Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Turk Havayollari A.O.
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
€ 400,00 vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van de vlucht tot aan de dag van betaling, alsmede tot betaling van de buitengerechtelijke kosten ad € 60,00 en tot betaling van de kosten van dit geding.
€ 400,00. AirHelp heeft namens de passagier compensatie van de luchtvaartmaatschappij gevorderd in verband met voornoemde vertraging (de kantonrechter begrijpt: annulering). De luchtvaartmaatschappij heeft geweigerd tot betaling over te gaan. Namens AirHelp heeft gemachtigde op 11 februari 2019 schriftelijk aangemaand tot betaling over te gaan uiterlijk twee weken later, aan welke aanmaning de luchtvaartmaatschappij geen gevolg heeft gegeven.
4.Het verweer
De beoordeling in het voorwaardelijk incident tot tussenkomst en in de hoofdzaak
“Tussen de passagier en Airhelp is geen ‘cessie ter incasso’ met privatieve werking overeengekomen, waarbij de passagier als volmachtgever het betreffende recht niet meer zelf kan uitoefenen. Die constructie volgt niet uit het door Turkish Airlines bedoelde ‘assignment form’ en is ook nooit de bedoeling geweest van partijen (Haviltex). Het vorderingsrecht is bovendien niet gekocht van de passagier. Waarom zou een passagier het vorderingsrecht ‘om niet’ overdragen aan een derde? Overigens beroept de passagier zich ook niet op enig rechtsgevolg van dit stuk. Het is ook niet in het geding gebracht door de passagier. De passagier staat dus volledig in zijn recht om in eigen naam een procedure te voeren. Het feit dat Airhelp als tussenpersoon tussen de passagier en de gemachtigde heeft opgetreden maakt dit niet anders. Er is geen enkele twijfel over het feit dat het vorderingsrecht berust bij de passagier.”
op eigen naam maar voor rekening van AirHelp te incasseren en procederen (..)”. Met deze verklaring wordt, ondanks de eerdere ontkenningen, in feite ondubbelzinnig erkend dat niet de passagier, maar AirHelp de gerechtigde is tot de veronderstelde vordering, waarmee ook is komen vast te staan dat de vordering van de passagier eerder aan AirHelp is overgedragen. Op de pleidooizitting heeft de gemachtigde van de passagier erkend dat de passagier het Assignment Form heeft ondertekend waarmee de veronderstelde vordering aan AirHelp is overgedragen.
“The client hereby assigns to AirHelp full ownership and legal title to his/her Claim pursuant to Regulation 261/04 and the Montreal Convention 1999 in relation to the above operated flight(s) identified by booking reference pursuant to the T&C.”In het formulier staat aldus dat de passagier de volledige eigendom van zijn vordering overdraagt aan AirHelp. Met het Assignment Form is voldaan aan het vereiste van een akte in de zin van artikel 3:94 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Nu in de dagvaarding staat dat de gemachtigde namens AirHelp op 11 februari 2019 Turkish Airlines schriftelijk tot betaling heeft aangemaand, en zodoende de in artikel 3:94 lid 1 BW bedoelde mededeling aan Turkish Airlines heeft gedaan, is voldaan aan de twee constitutieve vereisten, zodat sprake van een rechtsgeldige cessie van het vorderingsrecht van de passagier aan AirHelp.
Het klopt, wij vragen geen uitdrukkelijke bevestiging van de passagiers. Dat is ook bijna niet te doen als je zoveel zaken hebt met zoveel passagiers. Wij gaan uit van impliciete machtiging van de passagiers. Het draait allemaal om het assignment formulier. (..) Er is in deze zaken wel een assignment formulier. Daarin staat dat AirHelp een machtiging heeft om de passagier in rechte te vertegenwoordigen. Daar staat niet met zoveel woorden in, in naam van AirHelp of in naam van de passagier.”
“ If the assignment pursuant to this assignment form is declared invalid for any reason, the assignment form shall be considered a power of attorney granted by the Client to AirHelp, pursuant to which AirHelp is granted exclusive power, with full substitution right, to: (….) initiate, conduct and undertake every type of negotiation as well as legal – judicial and extrajudicial – measures appropriate to collect Client’s claim from the operating carrier.”De door AirHelp op haar formulieren vermelde Nederlandse vertaling van het bovenstaande luidt:
“Indien de opdracht op grond van deze volmacht om welke reden dan ook ongeldig wordt verklaard, zal deze volmacht gezien worden als een machtiging van de klant naar AirHelp, op grond waarvan AirHelp exclusieve bevoegdheid wordt verleend, met volledig recht van substitutie, om: (….) elke vorm van onderhandelen te initiëren, uit te voeren en te ondernemen van zowel juridische –gerechtelijke en buitengerechtelijke – passende maatregelen om de claim van de klant te innen van de uitvoerende luchtvaartmaatschappij.”Nu, zoals in r.o. 5.8. is overwogen, sprake is van een rechtsgeldige cessie van de passagier aan AirHelp, kan de kantonrechter hierin geen machtiging lezen, impliciet of expliciet, door de passagier aan AirHelp of aan de gemachtigde van AirHelp om op naam en voor risico van de passagier een gerechtelijke procedure te entameren. Dit, samen met de verklaring van de gemachtigde op de pleidooizitting over “impliciete machtiging”, was voor de kantonrechter aanleiding om de gemachtigden uitdrukkelijk te vragen om een deugdelijke machtiging van de passagier, waaruit blijkt dat deze de gemachtigden opdracht heeft gegeven tot, dan wel heeft ingestemd met, althans op de hoogte is van het voeren van een procedure op zijn naam en op zijn risico. Om praktische redenen heeft de kantonrechter dit verzoek beperkt tot twee (van de 59) zaken.
6.De beslissing
€ 1.291,48 aan salaris gemachtigde;