codes 8713 9000 en 8713 1000 voor invalidewagens en GN-code 8714 2000 voor delen en toebehoren van invalidewagens. Uit de kenmerken en de eigenschappen van de scootmobielen, zoals een korte draaicirkel, en uit het feit dat zij geschikt zijn voor slechts één persoon en gemaakt zijn om ook in gebouwen te worden gebruikt, volgt immers dat zij bestemd zijn voor gebruik door mensen met een meer dan marginale beperking van hun loopvermogen. In de uitspraak van de First-Tier Tribunal van 22 november 2016 (TC05502), is geoordeeld dat de scootmobielen moeten worden ingedeeld onder GS-post 8713. Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar, vermindering van de utb tot nihil en tot een veroordeling van verweerder in de proceskosten van bezwaar en beroep.
8. Verweerder stelt zich op het standpunt dat de scootmobielen niet kunnen worden aangemerkt als invalidevoertuigen, omdat zij afwijken van de kenmerken die in de toelichting op GN-code 8713 9000 zijn genoemd. Zo halen de modellen alle een hogere snelheid dan 10 kilometer per uur, hebben niet alle modellen twee paar wielen die de grond raken en hebben zij geen specifieke kenmerken om handicaps te verlichten. De oorspronkelijke bestemming van de scootmobielen is voor gebruik in huis, op voetpaden en in openbare ruimten en voor activiteiten zoals winkelen. Alleen daarom al zijn ze niet uitsluitend bestemd voor invaliden. De scootmobielen dienen te worden ingedeeld als, kort gezegd, motorvoertuigen, hoofdzakelijk bestemd voor personenvervoer onder GN-code 8703 1018 en onder GN-code 8708 9910 voor zover het delen voor motorvoertuigen betreft. Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.
9. Voor het overige verwijst de rechtbank naar de gedingstukken.
Van toepassing zijnde regelgeving.
10. Post 8703 luidde in 2015 en 2016 – voor zover van belang – als volgt:
8703 Automobielen en andere motorvoertuigen hoofdzakelijk ontworpen voor personenvervoer (andere dan die bedoeld bij post 87.02), motorvoertuigen van het type stationwagen of break en racewagens daaronder begrepen:
8703 10 – voertuigen, speciaal ontworpen voor het zich verplaatsen op sneeuw; speciale voertuigen voor het vervoer van personen op golfvelden en dergelijke voertuigen:
(…)
8703 1018 – – andere.
11. Post 8708 luidde in 2015 en 2016 – voor zover van belang – als volgt:
8708 Delen en toebehoren, van motorvoertuigen bedoeld bij de posten 87.01 tot en met 87.05:
(…)
870891 – andere delen en toebehoren:
(…)
8708 99 – – andere.
12. Post 8713 luidde in 2015 en 2016 als volgt:
8713 Invalidenwagens, ook indien met motor of ander voortbewegingsmechanisme:
8713 1000 00 – zonder voortbewegingsmechanisme
8713 9000 00 – andere
13. Post 8714 luidde in 2015 en 2016 – voor zover van belang – als volgt:
8714 Delen en toebehoren van de voertuigen bedoeld bij de posten 87.11 tot en met 87.13:
8714 2000 00 – van invalidewagens.
14. In de toelichting van de IDR bij GS-post 8713 staat – voor zover van belang – het volgende vermeld:
“Deze post omvat invalidenwagens en andere vervoermiddelen die speciaal zijn ontworpen voor het vervoer van invalide personen, ongeacht of deze invalidenwagens, rolstoelen en andere vervoermiddelen zijn uitgerust met een voortbewegingsmechanisme.
Vervoermiddelen die mechanisch worden voortbewogen, worden gewoonlijk door een lichte motor aangedreven of door handkracht door middel van een hefboom of een op een handgreep werkend mechanisme. De andere invalidenwagens worden voortgeduwd of anders worden de wielen rechtstreeks met de handen aangedreven.
Van deze post zijn uitgezonderd:
a. voertuigen, enkel uitgerust voor gebruik door invaliden, zoals motorvoertuigen voorzien van een handkoppeling of van een handgashandel (post 87.03) en rijwielen voorzien van een inrichting om slechts met één been te trappen (post 87.12);”
15. In GN-toelichting op GN-code 8713 9000 staat – voor zover van belang – het volgende vermeld:
“Gemotoriseerde voertuigen, speciaal ontworpen voor invaliden, zijn van de voertuigen van post 87.03 hoofdzakelijk te onderscheiden doordat zij:
- een maximumsnelheid van 10 km/uur halen; d.w.z. een snelle wandelpas;
- maximaal 80 cm breed zijn;
- 2 paar wielen hebben die de grond raken;
- speciale kenmerken hebben om de handicaps te verlichten (bijvoorbeeld voetsteunen om de benen te stabiliseren).
