ECLI:NL:RBNHO:2020:11689
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing urgentieverklaring voor huisvesting van een vluchteling met medische problemen
Op 16 november 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser, een uitgenodigd vluchteling uit Syrië, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend. De eiser had een aanvraag ingediend voor een urgentieverklaring voor huisvesting, welke door de gemeente was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de gemeente in redelijkheid kon besluiten dat er geen urgent huisvestingsprobleem was, omdat de eiser ten tijde van het bestreden besluit nog bij zijn ex-partner in de woning woonde. De rechtbank erkende de moeilijke woonsituatie van de eiser, maar concludeerde dat hij feitelijk onderdak had en dat de weigeringsgronden uit de Huisvestingsverordening van toepassing waren. De eiser had ook betoogd dat hij om medische redenen niet op kamers kon wonen, maar de rechtbank vond dat hij onvoldoende had onderbouwd dat kamerbewoning voor hem niet mogelijk was. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser gegrond, vernietigde het bestreden besluit, maar liet de rechtsgevolgen daarvan in stand. De gemeente werd opgedragen het griffierecht te vergoeden en werd veroordeeld in de proceskosten van de eiser.