Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2010 tot en met 07 mei 2016 te Zaandam, gemeente Zaanstad, in elk geval in Nederland, ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarige dochter, [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] , bestaande die ontucht hierin dat hij, verdachte (telkens)
- zijn penis heeft laten wassen door die [slachtoffer 1] , en/of
- zich heeft laten aftrekken door die [slachtoffer 1] , en/of
- die [slachtoffer 1] over zijn, verdachtes, schoot heeft gelegd en/of op haar naakte billen heeft geslagen;
3.Beoordeling van het bewijs
hij op tijdstippen in de periode van 1 januari 2010 tot en met 7 mei 2016 te Zaandam, gemeente Zaanstad, ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarige dochter, [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] bestaande die ontucht hierin dat hij, verdachte (telkens)
- zijn penis heeft laten wassen door die [slachtoffer 1] , en
- die [slachtoffer 1] over zijn, verdachtes, schoot heeft gelegd en op haar naakte billen heeft geslagen;
hij op 2 januari 2009 te Zaandam, gemeente Zaanstad, door andere feitelijkheden [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het vastpakken van de borsten van die [slachtoffer 2] waarbij hij, verdachte, zei dat zij lekkere borsten had en later het nogmaals betasten van de borsten van die [slachtoffer 2] en bestaande die andere feitelijkheden uit dat hij, verdachte, zeer plotseling en onverhoeds de borsten van die [slachtoffer 2] heeft vastgepakt, waarna hij, verdachte, kort daarop tijdens het troosten van die [slachtoffer 2] nogmaals plotseling en onverhoeds haar borsten heeft aangeraakt en betast.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
18 (achttien) maanden.
6 (zes) maanden nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaren.
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 35.895,-, bestaande uit € 18.395,- als vergoeding voor de materiële en € 17.500,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 7 mei 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 1] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[slachtoffer 2]geleden schade, bestaande uit € 500,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 31 januari 2009 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 2] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.