Dergelijke voertuigen kunnen:
- een extra paar wielen hebben (kantelbeveiliging);
- zijn voorzien van besturings- en bedieningssystemen (een stuurknuppel bijvoorbeeld) die makkelijk te hanteren zijn. Dergelijke systemen worden gewoonlijk aan een van de armsteunen bevestigd. Het besturingssysteem is nooit in de vorm van een afzonderlijke, verstelbare stuurkolom.
Deze onderverdeling omvat elektrisch aangedreven voertuigen, gelijkend op rolstoelen die uitsluitend voor het vervoer van invaliden zijn. Zij kunnen er als volgt uitzien:
(...).”
Van deze onderverdeling zijn evenwel uitgezonderd de door een motor aangedreven scooters (mobiliteitsscooters) die zijn uitgerust met een afzonderlijke, verstelbare stuurkolom. Deze kunnen er als volgt uitzien; zij worden ingedeeld bij post 87.03:
(...).”.
16. In Verordening (EG) Nr. 718/2009 van de Commissie van 4 augustus 2009 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur (hierna: Verordening 718/2009) staat – voor zover van belang – het volgende vermeld:
“1. Vierwielig voertuig aangedreven door een op twee oplaadbare batterijen van 12 V werkende elektromotor. Het is ongeveer 48 cm breed, 99 cm lang en 58 cm hoog (met de rugleuning ingeklapt), met een totaalgewicht zonder batterijen van ongeveer 34,5 kg. Het maximale laadvermogen bedraagt ongeveer 115 kg. Het voertuig bezit de volgende kenmerken:
- een horizontaal platform dat de voor- en achtergedeelten verbindt,
- kleine wielen (ongeveer 2,5 x 19,0 cm) met lekvrije banden,
- een verstelbare zitting zonder armsteunen of grepen, die in twee hoogstanden kan worden gezet, en
- een stuurkolom die kan worden ingeklapt.
De stuurkolom heeft een kleine bedieningseenheid met een contactschakelaar, een toeter, een aanduiding van het batterijvermogen en een knop om de maximumsnelheid in te stellen. Het voertuig heeft twee met de duimen te bedienen hefbomen voor optrekken, remmen en achteruitrijden. Er zijn steunwielen aan de achterzijde van het voertuig om te voorkomen dat het omvalt. Het heeft een elektronisch dubbel remsysteem.
Wanneer de batterijen volledig zijn opgeladen, heeft het voertuig een maximumbereik van ongeveer 16 km en kan het een maximumsnelheid van ongeveer 6,5 km/h bereiken.
Het voertuig kan in vier lichte componenten worden gedemonteerd. Het is ontworpen voor gebruik in huis, op voetpaden en in openbare ruimten, voor activiteiten zoals winkelen.”
2. Driewielig voertuig aangedreven door een op twee oplaadbare batterijen van 12V werkende elektromotor. Het is ongeveer 61 cm breed, 120 cm lang en 76 cm hoog (met rugleuning ingeklapt), met een totaalgewicht (zonder batterijen) van ongeveer 46 kg. Het maximale laadvermogen bedraagt ongeveer 160 kg.
Het voertuig bezit de volgende kenmerken:
- een horizontaal platform dat de voor- en achtergedeelten verbindt,
- kleine wielen (ongeveer 8,9 × 25,4 cm) met lekvrije banden,
- een verstelbare zitting met armsteunen of grepen, die in drie hoogtestanden kan worden gezet, en
- een stuurkolom die kan worden ingeklapt.
De stuurkolom heeft een kleine bedieningseenheid met een batterijmeter, een contactschakelaar, knoppen om de lichten te bedienen, een toeter en een knop om de maximumsnelheid in te stellen.
Het voertuig heeft twee met de duimen te bedienen hefbomen voor optrekken, remmen en achteruitrijden. Er zijn steunwielen aan de achterzijde van het voertuig om te voorkomen dat het omvalt. Het heeft een elektronisch dubbel remsysteem.
Wanneer de batterijen volledig zijn opgeladen, heeft het voertuig een maximumbereik van ongeveer 40 km en kan het een maximumsnelheid van ongeveer 8 km/h bereiken.
