Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.ING BANK N.V.,
2.[gedaagde] ,
1.Het procesverloop
2.De feiten
‘bepalingen bij de kredietfaciliteit’het volgende:
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft ING Bank N.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens een niet-toegestane overschrijding van de kredietlimiet. De kredietovereenkomst, afgesloten op 29 augustus 2007, voorzag in een bedrijfshypotheek en een basiskrediet. ING heeft de kredietfaciliteit opgezegd en het krediet opgeëist nadat [gedaagde] zijn kredietlimiet herhaaldelijk overschreed en niet overging tot aanzuivering. De kantonrechter heeft vastgesteld dat ING voldoende tijd heeft gegeven voor aanzuivering en haar zorgplicht niet heeft geschonden. De rechtbank heeft de vordering van ING toegewezen en [gedaagde] veroordeeld tot betaling van € 12.500,-, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De vordering in reconventie van [gedaagde] is afgewezen, omdat hij niet heeft aangetoond dat ING onzorgvuldig heeft gehandeld of dat er sprake was van een schending van de zorgplicht. De rechtbank concludeert dat de opzegging van de kredietovereenkomst en de daaropvolgende handelingen van ING niet onaanvaardbaar waren.