ECLI:NL:RBNHO:2020:2975

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 maart 2020
Publicatiedatum
20 april 2020
Zaaknummer
15/294038-19
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezit van gegevensdragers met kinderporno en dierenporno door verdachte, verminderd toerekeningsvatbaar

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 24 maart 2020 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit van gegevensdragers met daarop een aanzienlijke hoeveelheid kinderporno en dierenporno. De verdachte, die zonder vaste woon- of verblijfplaats was, werd verminderd toerekeningsvatbaar geacht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie, mr. M.G.T. Kramer, vorderde bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. W.J. Morra, pleitte voor vrijspraak van de gewoonte onder feit 2.

De rechtbank kwam tot de conclusie dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de feiten zoals ten laste gelegd. De bewezenverklaring betrof het bezit van gegevensdragers met afbeeldingen van seksuele gedragingen waarbij minderjarigen betrokken waren, en ontuchtige handelingen tussen mens en dier. De rechtbank oordeelde dat de verdachte van het plegen van deze misdrijven een gewoonte had gemaakt. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van tien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van vijf jaren en bijzondere voorwaarden, waaronder een meldplicht bij de reclassering en behandeling bij een zorgverlener.

De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten, vooral gezien de impact van kinderporno op slachtoffers en de schending van de integriteit van dieren. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, gezien zijn psychologische achtergrond en de aard van de misdrijven, een behandeling nodig had om recidive te voorkomen. De rechtbank besloot ook dat alle in beslag genomen goederen moesten worden onttrokken aan het verkeer, gezien de bewezen verklaarde feiten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, locatie Alkmaar
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/294038-19 (P)
Uitspraakdatum: 24 maart 2020
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 10 maart 2020 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier ten lande.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M.G.T. Kramer en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. W.J. Morra, advocaat te Duivendrecht, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Feit 1:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks 29 november 2016 tot en met 26 november 2018 te gemeente Hoorn, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal telkens
afbeeldingen, - en/of gegevensdragers, te weten een telefoon merk Huawei en/of de SD card van deze telefoon (beslagcode [123] ) en/of een pc, merk Dell (beslagcode [123] ), bevattende afbeeldingen, -
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken in bezit heeft gehad, en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(bestandsnaam [XXX] , zoals beschreven in het pv op p. 69 van deel 2)
en/of
het betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(bestandsnaam [XXX] , zoals beschreven in het pv op p. 70 van deel 2)
en/of
het door een dier oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het door een dier likken, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt likken, in de mond nemen, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een dier
en/of
het door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van een dier
(bestandsnaam [XXX] , zoals beschreven in het aanvullend pvb op p. 02-78A)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(bestandsnaam [XXX] , zoals beschreven in het pv op p. 71 van deel 2)
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(bestandsnaam [XXX] , zoals beschreven in het pv op p. 71- 72 van deel 2)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
Feit 2:
hij op of omstreeks 26 november 2018 in de gemeente Hoorn, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal telkens afbeeldingen, - en/of gegevensdragers, te weten een telefoon merk Huawei en/of de SD card van deze telefoon (beslagcode [123] ) en/of een pc, merk Dell (beslagcode [123] ), bevattende afbeeldingen, in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldingen telkens ontuchtige handelingen zichtbaar zijn, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, welke voornoemde ontuchtige handelingen - zakelijk weergegeven bestonden uit
- vaginale en/of anale en/of orale penetratie van een vrouw door een hond
(bestandsnaam [XXX] , zoals beschreven in het tweede aanvullend pvb op p.02-78B)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Beoordeling van het bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten met uitzondering van de gewoonte opgenomen onder feit 2.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht verdachte ten aanzien van de onder feit 2 ten laste gelegde gewoonte vrij te spreken gelet op de periode ‘op of omstreeks 26 november 2018’.
3.3.
Oordeel van de rechtbank
3.3.1.
Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis zijn vervat.
3.3.2.
Partiele vrijspraak feit 2
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde feit niet kan worden gesproken van gewoonte, zodat verdachte daarvan partieel zal worden vrijgesproken.
3.4.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
Feit 1:
hij op tijdstippen in de periode van 29 november 2016 tot en met 26 november 2018 te Hoorn meermalen gegevensdragers, te weten een telefoon merk Huawei en/of de SD card van deze telefoon (beslagcode [123] ) en/of een pc, merk Dell (beslagcode [123] ), bevattende afbeeldingen, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken in bezit heeft gehad, en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(bestandsnaam [XXX] , zoals beschreven in het pv op p. 69 van deel 2)
