ECLI:NL:RBNHO:2020:11893

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 december 2020
Publicatiedatum
12 juli 2023
Zaaknummer
8902942 CV 20-6607
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis in civiele procedure met betrekking tot vordering tot betaling en proceskosten

In deze civiele procedure heeft de eisende partij, vertegenwoordigd door Pranger Gerechtsdeurwaarders, de gedaagde partijen gedagvaard. De gedaagde partijen zijn niet verschenen, waardoor de rechtbank verstek heeft verleend. De eisende partij heeft een vordering ingesteld tot betaling van een bedrag van € 6.677,21, vermeerderd met wettelijke rente over een deel van dit bedrag. De rechtbank heeft de gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten afgewezen, omdat niet is aangetoond dat deze kosten daadwerkelijk zijn betaald. De rechtbank heeft de vordering voor het overige toegewezen, aangezien deze niet onrechtmatig of ongegrond werd bevonden. De gedaagde partijen zijn overwegend in het ongelijk gesteld en zijn veroordeeld in de proceskosten. De kantonrechter heeft de gedaagde partijen hoofdelijk veroordeeld tot betaling van het toegewezen bedrag en de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 114,87 voor dagvaardingskosten, € 236,00 voor griffierecht en € 300,00 voor het salaris van de gemachtigde. De veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de vordering voor het overige is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. W.S.J. Thijs op 30 december 2020 in het openbaar, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Grosse verzonden op:
Zaaknr./rolnr.: 8902942 \ CV EXPL 20-6607 / ej
Uitspraakdatum: 30 december 2020

Verstekvonnis in de zaak van:

[eiseres]
te [woonplaats]
de eisende partij
gemachtigde: Pranger Gerechtsdeurwaarders
tegen
1. [gedaagde 1]
2 [gedaagde 2] , vennoot van gedaagde sub 1
3 [gedaagde 3] , vennoot van gedaagde sub 1
te [woonplaats]
de gedaagde partijen
niet verschenen

De procedure

De eisende partij heeft de gedaagde partijen gedagvaard. Tegen de gedaagde partijen is verstek verleend.

De beoordeling

De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten wordt afgewezen, omdat niet is gesteld of gebleken dat deze kosten daadwerkelijk zijn betaald.
De vordering wordt voor het overige toegewezen, omdat deze de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt.
De gedaagde partijen worden overwegend in het ongelijk gesteld en zullen daarom in de proceskosten worden veroordeeld.

De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt de gedaagde partijen tot betaling aan de eisende partij van € 6.677,21, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 6.002,10 vanaf 20 oktober 2020 tot aan de dag van de gehele betaling;
veroordeelt de gedaagde partijen hoofdelijk, zoals hiervoor vermeld, tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van de eisende partij tot en met vandaag vaststelt op:
€ 114,87 wegens dagvaardingskosten,
€ 236,00 wegens griffierecht en
€ 300,00 wegens salaris gemachtigde;
verklaart de veroordeling(en) in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.