ECLI:NL:RBNHO:2020:1775

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 maart 2020
Publicatiedatum
9 maart 2020
Zaaknummer
C/15/297113 / HA ZA 19-795
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in incident tot vrijwaring in civiele procedure met meerdere gedaagden en vorderingen tot vernietiging en schadevergoeding

In deze civiele procedure, die zich afspeelt voor de Rechtbank Noord-Holland, is op 11 maart 2020 vonnis gewezen in een incident tot vrijwaring. De zaak betreft een geschil tussen meerdere partijen, waaronder [eiser 1] c.s. en Groza c.s., waarbij [eiser 1] c.s. vorderingen hebben ingesteld tot vernietiging en ontbinding van koopovereenkomsten, alsook een schadevergoeding. De eisers stellen dat de percelen voor een te hoge waarde zijn verkocht door Groza, en dat er sprake is van misleiding, dwaling, bedrog of misbruik van omstandigheden. Daarnaast is er een beroep gedaan op artikel 1:88 BW en de pauliana ex artikel 3:45 BW.

Groza c.s. heeft in het incident verzocht om Aktua c.s. in vrijwaring op te roepen, stellende dat zij geen verwijt treft en dat eventuele schade het gevolg kan zijn van handelingen van medewerkers van Aktua. [eiser 1] c.s. hebben verweer gevoerd en aangevoerd dat Groza c.s. niet voldoende heeft aangetoond dat Aktua c.s. gehouden is om de gevolgen van een veroordeling in de hoofdzaak te dragen. De rechtbank heeft geoordeeld dat er voldoende gronden zijn om de incidentele vordering tot vrijwaring toe te wijzen, en dat de procedures niet gesplitst hoeven te worden, ondanks de mogelijke vertraging die dit met zich mee kan brengen.

De rechtbank heeft verder beslist dat geen van de partijen als in het ongelijk gestelde partij kan worden beschouwd, waardoor de proceskosten worden gecompenseerd. De zaak zal op 22 april 2020 weer op de rol komen voor conclusie van antwoord aan de zijde van Groza c.s. Dit vonnis is uitgesproken door mr. H.A. Pott Hofstede.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/297113 / HA ZA 19-795
Vonnis in incident van 11 maart 2020
in de zaak van

1.[eiser 1],

wonende te [plaats 1], gemeente [gemeente],
2.
[eiser 2],
wonende te [plaats 1], gemeente [gemeente],
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HET KRAAIENNEST HOLDING B.V.,
statutair gevestigd te Andijk,
eisers in de hoofdzaak,
verweerders in het incident,
advocaat mr. F.J. Laagland te Eindhoven,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GROZA B.V.,
statutair gevestigd en kantoor houdende te Haarlem,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BMBN B.V.,
statutair gevestigd te Weert en kantoor houdende te Haarlem,
3.
[gedaagde 1],
wonende te [plaats 2],
gedaagden in de hoofdzaak,
eisers in het incident,
advocaat mr. F.J. van Velsen te Haarlem,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AKTUA VASTGOED B.V.,
statutair gevestigd te Nieuw-Vennep (gemeente Haarlemmermeer) en kantoor houdende te Heemstede,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SYLVESTRE BEHEER B.V.,
statutair gevestigd te Nieuw-Vennep (gemeente Haarlemmermeer) en kantoor houdende te Heemstede,
6.
[gedaagde 2],
wonende te Heemstede,
gedaagden in de hoofdzaak,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna [eiser 1] c.s., Groza c.s. en Aktua c.s. genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de akte overlegging producties van de zijde van [eiser 1] c.s.
  • de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring
  • de incidentele conclusie van antwoord.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De beoordeling in het incident

