ECLI:NL:RBNHO:2020:11638
Rechtbank Noord-Holland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Eigen risico zorgkosten naast bestuursrechtelijke premie zorgkosten
In deze zaak heeft de naamloze vennootschap OHRA Zorgverzekeringen NV (hierna: Ohra) een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die verzekerd is bij Ohra tegen ziektekosten. De gedaagde betaalt een bestuursrechtelijke premie aan het CAK en heeft een zorgkostennota van € 122,40 aan eigen risico ontvangen, welke zij niet heeft betaald. Ohra vordert betaling van in totaal € 163,88, bestaande uit de hoofdsom, rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde betwist de vordering en stelt dat haar zorgtoeslag aan Ohra wordt uitbetaald, waardoor zij niet in staat is om het eigen risico te betalen. De kantonrechter heeft de argumenten van de gedaagde verworpen, omdat deze niet voldoende onderbouwd waren. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde gehouden is om de zorgkosten te voldoen, aangezien zij de verschuldigdheid van deze kosten niet heeft betwist. De kantonrechter wijst de vordering van Ohra toe en veroordeelt de gedaagde tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 9 december 2020.