ECLI:NL:RBNHO:2020:11874
Rechtbank Noord-Holland
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Toewijzing vordering met ambtshalve toetsing aan consumentenrecht in verstekzaak
In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 3 juni 2020, is de eisende partij, Stichting Hogeschool van [plaats 1], vertegenwoordigd door Swier cs gerechtsdeurwaarders, opgekomen tegen de gedaagde partij, wonende te [plaats 2]. De gedaagde partij is niet verschenen, waardoor verstek is verleend. De kantonrechter heeft de vordering van de eisende partij toegewezen, omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond leek. Bij de beoordeling is ambtshalve getoetst aan het dwingende consumentenrecht, waarbij de kantonrechter concludeert dat de eisende partij geen handelaar is in de zin van het consumentenrecht zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek.
De eisende partij heeft aanspraak gemaakt op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, maar deze vordering is afgewezen. De kantonrechter oordeelt dat niet is aangetoond dat de gedaagde partij een betalingstermijn van 14 dagen is gegeven, zoals vereist door artikel 6:96 lid 6 BW. De kantonrechter verwijst hierbij naar een eerdere uitspraak van de Hoge Raad. De gedaagde partij is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten vergoeden, met uitzondering van de kosten voor een extra akte, die voor rekening van de eisende partij blijven.
In de beslissing heeft de kantonrechter de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van € 687,54, vermeerderd met wettelijke rente, en de proceskosten vastgesteld op een totaal van € 724,09. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. I. de Greef in aanwezigheid van de griffier op de datum van uitspraak.