Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
- het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 6 november 2018;
- het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 18 februari 2019;
- schriftelijke reactie aan de zijde van de passagiers, ingekomen ter griffie op 16 oktober 2019;
- schriftelijke reactie aan de zijde van Ryanair, ingekomen ter griffie op 20 november 2019.
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
- primair € 90,75 subsidiair € 55,52 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 7 juli 2018;
- de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen, te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.De beoordeling
Het primair gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief. De kantonrechter zal de vordering of het gevorderde bedrag dan ook toewijzen tot het subsidiair gevorderde bedrag, te weten € 55,52 (inclusief btw). De wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten is eveneens toewijsbaar, met dien verstande dat deze wordt toegewezen vanaf de datum van indiening van het A-formulier, nu niet is gesteld of gebleken op welke datum deze kosten verschuldigd zijn geworden