Het voertuig kan in zeven lichte componenten worden gedemonteerd. Het is ontworpen voor gebruik in huis, op voetpaden en in openbare ruimten, voor activiteiten zoals winkelen.

Motivering:

Het voertuig is een speciaal type voertuig voor personenvervoer.
Indeling in post 8713 is uitgesloten aangezien het voertuig niet speciaal is ontworpen voor het vervoer van gehandicapten en geen speciale voorzieningen heeft om handicaps te verlichten. (Zie ook de GS-toelichtingen bij post 8713 en de GN-toelichting bij onderverdeling 8713 9000 van de gecombineerde nomenclatuur). Het voertuig moet daarom worden ingedeeld onder GN-code 87031018 als motorvoertuig dat hoofdzakelijk is ontworpen voor personenvervoer.”
Beoordeling van het geschil
17. Voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de postonderverdelingen, de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken en de algemene indelingsregels. Het is vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ), dat in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in het algemeen moet worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen, zoals deze in de tekst van de GN-posten en in de aantekeningen op de afdelingen en de hoofdstukken zijn omschreven. Hierbij vormen de GS- en de GN-toelichtingen nuttige aanwijzingen voor de tariefindeling, ook al zijn deze toelichtingen slechts uitleggingen en rechtens niet bindend (zie recent HvJ 26 april 2017, C-51/16 (Stryker EMEA Supply Chain Services BV), r.o. 39 en 45).
18. Voorts kan, volgens de rechtspraak van het HvJ, de bestemming van het product een objectief indelingscriterium zijn wanneer die bestemming inherent is aan het product. Die inherentie moet worden beoordeeld aan de hand van de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product (zie r.o. 40 van voornoemd arrest).
19. Zoals het HvJ in het arrest van 27 december 2010, C-12/10, in de zaak Lecson Elektromobile GmbH (hierna: het Lecson-arrest) heeft overwogen, volgt uit de opschriften van de GN-posten 8703 en 8713 zelf dat het verschil daartussen is dat de eerste de vervoermiddelen voor personen in het algemeen omvat, terwijl de tweede specifiek van toepassing is op vervoermiddelen voor invaliden.
20. Voorts heeft het HvJ in het Lecson-arrest overwogen dat uit de GN-toelichting op GS-post 8713 duidelijk blijkt dat het beslissende criterium voor indeling onder GS-post 8713 de speciale uitrusting van het voertuig ter verlichting van de handicaps van invaliden is. Onder deze post vallen elektrische motorvoertuigen die met elektrische rolstoelen vergelijkbaar zijn, die speciaal zijn ontworpen voor het vervoer van invaliden en kenmerken hebben zoals een maximumsnelheid van 10 km/u (vergelijkbaar met een snelle wandelpas), twee paar wielen die de grond raken, speciale voorzieningen om handicaps te verlichten (bijvoorbeeld voetsteunen om de benen te stabiliseren), besturings- en bedieningssystemen (een stuurknuppel, bijvoorbeeld) die gemakkelijk te hanteren zijn en dus gewoonlijk aan een van de armsteunen worden bevestigd. Uit de GN-toelichting op GN-code 8713 9000 volgt dat van die post zijn uitgesloten de door een motor aangedreven scooters (mobiliteitsscooters) die zijn uitgerust met een afzonderlijke, verstelbare stuurkolom.
21. In het arrest van het HvJ van 26 mei 2016 in de zaak Invamed Group Ltd. e.a.,
C-198/15 (hierna: het Invamed-arrest) heeft het HvJ overwogen dat post GS-post 8713 aldus moet worden uitgelegd dat:
- het begrip invalidewagen impliceert dat deze uitsluitend bestemd is voor invaliden;
- het feit dat ook personen zonder handicap een voertuig kunnen gebruiken, geen invloed heeft op de indeling van dit voertuig onder GS-post 8713;
- de GN-toelichtingen de inhoud van de tariefposten niet kunnen wijzigen.
Voorts heeft het HvJ overwogen dat het begrip “invaliden” in GS-post 8713 aldus moet worden uitgelegd dat het betrekking heeft op personen die zijn getroffen door een meer dan marginale beperking van hun loopvermogen, waarbij de duur van deze beperking en de vraag of ook sprake is van eventuele andere beperkingen irrelevant zijn.