2.1.
[eiser 1] c.s. vorderen in de hoofdzaak vernietiging, althans ontbinding van 56 koopovereenkomsten voor de koop van percelen, althans (meer subsidiair) betaling van een schadevergoeding. [eiser 1] c.s. leggen aan de vorderingen ten grondslag dat de percelen voor een veel te hoge waarde door Groza zijn verkocht en sprake is van misleiding, althans dwaling, althans bedrog dan wel misbruik van omstandigheden. Voorts is door Fransen een beroep gedaan op artikel 1:88 BW en is door de Kwekerij de pauliana ex artikel 3:45 BW ingeroepen.
2.2.
Groza c.s. vordert dat haar wordt toegestaan Aktua c.s. (gedaagden sub 4 t/m 6 in de hoofdzaak) in vrijwaring op te roepen. Zij stelt dat zij ten aanzien van [eiser 1] de zorgvuldigheid in acht genomen heeft die van haar verwacht mocht worden en dat haar geen verwijt treft. Indien desondanks in de hoofdzaak anders wordt geoordeeld, zal dat volgens Groza c.s alleen gelegen kunnen zijn in verwijtbare handelingen door de medewerkers van Aktua, de bij de transacties betrokken makelaar, waar Groza geen weet van heeft gehad. Indien Groza dan wel haar directie hoofdelijk aansprakelijk wordt gehouden voor de schade die [eiser 1] (c.s.) als gevolg daarvan heeft geleden, dient in dat geval in de interne verhouding binnen die hoofdelijkheid Aktua c.s. op te komen voor de gehele schade, aldus Groza c.s.
2.3.
[eiser 1] c.s. voert verweer. Zij voeren aan dat Groza c.s. in de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring niet naar voren hebben gebracht dat Aktua c.s. krachtens enige rechtsverhouding met Groza c.s. gehouden is de nadelige gevolgen voor Groza c.s. in de hoofdzaak te dragen. Om die reden verzoeken zij de rechtbank de gevorderde vrijwaring af te wijzen. Daarnaast zou de oproeping in vrijwaring voor de nodige vertraging zorgen in de hoofdzaak. Zij verzoeken dan ook dat bij toewijzing de procedures te splitsen om onredelijke en onnodige vertraging te voorkomen. Subsidiair refereren zij zich aan het oordeel van de rechtbank.
2.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
2.5.
Voor toewijzing van een incidentele vordering tot oproeping in vrijwaring is vereist dat eiser in het incident, de gewaarborgde, zich met redenen omkleed beroept op een rechtsverhouding met een derde, de waarborg, die meebrengt dat de waarborg verplicht is om de nadelige gevolgen van een eventuele veroordelende beslissing tegen de gewaarborgde in de hoofdzaak te dragen.
2.6.
Gelet op de samenwerking tussen Groza c.s. en Aktua c.s. bij het tot stand komen van de koopovereenkomsten die in de hoofdzaak onderwerp van het geschil zijn, valt niet op voorhand uit te sluiten dat Aktua c.s. gehouden kan worden om in de interne verhouding met Groza c.s. laatstgenoemden te vrijwaren voor de gevolgen van een veroordelend vonnis in de hoofdzaak. Om die reden is de rechtbank van oordeel dat de incidentele vordering moet worden toegewezen, omdat de aangevoerde gronden die vordering kunnen dragen. De rechtbank ziet vooralsnog geen aanleiding de vrijwaringsprocedure en de hoofdzaak te splitsen. De enkele stelling dat als gevolg van de vrijwaring enige vertraging zal optreden, is daartoe onvoldoende.
2.7.
Naar het oordeel van de rechtbank kan in het incident geen van partijen als de in het ongelijk gestelde partij worden beschouwd. Daarom zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.De beslissing

De rechtbank
in het incident
3.1.
staat toe dat:
  • de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Aktua Vastgoed B.V., kantoor houdende te (2102 LE) Heemstede aan de Van den Eijndekade 6, 2de verdieping (6-c),
  • de besloten vennootschap Sylvestre Beheer B.V., kantoor houdende te (2102 LE) Heemstede aan de Van den Eijndekade 6 c,
  • [gedaagde 2], wonende te ([adres],
door Groza c.s. worden gedagvaard tegen de terechtzitting van 22 april 2020,
3.2.
compenseert de kosten van het incident tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
in de hoofdzaak
3.3.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
22 april 2020voor conclusie van antwoord aan de zijde van Groza c.s.;
3.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Pott Hofstede en in het openbaar uitgesproken op 11 maart 2020. [1]

Voetnoten

1.type: 1155