ECLI:NL:RBNHO:2020:2276
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand op basis van schulden en Participatiewet
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 27 maart 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van Haarlem over de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand. Eiseres had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor een schuld aan een bevriende kennis, die in 2016 de kosten voor kinderopvang had betaald. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag terecht was, omdat op grond van artikel 13 van de Participatiewet (Pw) geen recht op bijstand bestaat voor schulden. Eiseres had eerder voorschotten kinderopvangtoeslag ontvangen, maar deze waren later door de Belastingdienst vastgesteld op nihil, wat leidde tot een terugbetalingsverplichting. De rechtbank concludeerde dat er geen dringende redenen waren die een uitzondering op de uitsluitingsgrond van artikel 13 Pw rechtvaardigden. Eiseres had niet aangetoond dat er een terugbetalingsverplichting bestond ten opzichte van de kennis die de kosten had betaald, en de rechtbank vond dat de omstandigheden van de zaak geen aanleiding gaven om de afwijzing van de aanvraag te herzien. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard.