ECLI:NL:RBNHO:2020:11826
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van overwerkvergoeding en extra beloning in arbeidszaak
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 18 november 2020 uitspraak gedaan in een arbeidsrechtelijke kwestie tussen een eiser, vertegenwoordigd door mr. T. Bouwman-Huisman, en de besloten vennootschap Peter Appel Transport, vertegenwoordigd door mr. S. van Ketel. De eiser vorderde een overwerkvergoeding en extra beloning over de periode van 6 juni 2014 tot en met 30 april 2018. In een eerder vonnis van 1 juli 2020 was de eiser in de gelegenheid gesteld om zijn berekeningswijze nader toe te lichten. De eiser heeft zijn berekening gepresenteerd, waarbij hij alle overwerkvergoedingen en extra beloningen in een tabel heeft opgenomen en deze heeft gespecificeerd per periode en per jaar. Hij betwistte de berekeningsmethode van de gedaagde, die volgens hem niet correct was omdat deze slechts 90% van de waarde van de toeslagen meerekende en slechts 22,75% van het functieloon. De gedaagde, Peter Appel Transport, voerde aan dat de berekening van de eiser niet juist was en dat de vordering niet eenvoudig kon worden vastgesteld.
De kantonrechter heeft de argumenten van beide partijen overwogen en geconcludeerd dat de eiser zijn berekening voldoende inzichtelijk had gemaakt. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet voldoende had betwist dat de eiser het daadwerkelijk aantal werkdagen had meegenomen in zijn berekening. De kantonrechter heeft de vordering van de eiser toegewezen en de gedaagde veroordeeld tot betaling van het netto-equivalent van € 3.842,31 bruto, vermeerderd met wettelijke verhogingen en rente. De gedaagde werd ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die door de kantonrechter zijn vastgesteld op € 600,00. De kantonrechter heeft de vordering voor het overige afgewezen en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.