Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
hij op of omstreeks [datum] te [plaats] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan slachtoffer [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 1] , opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
-meerdere malen voornoemde slachtoffer(s) heeft/hebben geslagen/gestompt en/of
-met een mes, althans een scherp (steek)voorwerp in de buik en/of rug en/of hoofd, althans het lichaam van voornoemde slachtoffer(s) heeft/hebben gestoken/geprikt en/of
-een mes, althans een dergelijke scherp (steek)voorwerp (dreigend) voorhanden heeft/hebben gehad en/of getoond en/of (daarmee) een zwaaiende/stekende beweging(en) in de richting van het hoofd en/of het lichaam van voornoemde slachtoffers heeft/hebben gemaakt,
15-258936-19, ten laste gelegd dat:
- samen naar voornoemde [slachtoffer 1] is/zijn toegelopen en/of
- meermalen aan de tas van [slachtoffer 1] heeft/hebben getrokken en/of
- in de buik, in elk geval tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer 1] heeft/hebben gestompt en/of geslagen en/of
- (hierbij) heeft/ hebben gezegd: “loop mee” en/of
- voornoemde [slachtoffer 1] in het gezicht heeft/hebben geslagen en/of heeft/ hebben geduwd.
2.Voorvragen
3.Bewijs
Ik zag dat [slachtoffer 2] mij wilde helpen en hij stuurde ze de garagebox uit. We begonnen toen met elkaar te vechten. [verdachte] hield het mes in zijn rechterhand en begon hiermee om zich heen te zwaaien. Hij zwaaide met dit mes in mijn richting. Ik stond een (1) of twee (2) meter van hem vandaan.
A: Man 1.
V: Waar haalde man 1 die machete vandaan?
A: Vanuit zijn linkerbeen. Hij deed zijn joggingbroek naar voren en toen haalde hij hem zo uit zijn broek.
V: Hadden man 2 en man 3 ook nog een mes bij zich?
A: Man 3 weet ik niet zeker, maar er was nog een mes. Dat was een mes van 10 á 15 centimeter. Dat was meer een puntiger mes, wat meer steekgericht. Volgens mij kwam die uit man 2 zijn broekzak.
A: Door nummer 3 met die machete tegen mijn hoofd.
V: Man 3 heeft jou met die machete op jouw hoofd geslagen?
A: Ja. Dat was wel redelijk tegen het einde aan. Daarvoor heb ik hem ook op mijn hand gekregen maar ik zou niet meer weten op welk moment dat gebeurd is. Maar dat is volgens mij wel met die machete gebeurd. De kans is groot dat dit door man 3 is gebeurd.
A: [getuige] stond volgens mij buiten de hele tijd. En [slachtoffer 1] ging ook mee vechten. Hij is ook een (1) keer in zijn buik gestoken.
A: Ja.
V: Dat weet je 100% zeker?
A: Ja.
V: En je bent ook op je hand geraakt maar hebt niet gezien wanneer dat gebeurd is.
A: Nee. Maar toen hij mij op mijn hoofd sloeg toen stond ik, ik stond net op en toen zag ik hem zwaaien en toen was het pok. Dus dat heb ik wel echt gezien.
NN1 en [slachtoffer 2] vielen tijdens het gevecht op de grond. Ik zag dat de machete op de grond viel. Ik zag dat NN3 de machete oppakte toen die op de grond viel. Ik zag dat NN1 voor [slachtoffer 2] stond en hem een vasthield bij zijn trui ter hoogte van zijn borst. NN3 stond op dat moment achter NN1. Ik zag dat NN3 met de machete een slaande beweging maakte over NN1 heen. Ik zag dat [slachtoffer 2] door de machete geraakt werd. Dit moet wel op zijn hoofd geweest zijn want daar had hij veel bloed en op zijn schouders zag ik niks.
hij op [datum] te [plaats] , tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan slachtoffer [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
-meerdere malen voornoemde slachtoffers heeft/hebben geslagen en
-met een mes in de buik en hoofd van voornoemde slachtoffers heeft/hebben gestoken en
-met een mes zwaaiende/stekende bewegingen in de richting van het lichaam van voornoemde slachtoffers heeft/hebben gemaakt,
- meermalen aan de tas van [slachtoffer 1] heeft getrokken en
- tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer 1] heeft geslagen en
- voornoemde [slachtoffer 1] in het gezicht heeft geslagen en heeft geduwd.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sancties
- meewerkt aan hulpverlening van de Hoofdtrainer;
- meewerkt aan hulpverlening nader te bepalen door de Jeugdreclassering;
- verboden wordt contact te leggen of te laten leggen met de slachtoffers en de mededader [medeverdachte 2] voor drie maanden;
- onderwijs volgt tot het behalen van zijn diploma of startcertificaat;
7.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
[slachtoffer 1]heeft een vordering tot schadevergoeding van € 3.687,28 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die hij als gevolg van het ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit reiskosten € 62,28, kleding € 125,00 en immateriële schade € 3.500,00.
[slachtoffer 2]heeft een vordering tot schadevergoeding van € 5.464,09 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die hij als gevolg van het ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit reiskosten € 105,00, kleding € 125,00, eigen risico zorgverzekering € 144,09, daggeldvergoeding ziekenhuis € 90,00 en immateriële schade € 5.000,00.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
jeugddetentievoor de duur van
TACHTIG (80) DAGEN.
ZEVENTIG (70) DAGEN nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van
twee jaren.
- meewerkt aan hulpverlening van de Hoofdtrainer;
- meewerkt aan hulpverlening, zoals MST, nader te bepalen door de jeugdreclassering;
- op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]
- onderwijs volgt tot het behalen van zijn diploma of startcertificaat;
TACHTIG (80) URENtaakstraf in de vorm van een
werkstraf, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door VEERTIG (40) dagen jeugddetentie.
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 1.687,28, bestaande uit € 187,28 voor de materiële en € 1.500,00 voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 21 oktober 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 1] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[slachtoffer 2]geleden schade tot een bedrag van
€ 2.964,09, bestaande uit € 464,09 voor de materiële en € 2.500,00 voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 21 oktober 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 2] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 347,88, bestaande uit € 97,88 voor de materiële en € 250,00 voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 juli 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 1] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.