ECLI:NL:RBNHO:2020:2624

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 maart 2020
Publicatiedatum
7 april 2020
Zaaknummer
C/15/300396 / KG ZA 20-146
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige uitlatingen over autohandelaar en kilometerstanden

In deze zaak vorderde eiseres, een autohandelaar, een verbod op uitlatingen van gedaagde, een klant, die op verschillende platforms, waaronder YouTube, negatieve recensies had geplaatst over eiseres. Gedaagde beschuldigde eiseres van het manipuleren van kilometerstanden van verkochte voertuigen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de uitlatingen van gedaagde onrechtmatig waren, omdat zij niet voldoende onderbouwd waren met feiten. De rechter wees de vorderingen van eiseres grotendeels toe, met uitzondering van enkele bredere vorderingen die de vrijheid van meningsuiting van gedaagde te veel zouden beperken. De rechter oordeelde dat gedaagde binnen 48 uur na betekening van het vonnis alle uitingen die betrekking hadden op het 'spelen' met kilometerstanden moest verwijderen en dat hij een rectificatietekst moest plaatsen op een reviewsite. In reconventie vorderde gedaagde betaling van een bedrag dat hij meende nog van eiseres te vorderen, maar deze vordering werd afgewezen omdat er onvoldoende bewijs was voor de hoogte van het bedrag. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten droeg.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/300396 / KG ZA 20-146
Vonnis in kort geding van 30 maart 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[bedrijf] B.V.,
gevestigd te [plaats] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. W. Schellart te Haarlem,
tegen
[gedaagde],
wonende te [plaats] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. F. Özdemir-Sahin te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met 15 producties
  • de brief van 12 maart 2020 met aanvullende producties 16 en 17, tevens wijziging van eis
  • de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende eis in reconventie met 5 producties
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van [eiseres] .
1.2.
Na uitroeping van de zaak zijn verschenen:
  • [A] , salesmanager van [eiseres]
  • mr. M.G. Jansen te Haarlem, kantoorgenoot van mr. Schellart voornoemd
  • [gedaagde]
  • mr. Özdemir-Sahin voornoemd.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] houdt zich – mede onder de naam [bedrijf] – bezig met de handel in (personen)auto’s.
2.2.
Op 17 april 2019 heeft [bedrijf] aan [gedaagde] verkocht een personenauto van het merk Mercedes Benz en type E300 BlueTec Hybrid (hierna: de Auto) met een kilometerstand (ten tijde van verkoop) van ca. 167.000 km.
2.3.
Tussen partijen is overeengekomen dat de verkoopprijs van de Auto van € 26.785,- zou worden voldaan door middel van een aanbetaling van € 10.000,- en dat het restant zou worden voldaan door een financial lease van € 13.000,- en een restant betaling van € 3.785,-.
2.4.
Op 7 mei 2019 is de Auto geleverd door middel van tenaamstelling aan [gedaagde] .
2.5.
Wegens betalingsproblemen zijn partijen naderhand overeengekomen dat [bedrijf] de Auto weer zou terugnemen van [gedaagde] , die de Auto op dat moment ruim een half jaar in bezit heeft gehad.
2.6.
Op 3 januari 2020 is in het Tellerrapport van de RDW opgenomen dat de laatst geregistreerde tellerstand van de Auto 192.001 km. is.
2.7.
[eiseres] heeft de Auto vervolgens weer te koop aangeboden op de website van (onder meer) [bedrijf] , waarbij in de kop van de advertentie een kilometerstand van 192.001 is opgenomen, terwijl in de daaronder vermelde vrije tekst een stand van 172.001 km. is weergegeven.
2.8.
[gedaagde] heeft in reactie op de afwijkende kilometerstand op de website van [bedrijf] een viertal filmpjes opgenomen en geplaatst op YouTube:
  • https://youtu.be/ […]- [bedrijf] vroude
  • https://youtu.be/ […]- [bedrijf] vroude deel 2
  • https://youtu.be/ […]- Fraude deel 3 [bedrijf] [plaats] en autotrack
  • https://youtu.be/ […]- [bedrijf] fraude deel 4
2.9.
[gedaagde] heeft daarnaast op verschillende verwijzingssites, waaronder klantenvertellen.nl, een aantal (negatieve) recensies over [bedrijf] geplaatst.

