Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
(…)4.4 Kopen van vakantiedagen
mijn functie veel meer verantwoordelijkheden kent’ en ‘
bepaalde taken van (…) overneem en nu ook Rotterdam onder mijn hoede neem’.
Je bent net gestart en laten we het zien als een uitdaging die je vol kan aangaan. Je contract loopt volgens mij af in april en wil sowieso tot die tijd wachten Ik heb vertrouwen in je en geef je alle kansen.’
(…) Ik ben door de vakantiedagen aan het gaan en zie dat er bij jou op 4-11-2019 38,75 bovenwettelijke uren zijn toegekend waardoor je opbouw 2019 meer is dan waar je recht op hebt. Je bovenwettelijke als wettelijke dagen zijn in zijn geheel opgenomen muv van de extra opbouw genaamd “krediet”. Wat is dit? (…)’
(…) Ik was voornemens deze te kopen. Omdat ik er geen aantekening van heb gemaakt, zijn deze uren niet verrekend. Ik heb de 38,75 uur dan ook uit het systeem gehaald zodat het verlofsaldo weer klopt. (…)’
(…) Op 18 november 2019 verzocht u een vooruitbetaling van EUR 500 op uw 13e maanduitkering. Hellmann heeft met dit verzoek ingestemd. De afspraak was dat het voorschot met uw 13e maanduitkering zou worden verrekend. U draagt uit hoofde van uw functie zorg voor de aanlevering van de mutaties. Op 19 december 2019 constateerde ondergetekende echter dat u de vooruitbetaling van EUR 500 niet in het mutatieoverzicht had verwerkt. Toen ondergetekende u hiermee confronteerde stelde u dat u dit vergeten was.
(…) U heeft het voorstel om uw arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen niet geaccepteerd op 24 december 2019. Dit betekent dat u per die datum op staande voet ontslagen bent, zoals aangekondigd in onze brief d.d. 20 december 2019. Voor zover ontslag op staande voet per 24 december 2019 juridisch niet mogelijk zou zijn, bent u per vandaag op staande voet ontslagen. (…)’
(…) Cliënte heeft dit enkel gedaan omdat zij ten tijde van de uitbetaling van het salaris in de veronderstelling verkeerde dat partijen overeenstemming zouden bereiken over de voorwaarden waaronder cliënte het ontslag op staande voet zou intrekken en het dienstverband van uw cliënte zou worden beëindigd. Een en ander uitsluitend om een tijdrovende en kostbare procedure te voorkomen. (…) Partijen hebben (…) geen overeenstemming bereikt over een minnelijke regeling. Het uitbetaalde salaris over januari 2020 is dan ook onverschuldigd betaald nu het dienstverband van uw cliënte op 24 december 2019 is geëindigd. (…)’
3.Het verzoek
4.Het verweer en het tegenverzoek
5.De beoordeling
uit coulance en vanuit pragmatisch oogpunt’ nog ‘
een zachte landing’ heeft aangeboden, in de vorm van een beperkt houdbaar voorstel tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden (zodat [werkneemster] in aanmerking zou kunnen komen voor een WW-uitkering), maakt niet dat hier niet is voldaan aan de onverwijld- heidseis. Volgens vaste jurisprudentie (ECLI:NL:HR:1983:AG4680) is in een geval als dit, waarin de werkgever de werkneemster onverwijld in kennis heeft gesteld van het voornemen haar op staande voet te ontslaan met inbegrip van de redenen daarvan (in onderhavig geval op 20 december 2019), maar haar eerst nog een korte termijn van beraad gunt om een andere, meer bevredigende wijze dan een ontslag op staande voet te overwegen en dat voorstel dan niet wordt aanvaard, nog steeds sprake van een onverwijld gegeven ontslag op staande voet.
opschortende voorwaarde’ voor het ontslag op staande voet was voldaan toen [werkneemster] de genoemde termijn liet verstrijken, zodat wordt uitgegaan van een ontslagdatum van 24 december 2019. De kantonrechter acht voldoende aannemelijk gemaakt dat de brief van 27 december 2019 – die volgens Hellmann vanwege Kerstmis eerst op deze datum is verstuurd – slechts nog ter bevestiging van het ontslag op staande voet diende en dat voor [werkneemster] voldoende duidelijk moet zijn geweest welke gedragingen Hellmann hebben bewogen tot dat ontslag.
verlof nog niet goedgekeurd’ diende aan te vinken. [leidinggevende] diende vervolgens goedkeuring te verlenen. Als [leidinggevende] toestemming verleende, diende [werkneemster] de werknemer te informeren en de inkoop vervolgens te registreren. Daartoe diende [werkneemster] de e-mail van [leidinggevende] te printen en te bewaren in een ordner. Vervolgens moest [werkneemster] in ADP actief aanvinken: ‘
verlof goedgekeurd’. [werkneemster] heeft ten aanzien van 38,75 extra vakantie-uren voor zichzelf in ADP de optie ‘
verlof goedgekeurd’ aangevinkt in plaats van de optie ‘
verlof nog niet goedgekeurd’, terwijl hiervoor niet was betaald, laat staan dat daarvoor toestemming aan [leidinggevende] was gevraagd.
Reden: Aangevraagd door medewerker’. Omdat [werkneemster] volledige rechten had in ADP, kon zij dergelijke aanvragen rechtstreeks vanuit haar startscherm doen. De stappen die worden getoond in productie 4 bij het verweerschrift zijn ook mogelijk, maar zo heeft [werkneemster] dergelijke aanvragen nog nooit verwerkt. [werkneemster] wist niet beter dan dat zij de inkoop van extra vakantie-uren voor 2020 moest verrekenen met het vakantiegeld van mei 2020. Dat betekent dat [werkneemster] dit in mei 2020 op de mutatielijst zou verwerken. Aldus steeds [werkneemster] .
goedgekeurd’ mocht aanvinken als zij voor het kopen van extra vakantie-uren schriftelijke toestemming had van [leidinggevende] ;
Aangevraagd door medewerker”) kon verschijnen nadat in het als hiervoor onder (i) bedoelde scherm de status ‘
goedgekeurd’ was aangevinkt.
6.De beslissing
14 april 2020;
14 april 2020het aantal en de personalia van de getuigen worden opgegeven evenals de verhinderdata van
beidepartijen, de gemachtigden en – voor zover mogelijk – van de getuigen. Daarna zal een tijdstip voor het verhoor worden bepaald;
28 april 2020een schriftelijke reactie te geven op het door Hellmann aangedragen bewijs;