ECLI:NL:RBNHO:2020:1807

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 februari 2020
Publicatiedatum
10 maart 2020
Zaaknummer
7549057 / CV EXPL 19-2157
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht door zieke passagier en buitengewone omstandigheden

In deze zaak heeft de passagier een vordering ingesteld tegen American Airlines wegens compensatie voor een vertraging van meer dan drie uur van haar vlucht van Philadelphia naar West Palm Beach op 16 mei 2018. De passagier vorderde een schadevergoeding van € 600,00 op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering, annulering of langdurige vertraging van vluchten. American Airlines betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging was veroorzaakt door een zieke passagier, wat volgens hen een buitengewone omstandigheid vormde.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagier met een vertraging van meer dan drie uur op de eindbestemming is aangekomen en dat American Airlines gehouden is tot compensatie, tenzij zij kan aantonen dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden. De rechter heeft de argumenten van American Airlines beoordeeld en geconcludeerd dat de vertraging van 12 minuten, veroorzaakt door de zieke passagier, als een buitengewone omstandigheid kan worden aangemerkt. Na aftrek van deze 12 minuten resteerde er een vertraging van 2 uur en 56 minuten, wat minder is dan de drie uur die nodig is voor compensatie.

Daarom heeft de kantonrechter de vordering van de passagier afgewezen en haar veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De rechter oordeelde dat de passagier niet had aangetoond dat de procedure voorkomen had kunnen worden als American Airlines eerder informatie had verstrekt. Het vonnis is uitgesproken op 26 februari 2020 door de kantonrechter C.E. van Oosten-van Smaalen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7549057 \ CV EXPL 19-2157
Uitspraakdatum: 26 februari 2020
Vonnis in de zaak van:
[de passagier]
wonende te [woonplaats]
eiseres
hierna te noemen de passagier
gemachtigde A.M.C. Doornbos (Yource B.V.)
tegen
de rechtspersoon naar het recht van de plaats van haar vestiging
American Airlines Inc.
statutair gevestigd te Wilmington, Delaware (Verenigde Staten van Amerika)
gedaagde
hierna te noemen American Airlines
gemachtigde mr. M. Lustenhouwer

1.Het procesverloop

1.1.
De passagier heeft bij dagvaarding van 29 januari 2019 een vordering tegen American Airlines ingesteld. American Airlines heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagier heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna American Airlines een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagier heeft met American Airlines een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan American Airlines de passagier diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport via Philadelphia naar West Palm Beach op 16 mei 2018.
2.2.
De vlucht van Philadelphia naar West Palm Beach (hierna de vlucht) heeft meer dan drie uur vertraging opgelopen.
2.3.
De passagier heeft compensatie van American Airlines gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
American Airlines heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagier vordert dat American Airlines bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 600,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 29 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 181,50 althans € 108,90 althans een in goede justitie te bepalen bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 29 januari 2019;
- de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen.
3.2.
De passagier heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagier stelt dat American Airlines vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is de passagier te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 600,00.

