Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Royaal Vastgoed B.V.
1.Het procesverloop
2.De feiten
“Statement of Account”van de bank Emirates NBD, één van de grootste bankgroepen in het Midden-Oosten. Op deze
“Statement of Account”stonden de namen van [contact 1] en [contact 2] en de vermelding van een overboeking op 2 april 2019 aan een notariskantoor van een bedrag van ruim 19 miljoen dollar, met de melding
“Approved by Mr. [verweerder] ”. Er volgde geen betaling.
“Statement of Account”waarin een overboeking van ruim 33 miljoen dollar wordt genoemd. Betaling vond niet plaats.
“Statement of Account”van [verweerder] , dit keer voor een betaling van ruim 34 miljoen dollar. Er volgde geen betaling.
“Statement of Account”nader onderzocht en is zij tot de conclusie gekomen dat deze allemaal vervalst moeten zijn.
“Statement of Account”, zoals hiervoor weergegeven onder punt 2.20. [verweerder] heeft in dat gesprek geen verklaring daarvoor kunnen geven.
“Statement of Account”, zelf heeft gemaakt, heeft geregisseerd en in scene heeft gezet.
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
“Statement of Account”, alle overeenkomsten met [contact 1] en [contact 2] , en alle verhalen over de interesse van rijke investeerders in een relatie met Royaal Vastgoed, heeft verzonnen en in scene heeft gezet. Uit de stukken en het rapport van Hoffmann blijkt immers duidelijk dat alle e-mails van [contact 1] , [contact 2] en [naam bedrijf] vals zijn, omdat deze afkomstig zijn uit Nederland, en niet uit India of elders, dan wel afkomstig zijn van niet bestaande e-mailadressen en domeinnamen, en dat alle versies van de
“Statement of Account”zijn vervalst.
“Statement of Account”vervalst zijn. Volgens [verweerder] is hij daarvoor niet verantwoordelijk, maar [bestuurder 1] en [bestuurder 2] . [verweerder] stelt dat [bestuurder 1] en [bestuurder 2] voor die vervalsingen de laptop van [verweerder] hebben gebruikt, waar zij volgens [verweerder] ook toegang toe hadden. Verder zouden [bestuurder 1] en [bestuurder 2] ook de opdracht hebben gegeven aan [verweerder] om valse e-mails van [contact 1] , [contact 2] of [naam bedrijf] aan zichzelf te sturen. Ook voor die stelling van [verweerder] is geen enkele steun te vinden en [verweerder] heeft op de zittingen niet kunnen uitleggen waarom [bestuurder 1] en [bestuurder 2] dat allemaal zouden hebben gedaan. Bovendien heeft de kantonrechter met partijen op de zitting van 16 september 2019 videobeelden bekeken van eerdergenoemd gesprek op 8 augustus 2019, waaruit onder meer blijkt dat [bestuurder 1] en [bestuurder 2] aan [verweerder] vragen wat het wachtwoord is van de laptop van [verweerder] , waarop [verweerder] dat wachtwoord geeft. Hieruit blijkt dat [bestuurder 1] en [bestuurder 2] dat wachtwoord niet kenden en dus geen toegang hadden tot de laptop van [verweerder] . Ook blijkt uit die opname dat [verweerder] met geen woord rept over zijn stelling dat hij de valse e-mails en stukken in opdracht van [bestuurder 1] en [bestuurder 2] zou hebben gemaakt, wat voor de hand zou hebben gelegen als dat echt het geval was geweest.
€ 28.147,72 aan reis- en verblijfkosten en € 136.680,00 aan gederfde winst.
€ 21.669,64 heeft betaald, met name voor kosten van hotels, huurauto’s, maaltijden en visa. In totaal gaat het dus om een schade van € 28.729,12. [verweerder] is daarvoor aansprakelijk. Die kosten zijn immers uitsluitend gemaakt met het oog op de vals gebleken contacten en overeenkomsten met [contact 1] en [contact 2] , en zijn dus het directe gevolg van het bedrog door [verweerder] . Omdat Royaal Vastgoed haar vordering op dit punt op de zitting van 16 september 2019 heeft verminderd tot een bedrag van € 28.147,72, zal [verweerder] worden veroordeeld tot betaling van dat bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van opeisbaarheid tot de dag van gehele betaling.
“gouden deal”van 30 miljoen euro die [verweerder] hen voorhield, hun aandacht en tijd vanaf april 2019 volledig hebben gericht op de door [verweerder] genoemde potentiële nieuwe klanten, waardoor zij zich niet hebben kunnen richten op overige investeerders en mogelijk ook andere nieuwe klanten zijn misgelopen. De schade heeft Royaal Vastgoed bepaald aan de hand van een vergelijking van de winst in de periode december 2018 tot en met maart 2018 met de winst in de periode van april 2019 tot en met juli 2019, hetgeen leidt tot een volgens Royaal Vastgoed gederfde winst van € 136.680,00. [verweerder] heeft de genoemde cijfers betwist en heeft erop gewezen dat er geen jaarstukken of een verklaring van een account zijn overgelegd, terwijl volgens [verweerder] ook een causaal verband ontbreekt en er sprake is van eigen schuld van Royaal Vastgoed.
statementsvan banken. Onder die omstandigheden is begrijpelijk dat [bestuurder 1] en [bestuurder 2] daarin lange tijd zijn meegegaan en daarin veel tijd hebben gestoken. Bovendien is er ook gelet op de aard van de aansprakelijkheid en de ernst van het bedrog van [verweerder] geen grond om de schade voor een deel aan Royaal Vastgoed toe te rekenen.
Duka/Achmea)). Het voorgaande geldt ook ten aanzien van een verweerder die zich in een zaak tegen vorderingen of verzoeken verdedigt (zie de uitspraak van de Hoge Raad van 15 september 2017, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl onder nummer ECLI:NL:HR: 2017:2360 (
Vehmeijer/Janssens)).