Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde] ,
[gedaagde],
[gedaagde],
1.De procedure
- het incidenteel vonnis van 13 november 2019;
- het ambtshalve gewezen tussenvonnis van 27 november 2019 waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van de op 12 maart 2020 gehouden comparitie en de daarin genoemde proceshandelingen en processtukken;
- de brief van 23 maart 2020 van de zijde van [gedaagden] in reactie op het proces-verbaal;
- de akte uitlaten benoeming deskundige(n) van de zijde van [eiser] ;
- de akte benoeming deskundige(n) van de zijde van [gedaagden]
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
- Kosten taxateurs € 2.250,00
- Kosten inmeting [bedrijf] € 600,00
- BTW 21% € 598,50
- Leges€ 30,00 +
5.De beslissing
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
- de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
- de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen,
- de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
- de deskundige partijen bij een onderzoek van een object ter plaatse gelegenheid dient te bieden dit onderzoek bij te wonen; indien slechts één partij, althans niet alle partijen, bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig is of zijn, de deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan,
- indien partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd,
- uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
- de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,
7 april 2021,
- indien het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde) termijn is ontvangen: voor akte uitlating voortprocederen aan beide zijden op een termijn van twee weken of
- na ontvangst ter griffie van het deskundigenbericht: voor conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van beide partijen op een termijn van vier weken, waarbij voor [eiser] geldt dat hij tevens kenbaar dient te maken of en zo ja onder welke voorwaarden hij bereid is (een deel van) de langhuisboerderij c.a. toebedeeld te krijgen,