3.Het geschil in conventie

3.1.
[eiseres] vordert – na wijziging van eis buiten processueel bezwaar – om bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I.
Gedaagde te bevelen om binnen 24 uur na betekening van het ten deze te wijzen vonnis alle uitingen zoals opgesomd in punt 30 van het lichaam van deze dagvaarding alsmede eventuele andere door gedaagde gedane uitingen via het internet of enig ander openbaar medium met een vergelijkbare strekking zoals in het lichaam van de dagvaarding omschreven te verwijderen en verwijderd te houden,
Waaronder maar niet beperkt tot:
De reviews op klantenvertellen.nl van 4 maart 2020 met de titel “oplichters”, geschreven door “ [gedaagde] , [plaats] ” en “ [B] , [plaats] ”, en met de titel “belabberd, oplichters”, geschreven door “ [C] , [plaats] ”;
Youtube filmpjes, waaronder Youtube filmpjes door of namens gedaagde geplaatst op 12, 14 en 24 februari 2020 en 5 maart 2020 (zie productie 8), met als titel “ [bedrijf] vroude”, “ [bedrijf] vroude deel 2, “fraude deel 3 [bedrijf] [plaats] en autotrack”, “ [bedrijf] fraude deel 4” of vergelijkbare titels, of andere filmpjes geplaatst op Youtube met een vergelijkbare strekking zoals in het lichaam van de dagvaarding omschreven, waaronder maar niet beperkt de filmpjes met de volgende links:
https://www.youtube.com/watch?v= […]
https://www.youtube.com/watch?v= […]
https://www.youtube.com/watch?v= […]
https://www.youtube.com/watch?v= […]
een en ander onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 (zegge: duizend euro) per dag of gedeelte van de dag dat gedaagde niet volledig aan dit bevel voldoet;
II.
Gedaagde te veroordelen om binnen 48 uur na betekening van het vonnis in dit kort geding de exploitant van de zoekmachine Google per aangetekende brief en per e-mailbericht opdracht te geven tot verwijdering van de recensies zoals opgenomen bij productie 17, te weten de reviews bij [bedrijf] op naam van [gedaagde] en [naam] en bij [bedrijf] op naam van [gedaagde] , en direct afschrift van deze brief en dit e-mailbericht aan de advocaat van eiseres te sturen, zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 (zegge: duizend euro) per dag of gedeelte van een dag dat gedaagde in gebreke blijft om aan deze veroordeling te voldoen, althans een in goede justitie te bepalen dwangsom.
III.
Gedaagde met onmiddellijke ingang te verbieden zich op enigerlei wijze via het internet of enig ander openbaar medium over eiseres uit te laten, althans zich uit te laten op een vergelijkbare wijze zoals in het lichaam van de dagvaarding omschreven, een en ander onder verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 (zegge: tienduizend euro) per overtreding en van € 1.000,00 (zegge: duizend euro) per dag of gedeelte van de dag dat gedaagde dit verbod overtreedt;
IV.
Gedaagde te gebieden binnen 24 uur na betekening van het ten deze te wijzen vonnis onder eigen naam bij wijze van review onder waardering van een 10 de navolgende rectificatietekst te plaatsen en gedurende zes maanden geplaatst te houden op klantenvertellen.nl:
“Op last van de Voorzieningenrechter bij vonnis d.d. ... ben ik, [gedaagde] veroordeeld om de navolgende rectificatie te plaatsen jegens door hem in het verleden geplaatste onrechtmatige publicaties over [bedrijf] :
In de afgelopen periode heb ik middels het plaatsen van Youtube filmpjes, tekstberichten, recensies en klantreviews op onrechtmatige wijze de suggestie gewekt dat [bedrijf] zich schuldig zou hebben gemaakt aan fraude, hetgeen evenwel in stnjd met de waarheid is en ten aanzien waarvan ik over geen enkel bewijs beschikte. Deze publicaties heb ik uitsluitend gedaan om het bedrijf schade toe te brengen. Daarvoor betuig ik mijn spijt. Ik had dit niet mogen doen en heb [bedrijf] opzettelijk en zonder enige grond en/of aanleiding in haar eer en goede naam geprobeerd te beschadigen”.
een en ander onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 (zegge: duizend euro) per dag of gedeelte van de dag dat gedaagde niet volledig aan dit bevel voldoet;
V.
