ECLI:NL:RBNHO:2020:1342
Rechtbank Noord-Holland
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van huurovereenkomst wegens aanhoudende tekortkomingen en overlast door huurder
In deze zaak heeft de stichting Woonwaard Noord-Kennermerland (hierna: Woonwaard) een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die sinds 1996 een woning huurt van Woonwaard. De vordering betreft de ontbinding van de huurovereenkomst wegens verschillende tekortkomingen van de gedaagde, waaronder het veroorzaken van overlast aan omwonenden en het niet naleven van afspraken uit een vaststellingsovereenkomst. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde herhaaldelijk in strijd heeft gehandeld met de huurovereenkomst en de vaststellingsovereenkomst, ondanks eerdere waarschuwingen en een laatste kans die hem was geboden. De rechter heeft geoordeeld dat de tekortkomingen van de gedaagde ernstig zijn en dat de ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is. De gedaagde is veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis, met een dwangsom voor het geval hij hieraan niet voldoet. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van huurachterstand, verbeurde boetes en proceskosten. De rechter heeft de vordering van Woonwaard in zijn geheel toegewezen, met uitzondering van enkele onvoldoende onderbouwde vorderingen.