ECLI:NL:RBNHO:2020:2642
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 10 april 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak van eiser [X], die op 13 oktober 2019 digitaal beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Eiser was verplicht griffierecht te betalen, maar heeft dit niet tijdig gedaan. De rechtbank heeft eiser op 3 december 2019 verzocht om aanvullende informatie over zijn financiële situatie, maar eiser heeft niet gereageerd. Hierdoor werd zijn beroep op betalingsonmacht afgewezen. De griffier heeft eiser vervolgens meerdere keren in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen, maar ook hierop heeft eiser niet gereageerd. De rechtbank concludeert dat eiser het griffierecht niet op tijd heeft betaald en geen verontschuldiging voor dit verzuim heeft gegeven. Daarnaast heeft eiser niet voldaan aan de verplichting om een afschrift van de uitspraak waarop het geschil betrekking heeft over te leggen. Gelet op deze omstandigheden verklaart de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt, maar niet in een openbare zitting vanwege de coronamaatregelen.