Gedaagde te veroordelen in de proceskosten van dit geding, waaronder mede begrepen de nakosten op grond van de wet.
3.2.
Aan haar vordering legt [eiseres] – kort gezegd – ten grondslag dat de door [gedaagde] gepubliceerde filmpjes en uitlatingen over [bedrijf] in strijd met de waarheid en niet onderbouwd – en daarmee onrechtmatig jegens [eiseres] – zijn, als gevolg waarvan zij wordt aangetast in de eer en goede naam van [bedrijf] . Gelet op de zwaarwegende gevolgen van de beschuldigingen en insinuaties door [gedaagde] heeft [eiseres] belang bij haar vorderingen, als [eiseres] .
3.3.
[gedaagde] voert tot zijn verweer – samengevat – aan dat hij niet onrechtmatig heeft gehandeld, maar slechts probeert tegen te gaan dat andere mensen ook onjuist worden geïnformeerd; dat zijn uitlating een waarschuwing betreft naar zijn medemensen. Het rechtmatig uiten van zijn mening staat [gedaagde] op grond van artikel 7 Grondwet vrij. [bedrijf] heeft bovendien aantoonbaar geen overeenkomst met AutoTrust en bericht mensen in strijd met de waarheid dat zij AutoTrust wel kan aanbieden. Dat tot slot geen sprake is van een typfout in de kilometerstand, blijkt uit het feit dat de onjuiste stand op verschillende websites ( [bedrijf] , Marktplaats en autowereld.nl) wordt weergegeven, aldus nog steeds [gedaagde] .

4.Het geschil in reconventie

4.1.
[gedaagde] vordert in reconventie om bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
-
Alle vorderingen van [bedrijf] af te wijzen;
-
[bedrijf] te veroordelen tot betaling van € 2.519,05 aan de heer [gedaagde] binnen 3 dagen na het door u te wijzen vonnis;
-
[bedrijf] te veroordelen tot de proceskosten, waaronder begrepen een salaris voor de gemachtigde, en de nakosten van dit geding;
-
kosten rechtens.
4.2.
Aan zijn vordering in reconventie legt [gedaagde] – kort gezegd – ten grondslag dat [bedrijf] hem nog een bedrag van € 2.519,05 verschuldigd is, berekend als volgt:
€ 21.000,00– terugkoopsom
11.795,95 – inlossing externe financiering -/-
3.785,00 – openstaande nota -/-
2.900,00– contante betaling -/-
€ 2.519,05 - Tegoed
4.3.
[eiseres] voert tot haar verweer – samengevat – aan dat de overeengekomen terugkoopsom voor de Auto geen € 21.000,- maar € 18.500,- was:
€ 18.500,00– terugkoopsom
11.795,95 – inlossing externe financiering -/-
3.785,00 – verrekening openstaande nota -/-
2.500,00 – contante betaling aan [gedaagde] -/-
400,00 – contante betaling aan broer van [gedaagde] -/-
zodat hetgeen partijen over en weer verschuldigd waren reeds (nagenoeg) volledig is afgewikkeld.
4.4.
Op de stellingen van partijen in conventie en in reconventie wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

in conventie

5.1.
Volgens [eiseres] handelt [gedaagde] onrechtmatig jegens haar door zich negatief over [bedrijf] uit te laten. De vordering van [eiseres] als hierboven weergegeven in randnummer 3.1 onder I. strekt er dan ook toe om te verwijderen en verwijderd te houden:
de door [gedaagde] geplaatste reviews op klantenvertellen.nl;
de door [gedaagde] gemaakte en op YouTube geplaatste filmpjes.
De voorzieningenrechter overweegt daarover als volgt.
5.2.
In het geschil in conventie gaat het om de botsing van twee fundamentele rechten. Aan de ene kant betreft het de op grond van artikel 7 Grondwet (Gw) en artikel 10 van het Europees verdrag ter bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) beschermde vrijheid van meningsuiting van [gedaagde] (waaronder het plaatsen van berichten op review sites en filmpjes op YouTube). Daartegenover staat het door artikel 8 EVRM beschermde recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, waaronder mede begrepen het recht op bescherming van de eer en goede naam van [eiseres] c.q. [bedrijf] . In beginsel komt geen voorrang toe aan één van beide grondrechten. In dergelijke gevallen moet volgens vaste rechtspraak een afweging van de betrokken rechten plaatsvinden aan de hand van de omstandigheden van het geval.