22. In zowel het Lecson-arrest (r.o. 25) als in het Invamed-arrest (r.o. 25) heeft het HvJ, in het kader van de uitlegging van GS-post 8703, geoordeeld dat de enkele omstandigheid dat elektromobielen in voorkomend geval door invaliden kunnen worden gebruikt of zelfs voor gebruik door hen kunnen worden aangepast, niet van invloed is op de tariefindeling van dergelijke voertuigen onder GS-post 8703, aangezien zij ook voor de uitoefening van andere activiteiten kunnen worden gebruikt door personen zonder handicap, die zich om de een of andere reden anders dan te voet willen verplaatsen over kleine afstanden, bijvoorbeeld golfspelers of het winkelend publiek.
23. De rechtbank leidt uit het Lecson-arrest en het Invamed-arrest af dat voor de indeling van scootmobielen onder GS-post 8713 is vereist dat deze, gelet op de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan, specifiek en uitsluitend zijn bestemd voor personen met een meer dan marginale beperking van het loopvermogen. De rechtbank is van oordeel dat de onderhavige scootmobielen niet aan dit vereiste voldoen. Uit de onder 5 weergegeven objectieve eigenschappen blijkt immers niet dat de onderhavige scootmobielen speciale voorzieningen hebben om de meer dan marginale beperking van het loopvermogen te verlichten, bijvoorbeeld voet- of beensteunen om de voeten of benen te stabiliseren. Het voorziene gebruik van de scootmobielen is, gelet daarop, niet het gebruik door personen met een meer dan marginale beperking van hun loopvermogen, maar door alle personen die zich om welke reden dan ook anders dan te voet willen verplaatsen over kleine of grote afstanden. De stelling van eiseres dat scootmobielen zijn bestemd om te worden gebruikt door mensen met een meer dan marginale beperking van het loopvermogen, omdat het een feit van algemene bekendheid is dat scootmobielen voornamelijk worden gebruikt door oudere personen die vanwege hun leeftijd minder goed ter been zijn, volgt de rechtbank niet. Immers, van belang is of het voertuig uitsluitend bestemd is voor invaliden, hetgeen in deze zaak niet het geval is. Zoals het HvJ heeft overwogen in voornoemde arresten, is de enkele omstandigheid dat elektromobielen in voorkomend geval door invaliden kunnen worden gebruikt of zelfs voor gebruik door hen kunnen worden aangepast, niet van invloed op de tariefindeling van dergelijke voertuigen onder GS-post 8703.
24. Gelet op het voorgaande kwalificeren de onderhavige scootmobielen niet als invalidewagens als genoemd in GS-post 8713, maar als andere voertuigen, hoofdzakelijk ontworpen voor personenvervoer van GS-post 8703. De rechtbank vindt daarvoor tevens steun in Verordening 718/2009. De onderhavige scootmobielen vertonen immers gelijkenis met de voertuigen die in Verordening 718/2009 worden beschreven (zie punt 16). Volgens de motivering van deze Verordening is dit voertuig een speciaal type voertuig voor personenvervoer en dient het voertuig te worden ingedeeld onder GN-code 8703 1018 als motorvoertuig dat hoofdzakelijk is ontworpen voor personenvervoer.
25. Gelet op het voorgaande heeft verweerder terecht de onderhavige scootmobielen onder GN-code 8703 1018 en de onderdelen daarvan onder GN-code 8708 9910 ingedeeld.
26. De rechtbank ziet geen aanleiding om prejudiciële vragen te stellen aan het HvJ over de geldigheid van Verordening 718/2009, omdat deze Verordening, anders dan eiseres stelt, niet strijdig is met het Invamed-arrest.
27. Eiseres beroept zich ten slotte ter onderbouwing van haar standpunt op de uitspraak van het First-Tier Tribunal van 22 november 2016 (TC05502) waarin is geoordeeld dat de scootmobielen moeten worden ingedeeld onder GS-post 8713. Deze uitspraak kan eiseres echter niet baten. Immers bij uitspraak van 29 september 2018 van de Upper Tribunal Tax and Chancery Chamber (UKUT 305 TCC) is deze uitspraak vernietigd en is beslist dat de scootmobielen moeten worden ingedeeld onder GS-post 8703.
28. Gelet op het voorgaande is het beroep ongegrond.
Proceskosten
29. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F. Kleefmann, voorzitter, mr. M.C.A. Onderwater en
mr. W.M.C. Schipper, leden, in aanwezigheid van mr. E.P. van der Zalm, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 5 maart 2020.
griffier oudste rechter
De voorzitter is verhinderd de uitspraak te tekenen. In zijn plaats tekent de oudste rechter.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na verzending hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam (douanekamer), Postbus 1312,
1000 BH Amsterdam.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2. het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.