Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
2.De feiten
Artikel 12. Betaling
1. Indien Opdrachtnemer aan al zijn verplichtingen uit de Overeenkomst heeft voldaan, kan Opdrachtnemer de overeengekomen prijs aan Opdrachtgever factureren, waarna betaling door Opdrachtgever zal geschieden binnen zestig (60) dagen na datum van ontvangst van de desbetreffende factuur.
(…)
(…)
4. Opdrachtnemer is verplicht tot geheimhouding van alle van Opdrachtgever verkregen gegevens, informatie of kennis waarvan Opdrachtnemer de vertrouwelijkheid kent, dan wel had kunnen of moeten begrijpen.
(…)
7. Zowel gedurende als na afloop van de overeenkomst zal de Onderaannemer strikte geheimhouding betrachten ten aanzien van
allevertrouwelijke en zakelijke gegevens welke hem omtrent de opdrachtgever en VKRC en de activiteiten en cliënten van de opdrachtgever en VKRC en daarmee gelieerde ondernemingen bekend zijn.
8. Zowel gedurende als na afloop (gedurende een periode van 24 maanden na afloop) van de overeenkomst is het de Opdrachtnemer verboden om op enigerlei wijze zakelijke contacten aan te gaan of te onderhouden met relaties van Opdrachtgever in de breedste zin des woords. Relaties van de Opdrachtgever zijn alle natuurlijke en rechtspersonen waarmee de Opdrachtgever gedurende een periode van 12 maanden voorafgaande aan de beëindiging van de overeenkomst zakelijke contacten heeft onderhouden, daaronder begrepen (rechts)personen waarmee de Opdrachtgever in onderhandeling is (geweest) om diensten en/of producten te leveren.
9. Bij overtreding van artikel 14 van deze overeenkomst is de Onderaannemer aan VKRC een onmiddellijk opeisbare boete verschuldigd van €10.000,- per overtreding en €10.000,- voor iedere dag dat de overtreding voortduurt, onverminderd het recht van VKRC om nakoming van deze bepalingen te vorderen en/of volledige schadevergoeding.
10. In geval de Opdrachtnemer in strijd handelt met het onder Art 14 lid 8 genoemde verbod, verbeurt de Opdrachtgever [de rechtbank leest: de Opdrachtnemer] ten behoeve van de Opdrachtgever een direct - zonder verdere sommatie of ingebrekestelling - opeisbare boete van 10.000 euro per overtreding alsmede 1.000 euro per dag dat hij in overtreding is, onverminderd het recht van de Opdrachtgever om volledige schadevergoeding van de Opdrachtnemer te vorderen.
(…).
Op 12 februari 2019 heeft VKRC een opdrachtbevestiging gestuurd aan Forty 4 voor de inzet van brandwachten vanaf 14 februari 2019 tot en met 28 februari 2019, met de dezelfde verwijzing naar haar Algemene Inkoopvoorwaarden zoals hiervoor onder 2.3 vermeld.
Forty 4 heeft op verzoek van Regio Control de brandwachten die dag na 14:00 uur nog tot het einde van de dag laten staan.
Wij kunnen uw factuur niet verwerken, doordat; Uw factuur wijkt af van onze Inkoopbon”. Bijgevoegd is de inkoopbon van VKRC van 13 maart 2019 voor de inzet van brandwachten op het project in Amsterdam voor de dagen 25 maart 2019 tot en met 2 maart 2019, voor een totaalbedrag van € 9.696,- exclusief btw.
3.Het geschil
in conventie
€ 191,-, een en ander – voor het geval voldoening binnen de termijn niet plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de bedoelde termijn voor voldoening tot aan de dag der algehele finale kwijting, althans een zodanig bedrag als de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren.
Daarnaast heeft VKRC de betaling van de (overige) nog openstaande facturen opgeschort omdat zij die wenst te verrekenen met haar vordering op Forty 4 wegens boetes die Forty 4 volgens VKRC verschuldigd is voor overtreding van de Algemene Inkoopvoorwaarden en wegens haar aanspraak op schadevergoeding, zoals nader uiteengezet in haar eis in reconventie (zie hierna 3.5 en 3.6).
Verder heeft Forty 4 VKRC in een negatief daglicht gesteld bij Regio Control omdat Forty 4 het geschil over de betalingsproblemen tussen Forty 4 en VKRC heeft gedeeld met Regio Control. VKRC is hierdoor Regio Control als klant kwijtgeraakt. Dat heeft geleid tot een schadepost die VKRC nu begroot op € 176.900,-. Daarnaast is volgens VKRC het handelen van Forty 4 onrechtmatig op grond van artikel 6:162 BW, doordat zij door het handelen van Forty 4 een belangrijke klant is kwijtgeraakt en waardoor zij omzetschade lijdt. Deze schade bestaat eruit dat zij nu een omzet van gemiddeld € 7.000,- per week misloopt.
4.De beoordeling
Forty 4 in strijd met artikel 14.8 van de Algemene Inkoopvoorwaarden van VKRC een zakelijke relatie is aangegaan met Regio Control, omdat VKRC haar stellingen op dat punt onvoldoende heeft onderbouwd. Dat betekent dat Forty 4 evenmin boetes aan VKRC is verschuldigd op grond van artikel 14.10 van de Algemene Inkoopvoorwaarden.
Forty 4 in dat opzicht onrechtmatig jegens VKRC heeft gehandeld en daarom gehouden is haar schade te vergoeden. VKRC heeft desgevraagd ook niet kunnen toelichten op welke wijze Forty 4 haar bij Regio Control in een negatief daglicht heeft gesteld. Voor zover zij doelt op haar stelling dat Forty 4 de betalingsgeschiedenis van VKRC met Regio Control heeft gedeeld, verwijst de rechtbank naar hetgeen hiervoor is overwogen onder 4.7. Daaruit volgt dat slechts sprake is van een vermoeden aan de zijde van VKRC, dat bij gebreke aan enige onderbouwing niet kan worden gevolgd.