Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 2.400,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 12 februari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 363,00, althans 435,60, aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten en de nakosten.
4.Het verweer
5.De beoordeling
€ 363,00 en subsidiair € 435,60 gevorderd. Omdat het primair gevorderde bedrag van
€ 363,00 niet hoger is dan het volgens het Besluit berekende tarief, zullen de primair gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen. De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten wordt afgewezen, omdat niet is gesteld of gebleken dat deze kosten daadwerkelijk zijn betaald.
6.De beslissing
griffierecht € 236,00;
salaris gemachtigde € 420,00;