In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 24 december 2020 een beschikking gegeven in een geschil tussen een verzoeker en de verweerders, RODE KRUIS ZIEKENHUIS B.V. en CENTRAMED B.A. De verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.J.A. Verhoeven, heeft de rechtbank verzocht om een voorlopig deskundigenverhoor te bevelen en dr. P.H.J.M. Elsenburg als deskundige te benoemen. De verzoeker stelt dat het RKZ aansprakelijk is voor een medische fout tijdens een operatieve ingreep op 29 november 2018, waarbij hij functie-uitval heeft ervaren. De verweerders, vertegenwoordigd door advocaat mr. O.L. Nunes, hebben bezwaar gemaakt tegen de benoeming van de voorgestelde deskundige en hebben zelf alternatieve deskundigen voorgesteld.
De rechtbank heeft de procedure en de feiten van de zaak uitvoerig besproken, waarbij het verzoek van de verzoeker om een neurochirurg te benoemen als deskundige werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de deskundige een praktiserend chirurg diende te zijn, omdat de beoordeling van het handelen van de behandelend chirurg door een vakgenoot moet worden uitgevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker geen concrete bezwaren heeft aangevoerd tegen de door de verweerders voorgestelde deskundigen en dat hij zelf geen geschikte alternatieven heeft aangedragen. Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek van de verzoeker afgewezen, omdat hij niet heeft voldaan aan de eisen voor de benoeming van een deskundige.
De beschikking is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de verzoeker de mogelijkheid geboden om in te stemmen met de benoeming van de door de verweerders voorgestelde deskundige, maar de verzoeker heeft dit geweigerd. De rechtbank concludeert dat het verzoek tot benoeming van een deskundige niet kan worden toegewezen, omdat er geen reële bezwaren zijn tegen de voorgestelde deskundige en er geen andere geschikte deskundigen zijn aangedragen.