Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 maart 2020 in de zaak tussen
[eiser] , wonende te [woonplaats] ,
Procesverloop
Overwegingen
In het kader van de WIA-aanvraag heeft de verzekeringsarts [verzekeringsarts] eiser gezien op het spreekuur van 11 oktober 2018. Hij acht eiser beperkt in het hanteren van zware lasten, lang achtereen lopen en staan, grove trillingen en gebogen en/of getordeerd actief zijn. Zijn huidige nachtdienstfrequentie van twee met een minimum interval van tien dagen is het maximum. Van eisers beperkingen is op 11 oktober 2018 een Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) opgesteld. De arbeidsdeskundige [arbeidsdeskundige 1] heeft in zijn rapport van 2 november 2018 aangegeven dat eiser fulltime belastbaar is zonder frequente nachtdiensten in niet te zwaar heup/rugbelastend werk. De belasting van het huidige aangepaste werk met minder uren op straat en verminderde nachtdiensten valt binnen de mogelijkheden van eiser en houdt hij duurzaam vol vanaf december 2017, aldus de arbeidsdeskundige. Het Claimbeoordelings- en borgingssysteem (CBBS) is niet geraadpleegd door de arbeidsdeskundige omdat eiser in zijn aangepaste werk reeds zijn maximale verdiencapaciteit realiseert. Vaststellen van een theoretische mate van loonverlies leidt niet tot een lagere mate van arbeidsongeschiktheid en blijft dan ook achterwege. Geconcludeerd wordt dat eiser 10% arbeidsongeschikt is vanaf 26 oktober 2018. Vervolgens heeft verweerder het primaire besluit genomen.