ECLI:NL:RBNHO:2020:2932
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van bezwaarschrift tegen BPM-aangifte en termijnoverschrijding
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, staat de ontvankelijkheid van het bezwaarschrift van eiseres, [X] B.V., centraal. Eiseres had op 23 februari 2018 aangifte gedaan voor de BPM van een Volkswagen Golf, waarvoor op 8 maart 2018 een bedrag van € 595 was voldaan. De inspecteur van de Belastingdienst verklaarde het bezwaar van eiseres op 9 augustus 2018 niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Eiseres stelde dat zij niet op de hoogte was van de datum van voldoening en dat zij niet in verzuim was met de indiening van het bezwaarschrift. De rechtbank oordeelde dat de bezwaartermijn, die op 9 maart 2018 begon en op 19 april 2018 eindigde, was overschreden, aangezien het bezwaarschrift pas op 22 mei 2018 was ontvangen. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet had aangetoond dat zij redelijkerwijs niet in verzuim was geweest. Bovendien werd vastgesteld dat verweerder een verslag van een hoorgesprek had overgelegd, waaruit bleek dat eiseres de mogelijkheid had om haar standpunten naar voren te brengen, maar dit had nagelaten. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de verzoeken om proceskostenvergoeding en rentevergoeding af. De uitspraak werd gedaan door mr. B. van Walderveen op 20 april 2020, en de partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.