Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het standpunt van verzoeker en de reacties daarop
4.De beoordeling
“De vereffenaar wil niet voldoen aan het bepaalde in de beschikking van uw rechtbank van 28 oktober 2020 (…) en de R-C draagt hem op dat ook niet te doen”en
“(…) bereid is de vereffenaar te faciliteren in zijn handelingen die in strijd zijn met de wet. Zij wil hem duidelijk faciliteren bij het geheim houden van stukken (…). De R-C draagt in deze beschikking de vereffenaar op om in strijd te handelen met de beschikking van 28 oktober 2020, van haar eigen rechtbank, (…)”.
Zo lang het hof niet anders heeft beslist, zie ik geen aanleiding om u te gelasten om, in afwijking van mijn beschikking van 12 maart 2020, de rekening en verantwoording aan [verzoeker] of diens raadsman af te geven.”De wrakingskamer stelt voorts vast dat de beslissing van 28 oktober 2020 niet uitvoerbaar bij voorraad is verklaard.