Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.Het wrakingsverzoek en de standpunten van betrokkenen
3.De beoordeling
‘U vraagt mij of ik bij toeval de vier vliegtickets voor kennissen onder deze EMD heb geboekt’en ‘
Het leek mij makkelijker om mijn bankrekeningnummer aan de familie [naam] door te geven. Ik heb er niet over nagedacht om het bankrekeningnummer van [naam wederpartij] te geven. U vraagt mij of dit toevallig is’en op enig moment heeft zij met een cynische ondertoon de opmerking gemaakt: ‘
U vraagt mij of dit ook toeval is geweest.’Zoals hiervoor is overwogen is het de taak van de rechter vragen te stellen om duidelijkheid te verkrijgen over de feitelijke gang van zaken. Daarbij staat het de rechter vrij een partij kritisch te bevragen door hem te confronteren met (ogenschijnlijke) tegenstrijdigheden in diens verklaringen teneinde een partij de gelegenheid te geven daarop te kunnen reageren. Het gebruik van een cynische ondertoon om zodoende tot uiting te brengen dat een verklaring twijfels oproept, past binnen de grenzen van het kritisch bevragen van een partij. Een dergelijke aanpak wijst niet op vooringenomenheid en wekt daar ook niet gerechtvaardigde vrees voor op.