Op 19 maart 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland in Alkmaar een bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis van een verdachte gegeven. De verdachte, die gedetineerd is in P.I. Utrecht, is beschuldigd van het bezit van aanzienlijke hoeveelheden harddrugs, waaronder MDMA, amfetamine en cocaïne, en van het dealen in deze stoffen. Tijdens de zitting is een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis ingediend, waarbij de coronacrisis als nieuw aspect werd ingebracht. De rechtbank heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van de gebruikelijke criteria, maar ook rekening gehouden met de bijzondere omstandigheden die de coronacrisis met zich meebrengt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gezondheid van de verdachte, die 67 jaar oud is, kwetsbaar is en dat de detentieomstandigheden door de coronamaatregelen zijn verslechterd. De officier van justitie heeft zich niet verzet tegen de schorsing, mede omdat de verdachte een first offender is en het opsporingsonderzoek hinder ondervindt van de coronacrisis. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten de voorlopige hechtenis te schorsen onder strikte voorwaarden, waaronder het melden bij de reclassering en het niet contact opnemen met bepaalde personen. De beslissing is genomen in raadkamer, waarbij de rechtbank de belangen van de verdachte en de maatschappelijke veiligheid zorgvuldig heeft afgewogen.