5.3.
Uitgangspunt is dat het is toegestaan om – zowel positieve als negatieve – ervaringen met een bepaalde aanbieder van producten of diensten openbaar te maken door middel van reviews en/of filmpjes op internet. Dat [gedaagde] zich negatief heeft uitgelaten in zijn reviews en filmpjes over [bedrijf] , is op zich dan ook (nog) niet onrechtmatig. Ook de betiteling van [bedrijf] als ‘oplichters’ of ‘belabberd, oplichters’ is als zodanig geen overschrijding van de grenzen van de vrijheid van meningsuiting.
5.4.
Daarnaast heeft [gedaagde] uitlatingen gedaan over (het door [bedrijf] adverteren met de naam) AutoTrust, over het verwijderen van een negatieve beoordeling bij Autotrack en over het terugdraaien van de kilometerstanden door [bedrijf] . De voorzieningenrechter overweegt daarover als volgt.
AutoTrust
5.5.
De uitingen van [gedaagde] over AutoTrust zijn naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter evenmin onrechtmatig. In één van de filmpjes die [gedaagde] op YouTube heeft geplaatst, belt [gedaagde] met AutoTrust. In dat gesprek wordt over [bedrijf] onder meer het volgende gezegd:
“(…)
- AutoTrust: Welk autobedrijf gaat het om?
- [gedaagde] : [bedrijf] [plaats]
(…)
- AutoTrust: Wij hebben ze al twee keer aangeschreven om te stoppen met het adverteren van AutoTrust dus bij ons loopt het proces dat ze niet meer mogen
- [gedaagde] : Ja en ik heb hier de
- AutoTrust: Daar zijn wij druk mee
- [gedaagde] : En ik heb hier een bewijs mevrouw dat is van 6 februari dat garantie staat bij AutoTrust
- AutoTrust: Ja
- [gedaagde] : Dan spelen ze ook met jullie
- AutoTrust: Ik zal nog even aan mijn collega vragen wat hij daar heeft gedaan. Ik zal nog even vragen. Heeft u een momentje alstublieft?
(…)
- [gedaagde] : Beste mensen zoals jullie zien 6 februari hebben ze een auto op marktplaats gezet. Ze zeggen dat ze garantie bij AutoTrust hebben en dat is niet waar. Dus hunnie werken niet meer met hun samen omdat ze grote oplichters zijn. Dus let op. En nu is de mevrouw aan het uitzoeken en hiermee kom ik nog bij de rechter dus stelletje zakkennaaiers.
(…)
- AutoTrust: Ja, ik heb even overlegd, even zien heeft u bewijs dat de auto met AutoTrust garantie hebben verkocht?
- [gedaagde] : Ja hier heb ik de bewijs mevrouw
- AutoTrust: Die zou ik wel willen hebben want dan kunnen we ze wat harder aanpakken
(…)
5.6.
Ter zitting heeft [eiseres] nader toegelicht dat AutoTrust geen garantie, maar een door kopers vrijwillig (aanvullend) af te sluiten verzekeringsvorm is. Omdat die verzekering voor [bedrijf] via een tussenpersoon wordt afgesloten, stond [bedrijf] niet rechtstreeks in de administratie van AutoTrust. Inmiddels heeft [bedrijf] één en ander met AutoTrust geregeld, zodat [bedrijf] wel degelijk mag adverteren met de naam AutoTrust, aldus [eiseres] .
5.7.
Bovenstaande toelichting maakt de uitingen van [gedaagde] over (het adverteren met de naam AutoTrust door) [bedrijf] naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter echter niet onrechtmatig. Op basis van hetgeen [gedaagde] telefonisch van AutoTrust te horen krijgt over [bedrijf] (“
Wij hebben ze al twee keer aangeschreven om te stoppen met het adverteren van AutoTrust dus bij ons loopt het proces dat ze niet meer mogen” en “
Die zou ik wel willen hebben want dan kunnen we ze wat harder aanpakken”) is het niet onbegrijpelijk dat [gedaagde] daaruit heeft opgemaakt dat [bedrijf] in het geheel niet zou mogen adverteren met AutoTrust omdat er geen contractuele relatie tussen die beide partijen zou bestaan. Het stond [gedaagde] dan ook vrij zijn (kritische) mening daarover te uiten in de reviews en de YouTube-filmpjes. Dat [gedaagde] in het desbetreffende telefoongesprek met AutoTrust vrij suggestief en ‘sturend’ is over de praktijken van [bedrijf] , zoals de advocaat van [eiseres] ter zitting heeft gesteld, maakt het voorgaande niet anders.
