In deze zaak heeft eiser, een zelfstandige IT-professional, een vordering ingesteld tegen gedaagde, zijn voormalige opdrachtgever, wegens onbetaalde facturen. Eiser vordert een bedrag van € 9.001,57, vermeerderd met wettelijke handelsrente en proceskosten. De vordering is gebaseerd op facturen die eiser heeft verzonden voor werkzaamheden die hij in opdracht van gedaagde heeft verricht. Gedaagde heeft de vordering betwist en een tegenvordering ingesteld van € 30.650,00, stellende dat eiser wanprestatie heeft gepleegd door zijn werkzaamheden niet naar behoren uit te voeren en dat hij hierdoor schade heeft geleden.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat partijen geen schriftelijke overeenkomst tot opdracht hebben gesloten, maar dat eiser wel degelijk werkzaamheden voor gedaagde heeft verricht. De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde de verschuldigdheid van de facturen niet langer betwist en dat de vordering van eiser voor toewijzing in aanmerking komt. De kantonrechter heeft de vordering van eiser toegewezen en gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en proceskosten.
Wat betreft de tegenvordering van gedaagde heeft de kantonrechter geoordeeld dat deze niet voldoende onderbouwd is. Gedaagde heeft niet aangetoond dat hij schade heeft geleden als gevolg van de werkzaamheden van eiser. De kantonrechter heeft de tegenvordering afgewezen en de proceskosten voor gedaagde vastgesteld op nihil, gezien de samenhang met de vordering van eiser.