en
het betasten van het geslachtsdeel van een persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(bestandsnaam [XXX] , zoals beschreven in het pv op p. 70 van deel 2)
en
het door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt in de mond nemen van het geslachtsdeel van een dier
(bestandsnaam [XXX] , zoals beschreven in het aanvullend pvb op p. 02-78A)
en
het geheel of gedeeltelijk naakt poseren door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een erotisch getinte houding, op een wijze die niet bij haar leeftijd past en door het camerastandpunt en de (onnatuurlijke) pose van deze persoon nadrukkelijk het ontblote geslachtsdeel en billen van deze persoon in beeld gebracht worden, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(bestandsnaam [XXX] , zoals beschreven in het pv op p. 71 van deel 2)
en
het ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het houden van een (stijve) penis bij het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(bestandsnaam [XXX] , zoals beschreven in het pv op p. 71- 72 van deel 2)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
Feit 2:
hij op 26 november 2018 in de gemeente Hoorn gegevensdragers, te weten een telefoon merk Huawei en de SD card van deze telefoon (beslagcode [123] ) en een pc, merk Dell (beslagcode [123] ), bevattende afbeeldingen, in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldingen telkens ontuchtige handelingen zichtbaar zijn, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, welke voornoemde ontuchtige handelingen - zakelijk weergegeven bestonden uit
- vaginale penetratie van een vrouw door een hond
(bestandsnaam [XXX] , zoals beschreven in het tweede aanvullend pvb op p.02-78B).
Hetgeen aan verdachte onder feit 1 en feit 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. Verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben / zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of een gewoonte wordt gemaakt.
Ten aanzien van feit 2:
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van tien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en met de bijzondere voorwaarden genoemd in het reclasseringsrapport van 6 maart 2020, te weten:
  • een meldplicht bij de reclassering
  • een behandeling bij De Waag
  • het meewerken aan middelencontrole
  • het zich onthouden van gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin kinder- en dierenpornografisch materiaal kan worden verkregen en – in verband met de controle daarop - het meewerken aan huisbezoeken en controle van digitale gegevensdragers,
met aftrek van de periode die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
De officier van justitie heeft voorts verzocht het [de rechtbank begrijpt: reeds geschorste] bevel voorlopige hechtenis op te heffen.
6.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit verdachte niet terug te sturen naar de gevangenis. Dat kan door het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest dan wel een gedeeltelijk voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden, waarbij het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan het voorarrest.
Daarnaast kan verdachte een taakstraf uitvoeren.
6.3.
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede door de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het bezit van gegevensdragers met daarop een enorme hoeveelheid kinderporno en tevens kinderporno met dieren, terwijl hij daarvan een gewoonte heeft gemaakt. Kinderporno is bijzonder verwerpelijk, met name omdat bij de vervaardiging ervan kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. Het is een feit van algemene bekendheid dat kinderen die seksuele handelingen moeten verrichten ten behoeve van de kinderporno-industrie, aanzienlijke psychische schade kunnen oplopen, die ook vele jaren later nog diepe sporen nalaat. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het bezit gegevensdragers met afbeeldingen, waarop ontuchtige handelingen tussen dier en mens zijn te zien. De wetgever heeft de strafbaarstelling van het bezit van dierenporno in het leven geroepen ter bescherming van de goede zeden en de integriteit van het dier. Deze norm heeft verdachte met het bezit van dierenpornografisch materiaal geschonden. Door het bezit van dergelijk materiaal wordt de productie daarvan gestimuleerd en in stand gehouden.
Gelet op de grote hoeveelheid kinder- en dierenpornografisch materiaal acht de rechtbank een gevangenisstraf aangewezen.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op het psychologisch rapport, gedateerd 6 maart 2020 en opgesteld door drs. [naam] , GZ-psycholoog. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
Bij betrokkene is sprake van een andere gespecificeerde parafïele stoornis en een andere gespecificeerde trauma- of stressorgerelateerde stoornis. Differentiaal diagnostisch kan worden gedacht aan een pedofiele stoornis.
Doordat betrokkene in zijn jeugd, naar eigen zeggen, meermaals seksueel is misbruikt, is zijn seksuele script veranderd en is er sprake van een seksuele preoccupatie voor kinderporno en zoöfilie. Betrokkene stelt zich externaliserend op en is met name gericht op zijn eigen slachtofferschap. Hij kan zich beperkt inleven in de slachtoffers en staat niet goed stil bij de mogelijke impact van zijn handelen. De vervorming van het seksuele script en de daaruit vloeiende parafïele stoornis van betrokkene heeft waarschijnlijk een rol gespeeld bij het downloaden van kinderporno en dierenporno. Betrokkene zegt zich niet te hebben beseft dat het (juridisch) niet mocht en heeft onvoldoende kunnen inschatten wat de gevolgen voor de slachtoffers zouden kunnen zijn. Betrokkene geeft daarnaast ook aan dat hij op zoek was naar traumaverwerking en zegt dat hij ging downloaden wanneer hij de traumatische beelden niet uit zijn hoofd kreeg. Waarschijnlijk heeft ook de trauma- of stressorgerelateerde stoornis een rol gespeeld. Dit alles overziend en wegend, is er vermoedelijk sprake (geweest) van enige doorwerking van de ziekelijke stoornis in het ten laste gelegde. Geadviseerd wordt om betrokkene het ten laste gelegde in een verminderde mate toe te rekenen.