Autotrack
5.8.
In zijn derde YouTube-filmpje geeft [gedaagde] kritiek op het feit dat Autotrack een negatieve beoordeling van [gedaagde] over [bedrijf] heeft verwijderd. Gelet op het feit dat in het filmpje louter iets over Autotrack (en niets over [bedrijf] ) wordt gezegd, en dat bovendien in vrij algemene bewoordingen, is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat [gedaagde] hiermee niet onrechtmatig handelt jegens [bedrijf] .
Kilometerstanden
5.9.
Dat geldt echter niet voor zover in de door [gedaagde] geplaatste reviews uitlatingen worden gedaan als “
Ze spelen met de km standen(…)
2 keer hebben ze terug gedraaid.” en: “
Ze spelen met de km standen van de autos”. Ook in de YouTube-filmpjes maakt [gedaagde] hier meermaals melding van:
- Filmpje 1 (‘ [bedrijf] vroude’):
“(…) Beste mensen, dit is mijn oude auto. Ik heb hem in 2019 ongeveer in mei gekocht. Toen stond die op 167.000 met NAP. Dit is nu de originele kilometer. En gisteren stond ie zoals u ziet op 172.000. (…) Ze hebben de kilometer gisteren teruggedraaid naar 172.000. Ik heb daar nog de bewijzen van. Ik heb vanochtend gebeld; ik zei dat ze niet goed bezig waren. Hebben ze de auto vandaag op 192.000 kilometer weer teruggezet. (…) Kilometers worden mee gespeeld (…)”
- Filmpje 2 (‘ [bedrijf] vroude deel 2’):
“(…) Maar ik heb een probleem met de garage want ze spelen met de kilometerstanden en daar heb ik allemaal de bewijzen van (…). En ik heb ze te pakken dat ze met de kilometer spelen want ik heb hem op 194 verkocht (…) ze hebben hem gezet op 172.000. Daar heb ik ook de juiste foto’s van. En daarna heb ik de garage gebeld (…) en jullie spelen met de kilometerstanden. Toen hadden ze hem teruggedraaid op 192 maar die auto staat in het echt op 194.000. (…) ik heb de auto ongeveer in mei gekocht in 2019. Toen stond die auto op 167.000. Staat ook in het contract. Ik ben naar Turkije mee gereden. Alleen al naar mijn stad is het 7.000 kilometer. Dan zit je op al 174.000 en ze hebben 6 februari de auto teruggedraaid in de garage. Ik heb hier de bewijzen van dat die auto op 172.000 kilometer staat en die auto stond op 194.000 (…)
[In Filmpje 3 (‘Fraude deel 3 [bedrijf] [plaats] en autotrack’) en Filmpje 4 (‘ [bedrijf] fraude deel 4’) wordt niet gerept van kilometerstanden]
5.10.
Dergelijke beweringen over het manipuleren van de kilometerstanden zijn op zijn minst suggestief en bovendien in potentie zeer schadelijk voor een autobedrijf. Met name een handelaar in (tweedehands) auto’s heeft immers een groot belang bij een goede naam. Zo kan de reputatie van een autobedrijf al schade oplopen indien bij het publiek de suggestie wordt gewekt dat de handelaar in kwestie ‘sjoemelt’ met de door hem aangeboden auto’s. Juist om die reden dient een review en/of filmpje waarin een bewering wordt gedaan over het terugdraaien van kilometerstanden een zekere steun te vinden in het beschikbare feitenmateriaal. Dat is naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter echter niet (voldoende) het geval. Het volgende is voor dat oordeel redengevend.
5.11.
