In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 18 februari 2020 uitspraak gedaan in een verzoek tot ondercuratelestelling, bewind en mentorschap. Verzoekster, vertegenwoordigd door mr. M.J.P. Schipper, heeft verzocht om de instelling van bewind en mentorschap voor haar moeder, betrokkene, die een levenstestament heeft opgesteld. Dit levenstestament, gedateerd 5 juni 2018, wijst haar zoon aan als gevolmachtigde voor vermogensrechtelijke zaken en haar drie kinderen gezamenlijk voor geneeskundige aangelegenheden. Verzoekster stelt dat betrokkene wilsonbekwaam is en dat het levenstestament nietig of vernietigbaar is, omdat betrokkene niet in staat was de gevolgen van haar handelingen te overzien. De kantonrechter heeft kennisgenomen van verschillende verweerschriften van de kinderen van betrokkene, die het verzoek betwisten en stellen dat het levenstestament rechtsgeldig is.
Tijdens de mondelinge behandeling is betrokkene gehoord en heeft zij verklaard dat zij wil dat haar kinderen samen beslissen over haar zorg. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen gewichtige redenen zijn om het levenstestament terzijde te schuiven, maar dat er wel een noodzaak is voor mentorschap vanwege de onenigheid tussen de kinderen over de zorg. De kantonrechter heeft uiteindelijk besloten om een mentorschap in te stellen en heeft de zoon van betrokkene benoemd tot mentor, terwijl het verzoek om bewind is afgewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.