Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
borststreek heeft gestoken en/of heeft gesneden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 20 september 2019 te Enkhuizen N. Kooiman heeft mishandeld door voornoemde [slachoffer 1] een of meermalen in de borststreek te steken en/of snijden;
hij op of omstreeks 20 september 2019 te Enkhuizen [slachtoffer 2] heeft mishandeld door voornoemde [slachtoffer 2] in het gezicht te slaan/stompen;
3
hij op of omstreeks 21 september 2019 te Enkhuizen een of meer wapen(s) als bedoeld in art. 2 lid 1 categorie I onder 7° van de Wet wapens en munitie gelet op 3, onder a van de Regeling wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen gelijkt dat het voor bedreiging of afdreiging geschikt is, namelijk een:
- een nabootsing van een pistool welke door vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoont met een vuurwapen, namelijk een Walther, type P22 en/of
- een nabootsing van een vuurwapen, te weten een nabootsing van een pistool welke door vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoont met een vuurwapen, namelijk een Sig Sauer, type P226 en/of
- een nabootsing van een geweer, te weten een nabootsing van een vuurwapen welke door vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoont met een vuurwapen, namelijk een Royal Ramington voorhanden heeft gehad en/of
- een nabootsing van een geweer, te weten een nabootsing van een vuurwapen welke door vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoont met een vuurwapen, namelijk een type M16 voorhanden heeft gehad en/of
- een luchtdrukwapen (MP-651K- HWG DE) voorhanden heeft gehad.
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
hij op 20 september 2019 te Enkhuizen [slachtoffer 2] heeft mishandeld door voornoemde [slachtoffer 2] in het gezicht te stompen;
hij op 21 september 2019 te Enkhuizen wapens als bedoeld in art. 2 lid 1 categorie I onder 7° van de Wet wapens en munitie gelet op 3, onder a van de Regeling wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen gelijkt dat het voor bedreiging of afdreiging geschikt is, namelijk:
- een nabootsing van een pistool welke door vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoont met een vuurwapen, namelijk een Walther, type P22 en
- een nabootsing van een vuurwapen, te weten een nabootsing van een pistool welke door vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoont met een vuurwapen, namelijk een Sig Sauer, type P226 en
- een nabootsing van een geweer, te weten een nabootsing van een vuurwapen welke door vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoont met een vuurwapen, namelijk een Royal Remington voorhanden heeft gehad en/of
- een nabootsing van een geweer, te weten een nabootsing van een vuurwapen welke door vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoont met een vuurwapen, namelijk een type M16 voorhanden heeft gehad en
- een luchtdrukwapen (MP-651K- HWG DE) voorhanden heeft gehad.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sanctie
Er is voor betrokkene een klinische indicatie aangevraagd en deze is afgegeven. Betrokkene is aangemeld bij de Forensische Psychiatrische Kliniek Inforsa in Amsterdam. Hij is aangenomen en staat op de wachtlijst. De FPK zal zijn uiterste best doen betrokkene aan het einde van zijn detentie op te nemen. Mocht dit niet lukken dan zal de afdeling klinische plaatsingen van de Divisie Individuele Zaken tijdig een overbruggingsplek regelen.
Bij een veroordeling adviseren wij een (deels) voorwaardelijke straf met de onderstaande bijzondere voorwaarden.
• Meldplicht bij reclassering
• Opname in een zorginstelling
• Ambulante behandeling
• Begeleid wonen of maatschappelijke opvang.”
7.Vermogensmaatregel
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
360 (driehonderdzestig) dagen.
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van 3 (drie) jaren.
[slachoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 1.260,-(eenduizend tweehonderdzestig euro), bestaande uit
[slachtoffer 2]geleden schade tot een bedrag van
€ 500,-(vijfhonderd euro) als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 20 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 2] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.