4.Het verweer

4.1.
American Airlines betwist de vordering. Op haar verweer wordt bij de beoordeling ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Vast staat dat de passagier met een vertraging van meer dan drie uur op de eindbestemming is aangekomen. American Airlines is dus gehouden de passagier te compenseren, tenzij American Airlines kan aantonen dat de vertraging is ontstaan als gevolg van een buitengewone omstandigheid.
5.3.
Voor de beantwoording van de vraag wat moet worden verstaan onder buitengewone omstandigheden verwijst de kantonrechter allereerst naar overweging 14 van de considerans bij de Verordening, waarin staat dat buitengewone omstandigheden zich met name kunnen voordoen in gevallen van politieke instabiliteit, weersomstandigheden die uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen, beveiligingsproblemen, onverwachte vliegveiligheidsproblemen en stakingen die gevolgen hebben voor de vluchtuitvoering van de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert. Hiernaast verwijst de kantonrechter naar jurisprudentie van het HvJ EU waarin is uitgemaakt dat het bij buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van redelijke maatregelen niet konden worden voorkomen, gaat om omstandigheden die verband houden met een gebeurtenis die, evenals die welke in overweging 14 van de Verordening zijn opgesomd, niet inherent is aan de normale uitoefening van de activiteiten van de betrokken luchtvaartmaatschappij, en deze hierop geen daadwerkelijke invloed kan uitoefenen wegens de aard of oorsprong van die gebeurtenis (zie o.a. HvJ EU 17 september 2015 C-257/14 Van der Lans-KLM).
5.4.
American Airlines voert aan dat sprake is van buitengewone omstandigheden in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening. Vlucht AA1680 is met een vertraging van 3 uur en 8 minuten op de eindbestemming aangekomen. Een deel van de vertraging, in totaal 12 minuten, is veroorzaakt doordat er nadat de deuren van het toestel waren gesloten en het toestel gereed stond voor vertrek, een passagier aangaf ziek te zijn. De aviobrug moest opnieuw worden aangesloten zodat de zieke passagier van boord kon worden gelaten. American Airlines kan geen invloed uitoefenen op de gezondheid van de passagiers. Dergelijke voor de luchtvaartmaatschappij van buiten komende omstandigheden kwalificeren dus als buitengewone omstandigheden, aldus American Airlines.
5.5.
De kantonrechter is van oordeel dat American Airlines voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de vlucht met 12 minuten is vertraagd vanwege een zieke passagier. American Airlines doet een beroep op een e-mail van 24 april 2019. In het e-mailbericht staat onder meer; “(…)
DCL/DOOR CLOSED/2320/16MAY182322/QIK (…) 2329…SICK PAX ON BRD AC DOOR HAD TO BE 34 REOPEN/16 MAY182329/QIK 35 2332…DOOR RECLOSE/16 MAY182332/QIK(…)”.De kantonrechter begrijpt hieruit dat om 23:20 uur de deuren van het toestel zijn gesloten en dat om 23:29 uur de deuren van het toestel weer zijn geopend vanwege de zieke passagier en dat vervolgens om 23:32 uur de deuren van het toestel weer zijn gesloten. Voort volgt uit de Flight History eveneens dat sprake is geweest van een zieke passagier “(…)
PILOT CONX CODE FP2. 12 MINS OB ILL INJ CODE PR3. CAPT CONX FROM 2017/SICK PAX AT DEPARTURE(…)”.
5.6.
Vervolgens dient de kantonrechter de vraag te beantwoorden of American Airlines de benodigde redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging te voorkomen. De kantonrechter beantwoordt deze vraag bevestigend.
5.7.
Bij een vertraging die niet alleen is veroorzaakt door buitengewone omstandigheden maar ook door andere omstandigheden, dient de vertraging die valt toe te rekenen aan buitengewone omstandigheden te worden afgetrokken van de totale duur van de aankomstvertraging van de betrokken vlucht (zie de uitspraak van het Hof van Justitie van 4 mei 2017 inzake Pešková, ECLI:EU:C:2017:342). Gelet hierop dient de totale vertraging van 3 uur en 8 minuten te worden verminderd met de tijd die aan de buitengewone omstandigheid te wijten is, namelijk 12 minuten. Na aftrek resteert een vertraging van 2 uur en 56 minuten, derhalve minder dan drie uur. De vordering van de passagier dient daarom te worden afgewezen.
5.8.
De proceskosten komen voor rekening van de passagier, omdat deze ongelijk krijgt. Weliswaar heeft de passagier verzocht American Airlines ook in het geval zij wordt gevolgd in haar stelling dat sprake is van een buitengewone omstandigheid in de proceskosten te veroordelen, maar dat verzoek wordt afgewezen. Gesteld noch gebleken is dat de passagier niet tot dagvaarding over zou zijn gegaan als zij voorafgaande aan de procedure door American Airlines in kennis zou zijn gesteld van feiten en omstandigheden die pas in deze procedure bij de passagier bekend zijn geworden. Er is daarom geen grond voor de stelling dat deze procedure voorkomen had kunnen worden als American Airlines in een eerder stadium meer informatie zou hebben gegeven.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt de passagier tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor American Airlines worden vastgesteld op een bedrag van € 240,00 aan salaris van de gemachtigde van American Airlines;
6.3.
veroordeelt de passagier tot betaling van € 60,00 aan nakosten, voor zover deze kosten daadwerkelijk door American Airlines worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
6.4.
verklaart dit vonnis, voor wat betreft de proceskostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E. van Oosten-van Smaalen, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter