Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
hij op of omstreeks [datum] te [plaats] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan slachtoffer [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
-meerdere malen voornoemde slachtoffer(s) heeft/hebben geslagen/gestompt en/of
-met een mes, althans een scherp (steek)voorwerp in de buik en/of rug en/of hoofd, althans het lichaam van voornoemde slachtoffer(s) heeft/hebben gestoken/geprikt en/of
-een mes, althans een dergelijke scherp (steek)voorwerp (dreigend) voorhanden heeft/hebben gehad en/of getoond en/of (daarmee) een zwaaiende/stekende beweging(en) in de richting van het hoofd en/of het lichaam van voornoemde slachtoffers heeft/hebben gemaakt,
2.Voorvragen
3.Bewijs
Ik zag dat [slachtoffer 2] mij wilde helpen en hij stuurde ze de garagebox uit. We begonnen toen met elkaar te vechten. [medeverdachte 1] hield het mes in zijn rechterhand en begon hiermee om zich heen te zwaaien. Hij zwaaide met dit mes in mijn richting. Ik stond een (1) of twee (2) meter van hem vandaan.
A: Man 1.
V: Waar haalde man 1 die machete vandaan?
A: Vanuit zijn linkerbeen. Hij deed zijn joggingbroek naar voren en toen haalde hij hem zo uit zijn broek.
V: Hadden man 2 en man 3 ook nog een mes bij zich?
A: Man 3 weet ik niet zeker, maar er was nog een mes. Dat was een mes van 10 á 15 centimeter. Dat was meer een puntiger mes, wat meer steekgericht. Volgens mij kwam die uit man 2 zijn broekzak.
A: Door nummer 3 met die machete tegen mijn hoofd.
V: Man 3 heeft jou met die machete op jouw hoofd geslagen?
A: Ja. Dat was wel redelijk tegen het einde aan. Daarvoor heb ik hem ook op mijn hand gekregen maar ik zou niet meer weten op welk moment dat gebeurd is. Maar dat is volgens mij wel met die machete gebeurd. De kans is groot dat dit door man 3 is gebeurd.
A: [getuige] stond volgens mij buiten de hele tijd. En [slachtoffer 1] ging ook mee vechten. Hij is ook een (1) keer in zijn buik gestoken.
A: Ja.
V: Dat weet je 100% zeker?
A: Ja.
V: En je bent ook op je hand geraakt maar hebt niet gezien wanneer dat gebeurd is.
A: Nee. Maar toen hij mij op mijn hoofd sloeg toen stond ik, ik stond net op en toen zag ik hem zwaaien en toen was het pok. Dus dat heb ik wel echt gezien.
NN1 en [slachtoffer 2] vielen tijdens het gevecht op de grond. Ik zag dat de machete op de grond viel. Ik zag dat NN3 de machete oppakte toen die op de grond viel. Ik zag dat NN1 voor [slachtoffer 2] stond en hem een vasthield bij zijn trui ter hoogte van zijn borst. NN3 stond op dat moment achter NN1. Ik zag dat NN3 met de machete een slaande beweging maakte over NN1 heen. Ik zag dat [slachtoffer 2] door de machete geraakt werd. Dit moet wel op zijn hoofd geweest zijn want daar had hij veel bloed en op zijn schouders zag ik niks.
hij op [datum] te [plaats] , tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan slachtoffer [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
-meerdere malen voornoemde slachtoffers heeft/hebben geslagen en
-met een mes in de buik en hoofd van voornoemde slachtoffers heeft/hebben gestoken en
-met een mes zwaaiende/stekende bewegingen in de richting van het lichaam van voornoemde slachtoffers heeft/hebben gemaakt,
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sancties
Uit het rapport van 15 november 2019 blijkt dat betrokkene weigert mee te werken. Uit het aanvullend rapport van 20 februari 2020 blijkt dat betrokkene slechts beperkt wil meewerken. Hij geeft kort en gesloten antwoord en zegt zich weinig te herinneren van het ten laste gelegde. Hij stelt zich overwegend terughoudend en afwachtend op. Vragenlijsten wil hij niet invullen.
Indien het ten laste gelegde bewezen wordt geacht, wordt geadviseerd betrokkene als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen.
De begeleiding kan plaatsvinden door de jeugdreclassering als bijzondere voorwaarde bij een (deels) voorwaardelijk strafdeel. Overdracht van begeleiding naar de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering is aan te bevelen, omdat deze gespecialiseerd is in de begeleiding van jeugdigen met LVB problematiek. Dit is in het eerdere Pro Justitia onderzoek eveneens geadviseerd. Vanuit pedagogisch oogpunt is het van belang moeder bij de begeleiding te betrekken. Aandachtspunten bij de begeleiding vormen scholing en werk, vrijetijdsbesteding en vriendenkeuze. Ook kan het zinvol zijn dat betrokkene leert adequaat hulp te vragen en manieren leert om met stress en frustratie om te gaan. Verder dient de jeugdreclassering erop toe te zien dat betrokkene behandelafspraken bij De Waag nakomt. Indien het ten laste gelegde bewezen wordt geacht, wordt geadviseerd de coaching en begeleiding in het kader van een (deels) voorwaardelijk strafdeel op te leggen.
- een dagbesteding heeft die bestaat uit Back on Track en aansluitend school en/of werk;
- zijn medewerking verleent aan begeleiding vanuit Accuraat of een andere passende woonvoorziening;
- zijn medewerking verleent aan IFA en Back on Track van Spirit;
- zijn medewerking verleent aan de behandeling bij De Waag;
- verboden wordt contact te leggen of te laten leggen met medeverdachten en slachtoffers voor een duur van ten minste drie maanden;
- verboden wordt om zich op of in de directe omgeving van [plaats] te begeven voor de duur van ten minste drie maanden;
- zich ter controle onder elektronisch toezicht zal stellen van de gecertificeerde
7.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
[slachtoffer 1]heeft een vordering tot schadevergoeding van € 3.687,28 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die hij als gevolg van het ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit reiskosten € 62,28, kleding € 125,00 en immateriële schade € 3.500,00.
[slachtoffer 2]heeft een vordering tot schadevergoeding van € 5.464,09 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die hij als gevolg van het ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit reiskosten € 105,00, kleding € 125,00, eigen risico zorgverzekering € 144,09, daggeldvergoeding ziekenhuis € 90,00 en immateriële schade € 5.000,00.
8.Vordering tot tenuitvoerlegging
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
jeugddetentievoor de duur van
EENENZEVENTIG (71) DAGEN.
HONDERD (100) URENtaakstraf in de vorm van een
werkstraf, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door vijftig dagen jeugddetentie, met bevel dat een gedeelte groot
VIJFTIG (50) UREN, bij niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door vijfentwintig dagen jeugddetentie,
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van
twee jaren.
- een nuttige dagbesteding heeft die bestaat uit Back on Track en aansluitend school en/of werk, alles ter beoordeling van de jeugdreclassering;
- zijn medewerking verleent aan begeleiding vanuit Accuraat of een ander passende woonvoorziening;
- zijn medewerking verleent aan IFA en Back on Track van Spirit;
- zijn medewerking verleent aan de behandeling bij De Waag;
- op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]
- zich
- zich
- zich
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 1.687,28, bestaande uit € 187,28 voor de materiële en
€ 1.500,00 voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 21 oktober 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 1] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
[slachtoffer 2]geleden schade tot een bedrag van
€ 2.964,09, bestaande uit € 464,09 voor de materiële en
€ 2.500,00 voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 21 oktober 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 2] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
VEERTIG (40) URENsubsidiair 20 dagen jeugddetentie, opgelegd bij vonnis van de meervoudige strafkamer van deze rechtbank van 7 februari 2019.