Volgens [gedaagde] heeft [bedrijf] de kilometerteller van de Auto bewust teruggedraaid, maar die stelling is ter zitting door [eiseres] gemotiveerd betwist. Zij heeft daartoe aangevoerd dat zij reeds op 3 januari 2020 de Auto met een (juiste) kilometerstand van 192.001 heeft aangemeld bij de RDW, die de Auto ook met die stand in haar Tellerrapport heeft opgenomen. Vervolgens heeft [bedrijf] de Auto met een online advertentie te koop aangeboden via het programma Wheelerdelta, als gevolg waarvan diezelfde advertentie integraal op meerdere websites is weergegeven. In de kop van die advertentie is weliswaar de juiste kilometerstand opgenomen, maar in het lichaam van de vrije tekst staat een kilometrage van 172.001 km.
5.12.
Met [eiseres] is de voorzieningenrechter van oordeel dat het voor de hand ligt dat het hier een typfout betreft. Hetgeen door [gedaagde] wordt gesteld, namelijk dat [bedrijf] de kilometerstand bewust zou hebben ‘teruggedraaid’ – met welke term volgens de voorzieningenrechter bovendien wordt gesuggereerd dat daar een technische handeling in de garage aan te pas zou zijn gekomen – verhoudt zich niet tot het feit dat de Auto op aangeven van [eiseres] c.q. [bedrijf] wel al op 3 januari 2020 met de juiste stand in het Tellerrapport van de RDW is opgenomen. Niet valt immers in te zien waarom [eiseres] c.q. [bedrijf] de Auto aanvankelijk wél met een juiste stand zou aanmelden bij de RDW, maar vervolgens níet met diezelfde stand te koop zou aanbieden. Indien zij ‘met de kilometers zou spelen’, zoals [gedaagde] stelt, zou het logischer zijn geweest als de Auto
eerstmet een (als gevolg van terugdraaiing) lagere kilometerstand in de RDW zou zijn geregistreerd en vervolgens met
díe(onjuiste) stand te koop zou zijn aangeboden. Zowel in het Tellerrapport van de RDW als in de kop van de advertentie wordt echter de (juiste) kilometerstand van 192.001 vermeld. Dat in de daaronder weergegeven vrije tekst van de advertentie een lagere stand wordt vermeld, maakt naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet dat [bedrijf] daarmee ‘speelt met de kilometers’. Die suggestie doet [gedaagde] echter wel, hetgeen op grond van het voorgaande dan ook onrechtmatig is jegens [eiseres] c.q. [bedrijf] .
5.13.
Op grond van het voorgaande zal de vordering van [eiseres] onder I. tot het verwijderen en verwijderd te houden van de door [gedaagde] gedane uitingen via het internet dan ook worden toegewezen, voor zover deze uitingen betrekking hebben op het ‘spelen’ c.q. ‘terugdraaien’ van de kilometerstanden door [bedrijf] . Het gaat hier dus om alle reviews, voor zover daarin iets over de kilometerstanden wordt gezegd. Daarnaast betreft het de YouTube-filmpjes ‘ [bedrijf] vroude’ en ‘ [bedrijf] vroude deel 2’. Om diezelfde reden zal ook de vordering van [eiseres] onder II. – met inachtneming van het voorgaande – worden toegewezen.
5.14.
Voor zover de vordering van [eiseres] onder III. strekt tot een verbod voor [gedaagde] om zich ‘op enigerlei wijze via het internet of enig ander openbaar medium over eiseres uit te laten’, zal deze worden afgewezen. De vordering is te ruim geformuleerd en integrale toewijzing van die vordering zou de vrijheid van meningsuiting van [gedaagde] te zeer beperken.
5.15.
Ook de onder IV. gevorderde rectificatietekst kan niet worden toegewezen voor zover deze (mede) ziet op het betuigen van spijt door [gedaagde] . Voor het overige zal de voorzieningenrechter deze vordering toewijzen als in het dictum te melden. De periode van de rectificatie zal daarbij worden beperkt tot 14 dagen, nu dit de voorzieningenrechter als (voldoende) redelijk voorkomt.
5.16.
De gevorderde dwangsommen zullen worden beperkt als volgt.
in reconventie
5.17.
De vordering in reconventie strekt tot (terug)betaling door [bedrijf] aan [gedaagde] van hetgeen [bedrijf] nog aan [gedaagde] verschuldigd zou zijn uit hoofde van de (terug)verkoop van de Auto door [gedaagde] aan [bedrijf] .
5.18.
Met betrekking tot een voorziening in kort geding, bestaande in veroordeling tot betaling van een geldsom, is terughoudendheid op zijn plaats. De rechter zal daarbij niet alleen hebben te onderzoeken of het bestaan van een vordering van de eiser op de gedaagde voldoende aannemelijk is, maar ook of daarnaast sprake is van feiten en omstandigheden die meebrengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist, terwijl de rechter in de afweging van de belangen van partijen mede zal hebben te betrekken de vraag naar – kort gezegd – het risico van onmogelijkheid van terugbetaling, welk risico kan bijdragen tot weigering van de voorziening.
5.19.
Partijen verschillen van mening over de hoogte van de terugkoopsom van de Auto. Volgens [gedaagde] was dat € 21.000,- en resteert nog een bedrag van € 2.519,05, terwijl volgens [eiseres] alles al voldaan is omdat een koopprijs van € 18.500,- overeengekomen is. Harde bewijzen over het overeengekomen bedrag ontbreken van beide zijden, zodat hiervoor aanvullend bewijs nodig is. Dit kort geding leent zich naar zijn aard echter niet voor nadere bewijsvoering, zodat de vordering in reconventie reeds om die reden geweigerd dient te worden.
In conventie en in reconventie
5.20.
Aangezien elk van partijen als op enig punt in het ongelijk gesteld is te beschouwen, zullen de proceskosten worden gecompenseerd op de hierna te vermelden wijze.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
6.1.
beveelt [gedaagde] om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis de navolgende door of middels hem gedane uitingen via het internet of enig ander openbaar medium met een vergelijkbare strekking te verwijderen en verwijderd te houden:
Alle reviews op klantenvertellen.nl van 4 maart 2020 geschreven door “ [gedaagde] , [plaats] ”, “ [B] , [plaats] ” en “ [C] , [plaats] ”, voor zover daarin over kilometerstanden wordt gesproken;
De door [gedaagde] op YouTube gepubliceerde filmpjes:
-
https://youtu.be/ […](‘ [bedrijf] vroude’)
-
https://youtu.be/ […](‘ [bedrijf] vroude deel 2’),
6.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] een dwangsom te betalen van € 100,00 (zegge: éénhonderd euro) voor iedere dag dat hij niet aan de in 6.1 uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 5.000,00 (zegge: vijfduizend euro) is bereikt,
6.3.
veroordeelt [gedaagde] om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis de exploitant van de zoekmachine Google per aangetekende brief en per e-mailbericht opdracht te geven tot verwijdering van de reviews bij [bedrijf] op naam van [gedaagde] en [naam] en bij [bedrijf] op naam van [gedaagde] , voor zover daarin over kilometerstanden wordt gesproken, en direct afschrift van deze brief en dit e-mailbericht aan de advocaat van eiseres te sturen,
6.4.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] een dwangsom te betalen van € 100,00 (zegge: éénhonderd euro) voor iedere dag dat hij niet aan de in 6.3 uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 5.000,00 (zegge: vijfduizend euro) is bereikt,
6.5.
gebiedt [gedaagde] om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis onder eigen naam bij wijze van review onder waardering van een 10 de navolgende rectificatietekst te plaatsen en gedurende 14 dagen geplaatst te houden op klantenvertellen.nl:

Op last van de Voorzieningenrechter bij vonnis d.d. 30 maart 2020 ben ik, [gedaagde] veroordeeld om de navolgende rectificatie te plaatsen over door mij in het verleden geplaatste onrechtmatige publicaties over [bedrijf] :
In de afgelopen periode heb ik middels het plaatsen van YouTube-filmpjes, tekstberichten, recensies en klantreviews op onrechtmatige wijze de suggestie gewekt dat [bedrijf] zich schuldig zou hebben gemaakt aan fraude, ten aanzien waarvan ik over geen bewijs beschikte. Ik had dit niet mogen doen.”,
6.6.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] een dwangsom te betalen van € 500,00 (zegge: vijfhonderd euro) voor iedere dag dat hij niet aan de in 6.5 uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 7.000,00 (zegge: zevenduizend euro) is bereikt,
6.7.
verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.8.
weigert het meer of anders gevorderde,
in reconventie
6.9.
weigert de voorziening,
in conventie en in reconventie
6.10.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 30 maart 2020. [1]

Voetnoten

1.Conc.: 936