Vanuit klinische beoordeling kan worden gesteld dat betrokkene geneigd is zijn stress te reduceren door seksueel afwijkende fantasieën over kinderporno of verkrachting. Mogelijk gaat hij vanwege een eigen onverwerkt verleden van seksueel misbruik op zoek naar seksuele prikkeling door op internet op zoek te gaan naar extreme plaatjes. Wanneer betrokkene gespannen of seksueel gefrustreerd raakt en er geen behandeling heeft plaatsgevonden gericht op het aanleren van adequate copingvaardigheden, bestaat de kans dat hij dit downloadgedrag blijft herhalen. Bij een afweging van risico- en beschermende
factoren wordt het recidiverisico bij onbehandelde terugkeer in de maatschappij als licht verhoogd geschat.
Betrokkene lijkt vooralsnog - mede vanuit zijn laag gemiddelde intelligentie en zijn parafïele
stoornis - een beperkt inlevingsvermogen te hebben en weinig slachtofferempathie
te ervaren; hij lijkt weinig zicht te hebben op de effecten van zijn handelen. Dit is een belangrijk aandachtsgebied. In de behandeling moet verder aandacht worden besteed aan het uitpluizen van zijn gedachten en gevoelens, en op het verwerven van inzicht in zijn handelen met betrekking tot de hem ten laste gelegde feiten. Vanuit het delict scenario kan een delict-analyse worden gemaakt, waarin nauwgezet wordt onderzocht welke factoren een rol hebben gespeeld in de aanloop tot de ten laste gelegde feiten. Het in de toekomst kunnen herkennen van factoren die het hem ten laste gelegde in de hand hebben gewerkt, kan een bijdrage aan delict preventie leveren. Verder dient in behandeling op cognitief niveau onder meer te worden gewerkt aan het door-ontwikkelen c.q. versterken van adequate, niet-vermijdende coping strategieën. Betrokkene dient gestimuleerd te worden om zijn gevoelens te ventileren en om met volwassenen, bijvoorbeeld met zijn vriend P.W., over zijn problemen te praten. Voorts is het van belang dat betrokkene hulp krijgt bij het verwerken van zijn de in zijn jeugd opgelopen trauma’s, bijvoorbeeld aan de hand van EMDR behandeling. Ook dient in de gaten gehouden te worden of het betrokkene lukt om gestopt te blijven met blowen, gezien hij aangeeft vaak onder invloed van cannabis te zijn geweest tijdens het downloaden. Tot slot is het belangrijk om in de behandeling aandacht te besteden aan zijn voorkeur voor plaatjes met jonge kinderen. Mogelijk is hij in behandeling meer open en kan zodoende worden vastgesteld of uitgesloten dat er sprake is van pedofilie. Wanneer hier sprake van zou zijn is het belangrijk dat betrokkene leert omgaan met deze gevoelens en zijn seksuele impulsen te beheersen.
Bovenstaande doelen kunnen worden gerealiseerd door het starten van een ambulante behandeling bij een forensische polikliniek zoals De Waag of een vergelijkbare instelling.
Een dergelijke behandeling kan als een bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijk strafdeel worden opgelegd in het kader van een langdurige ‘meldplicht’ bij de reclassering.
Met de conclusie van dit rapport kan de rechtbank zich verenigen.
De rechtbank heeft voorts gelet op het reclasseringsadvies, gedateerd 6 maart 2020 en opgesteld door [naam] , als reclasseringswerker verbonden aan Reclassering Nederland te Alkmaar. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
Hoewel de aanhouding door de politie heeft geleid tot probleembesef en intrinsieke motivatie voor gedragsverandering en betrokken lijkt te zijn gestopt met het roken van cannabis en het downloaden van kinder- en dierenpornografische afbeeldingen, is het ontbreken van een alternatief copingmiddel een risicofactor ten aanzien van recidive. De reclassering adviseert betrokkene een deels voorwaardelijke straf op te leggen met de volgende bijzondere voorwaarden:
- een meldplicht
- een ambulante behandeling bij De Waag of een soortgelijke zorgverlener
- het meewerken aan middelencontrole
- het zich onthouden van gedrag, gericht op een digitale omgeving waarin kinder- en dierenpornografische materiaal kan worden verkregen. Daartoe dient betrokkene mee te werken aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van tien maanden moet worden opgelegd. De rechtbank zal echter bepalen dat een gedeelte daarvan, vijf maanden, vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van vijf jaren, opdat verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd schuldig te maken aan een strafbaar feit. Aan het voorwaardelijk strafdeel zullen de bijzondere voorwaarden, zoals door de reclassering geadviseerd, worden verbonden. De rechtbank ziet met het oog op de controle van gegevensdragers aanleiding om een langere proeftijd op te leggen dan door de officier van justitie gevorderd en door de reclassering geadviseerd.
Ten aanzien van de aanvullende vordering van de officier van justitie overweegt de rechtbank als volgt.
Het bevel voorlopige hechtenis is met ingang van 16 januari 2020 geschorst. De rechtbank acht het van belang dat de schorsingsvoorwaarden doorlopen tot het moment waarop het vonnis van de rechtbank of – indien hoger beroep wordt aangetekend – het arrest van het gerechtshof, onherroepelijk is. Om die reden zal de rechtbank de vordering van de officier van justitie afwijzen.

