Geschil7. In geschil is of de onderhavige informatiebeschikking terecht is opgelegd.
7. Eiser beantwoordt deze vraag ontkennend en verweerder bevestigend.
8. Eiser betoogt dat gelet op de aard en omvang van de onderneming van eiser slechts beperkte eisen aan de administratie kunnen worden gesteld en dat de administratie van eiser aan deze eisen voldoet. Eiser is voorts van mening dat voor zover al sprake is van gebreken in de administratie, deze gebreken van een zodanig geringe omvang zijn dat deze de sanctie van omkering van en verzwaring van de bewijslast niet kunnen rechtvaardigen.
9. Verweerder is van mening dat de administratie van eiser ondeugdelijk is en dat de administratieve gebreken zodanig ernstig zijn dat de sanctie van omkering en verzwaring van de bewijslast gerechtvaardigd is.
10. Eiser concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en tot vernietiging van de informatiebeschikking. Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.
11. Voor het overige verwijst de rechtbank naar de gedingstukken.
Beoordeling van het geschil
Wettelijk kader
12. In artikel 52 Awr is, voor zover hier van belang, bepaald dat administratieplichtigen gehouden zijn van hun vermogenstoestand en van alles betreffende hun bedrijf naar de eisen van dat bedrijf op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dan te allen tijde hun rechten en verplichtingen alsmede de voor de heffing van belasting overigens van belang zijnde gegevens hieruit duidelijk blijken.
13. In artikel 52a, lid 1, Awr is, voor zover hier van belang, bepaald dat als met betrekking tot een op te leggen belastingaanslag niet of niet volledig wordt voldaan aan de verplichtingen ingevolge artikel 52 Awr, de inspecteur dit kan vaststellen bij voor bezwaar vatbare (informatie)beschikking.
14. In artikel 27e, lid 2, Awr is bepaald dat als een rechter het beroep tegen een informatiebeschikking ongegrond verklaart, hij een nieuwe termijn stelt voor het voldoen aan de in die beschikking gegeven bedoelde verplichtingen, in situaties waarin daaraan nog gevolg kan worden gegeven, tenzij sprake is van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht.
Schending administratieplicht
15. Vast staat dat eiser op geen enkele wijze het aantal klanten of het aantal tatoeages in de onderhavige periode heeft vastgelegd. Zo heeft eiser in de onderhavige periode geen agenda bijgehouden, bonnen aan zijn klanten uitgereikt (en in kopie bewaard), of op enige andere wijze het aantal klanten of tatoeages bijgehouden. Deze gegevens kunnen voor de heffing van belasting van belang zijn, omdat met behulp van deze gegevens een verband is te maken tussen de inkomsten en de verrichte diensten. Op die wijze kan gecontroleerd worden of de aangegeven omzet per klant en/of tatoeage reëel is. Er zijn voor het overige geen andere (objectieve) aanknopingspunten om de volledigheid van de omzetverantwoording aan de hand de registratie in het notitieboek of andere primaire registraties te controleren. Het ontbreken van een vastlegging van het aantal klanten en/of tatoeages leidt tot oncontroleerbaarheid van de omzetverantwoording.
16. Met betrekking tot de kasadministratie stelt de rechtbank voorop dat in een onderneming als die van eiser, waarbij vrijwel alle transacties – zowel verkoop als inkoop – per kas worden verricht, de kasadministratie een centraal en onmisbaar onderdeel van de administratie vormt. Dat de onderneming van eiser slechts beperkt in omvang is, maakt dit niet anders. De rechtbank is van oordeel dat eiser geen controleerbare kasadministratie heeft gevoerd. Zo is uit de door eiser overgelegde kasadministratie niet af te leiden hoeveel transacties per dag hebben plaatsgevonden en wordt per dag slechts één bedrag genoemd. Eiser stelt hiertegenover dat hij gemiddeld niet meer dan één klant per dag heeft gehad. De gemachtigde van eiser heeft desgevraagd echter niet kunnen bevestigen dat eiser hooguit één klant per dag heeft gehad. Bovendien heeft geen registratie van het aantal klanten plaatsgevonden, waardoor dit niet te controleren is. Voorts ontbreken dagelijkse begin- en eindsaldi van de kas, wordt er geen regelmatige kascontrole uitgevoerd en worden in de kasadministratie betalingen die per bankoverschrijvingen zijn verricht vermeld zonder vastlegging dat bepaalde bedragen aan de kas onttrokken worden. Ook ontbreekt een vastlegging van privé opnames uit de kas. Een juiste kasadministratie is een essentieel onderdeel van een betrouwbare administratie als geheel. De omstandigheid dat een (toereikende) kasadministratie ontbreekt, heeft tot gevolg dat verweerder de volledigheid van de verantwoorde omzet niet kan controleren.
17. Gelet op het voorgaande is de informatiebeschikking terecht genomen. Dit leidt in beginsel tot omkering en verzwaring van de bewijslast. Voor het oordeel dat de geconstateerde gebreken in de administratie onvoldoende zwaar zijn om de sanctie van omkering en verzwaring van de bewijslast te rechtvaardigen bestaat (op dit moment) geen aanleiding. Daarbij geldt dat in deze fase van het geschil, waarbij nog geen controlerapport van verweerder beschikbaar is, nog niet ten volle kan worden overzien of deze gebreken van een zodanig gewicht zijn dat omkering en verzwaring van de bewijslast, gelet op de omstandigheden van het geval, gerechtvaardigd is. Eiser kan deze vraag (opnieuw) aan de orde stellen in eventuele procedures over die belastingaanslagen (vgl. HR 10 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:130). Schending zorgvuldigheidsbeginsel
18. In hetgeen eiser overigens heeft aangevoerd, ziet de rechtbank geen aanleiding om te oordelen dat verweerder bij het vaststellen van de informatiebeschikking het zorgvuldigheidsbeginsel heeft geschonden.
19. Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep ongegrond te worden verklaard. De rechtbank zal geen nieuwe termijn stellen op de voet van artikel 27e, lid 2, Awr, nu de onderhavige schending van de administratieplicht zich niet leent voor herstel. Redengevend daarvoor is dat achteraf het aantal klanten niet meer kan worden vastgesteld en dat zo al achteraf een deugdelijke kasadministratie kan worden gereconstrueerd, een adequate kascontrole niet meer mogelijk is.
20. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.