7.Beslag

Onder verdachte is inbeslaggenomen:
1 STK harddisk Seagate 1 tb, zwart (goednummer [123] )
1 STK tablet Samsung. zwart (goednummer [123] )
1 STK USB-stick memorykaart Lexar 4gb, zilverkleurig (goednummer [123] )
1 STK telefoon Huawei, zilverkleurig (goednummer [123] )
1 STK computer Dell, grijs (goednummer [123] ).
De officier van justitie heeft geadviseerd alle inbeslaggenomen goederen te onttrekken aan het verkeer.
De raadsman heeft bepleit de Samsung tablet terug te geven aan de rechthebbende, te weten de dochter van verdachte.
De rechtbank is van oordeel dat alle onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de bewezen verklaarde feiten met de Huawei telefoon (en kaart) en de Dell computer zijn begaan en het ongecontroleerde bezit van die voorwerpen is in strijd met de wet of het algemeen belang.
De overige inbeslaggenomen gegevensdragers zijn aangetroffen bij gelegenheid van het onderzoek naar de door verdachte begane feiten en kunnen dienen tot het begaan van soortgelijke feiten. De rechtbank gaat er daarbij van uit dat alle voorwerpen verdachte toebehoren. De rechtbank acht onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de Samsung tablet aan de dochter van verdachte toebehoort.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
artikel 14a, 14b, 14c, 36c, 36d, 57, 63, 240b en 254a van het Wetboek van Strafrecht.

9.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4. weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder feit 1 en feit 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de onder 3.4. bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
10 (tien) maanden.
Beveelt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 5 (vijf) maanden
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van 5 (vijf) jaren.
Stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat veroordeelde:
- zich meldt bij Reclassering Nederland op het adres Drechterwaard 102 te Alkmaar en zich blijft melden of afspraken met de reclassering zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. Het meewerken aan huisbezoeken kan onderdeel zijn van de meldplicht;
- zich laat behandelen door de Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start wanneer er een plaats beschikbaar is en duurt gedurende de proeftijd zolang de reclassering nodig vindt. Veroordeelde dient zich te houden aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
- meewerkt aan middelencontrole. De reclassering bepaalt hoe vaak en op welke wijze veroordeelde wordt gecontroleerd. Een urineonderzoek behoort tot de mogelijkheden;
- gedurende de gehele proeftijd, al dan niet tijdens huisbezoeken, meewerkt aan controle van digitale gegevensdragers door reclassering of politie, waaruit moet blijken dat veroordeelde zich onthoudt van gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin kinder- en dierenpornografische materiaal kan worden verkregen.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Onttrekt aan het verkeer:
1. STK harddisk Seagate 1 tb, zwart (goednummer [123] )
1 STK tablet Samsung. zwart (goednummer [123] )
1 STK USB-stick memorykaart Lexar 4gb, zilverkleurig (goednummer [123] )
1 STK telefoon Huawei, zilverkleurig (goednummer [123] )
1 STK computer Dell, grijs (goednummer [123] ).
Wijst af de vordering tot opheffing van het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.E. Allegro, voorzitter,
mr. S.I.A.C. Angenent-Bakker en mr. M.A.H. van der Woude, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. C.M.A. van der Meij,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 24 maart 2020.
Mr. Angenent-Bakker en mr. Van der Woude zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage
De bewijsmiddelen