ECLI:NL:RBNHO:2020:1112

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 februari 2020
Publicatiedatum
17 februari 2020
Zaaknummer
8220549 \ AO VERZ 19-69
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging ontslag op staande voet en loonvordering werknemer

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 6 februari 2020 uitspraak gedaan in een arbeidszaak tussen [verzoeker] en PrevDent International B.V. [verzoeker] heeft verzocht om het ontslag op staande voet, dat op 13 november 2019 door PrevDent was gegeven, te vernietigen en om betaling van loon. PrevDent heeft geen verweerschrift ingediend en is niet verschenen op de zitting die op 30 januari 2020 heeft plaatsgevonden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de oproeping van PrevDent voor de zitting voldoende was, ondanks dat deze niet per aangetekende brief was verzonden, omdat PrevDent op de hoogte was van de zitting.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was, omdat PrevDent de stelling van [verzoeker] dat er geen dringende reden voor het ontslag was, niet had weersproken. Hierdoor werd het verzoek van [verzoeker] toegewezen. De kantonrechter heeft PrevDent veroordeeld tot betaling van € 5.887,50 bruto aan loon aan [verzoeker], inclusief wettelijke verhoging, en heeft de proceskosten voor rekening van PrevDent gesteld. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 8220549 \ AO VERZ 19-69
Uitspraakdatum: 6 februari 2020
Beschikking in de zaak van:
[verzoeker]
wonende te [woonplaats]
verzoekende partij
verder te noemen: [verzoeker]
gemachtigde: mr. D.C. Coppens
tegen
de besloten vennootschap
PrevDent International B.V.,
gevestigd te Ilpendam
verwerende partij
verder te noemen: PrevDent
gemachtigde: geen

1.Het procesverloop

1.1.
[verzoeker] heeft een verzoek gedaan om een ontslag op staande voet te vernietigen en PrevDent te veroordelen tot betaling van loon. PrevDent heeft geen verweerschrift ingediend.
1.2.
Op 30 januari 2020 heeft een zitting plaatsgevonden. [verzoeker] en zijn gemachtigde zijn daar verschenen. PrevDent is niet verschenen.

2.De feiten

2.1.
[verzoeker] , geboren [geboortedatum] 1987, is op 1 juli 2019 in dienst getreden bij PrevDent, op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tot 31 december 2019. De functie van [verzoeker] is sales representative met een salaris van € 2.500,00 bruto per maand.
2.2.
Op 13 november 2019 is [verzoeker] op staande voet ontslagen.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
[verzoeker] verzoekt de kantonrechter het ontslag op staande voet te vernietigen en PrevDent te veroordelen tot doorbetaling van loon. Aan dit verzoek legt [verzoeker] ten grondslag – kort weergegeven – dat geen sprake is van een rechtsgeldig ontslag op staande voet.
3.2.
PrevDent heeft geen verweerschrift ingediend en is ook niet op de zitting verschenen.

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of het ontslag op staande voet moet worden vernietigd en of PrevDent moet worden veroordeeld tot doorbetaling van loon.
4.2.
De kantonrechter overweegt dat PrevDent geen verweerschrift heeft ingediend, geen bericht van verhindering heeft gestuurd en ook niet op de zitting is verschenen. Omdat PrevDent niet in de procedure is verschenen, moet een oproeping voor de zitting in beginsel bij aangetekende brief plaatsvinden. In dit geval ziet de kantonrechter reden om te bepalen dat kon worden volstaan met een oproeping bij gewone brief, zoals de rechtbank heeft gedaan met een brief van 18 december 2019, en dat op het verzoek van [verzoeker] kan worden beslist zonder nadere oproeping of zitting. Daarbij weegt het volgende mee.
4.3.
De rechtbank heeft PrevDent met een brief van 18 december 2019 opgeroepen voor de zitting. Bij brief van 12 december 2019 is PrevDent ook geïnformeerd dat een verzoek is ingediend door [verzoeker] . Die brieven zijn gericht aan een adres van PrevDent dat volgens de stukken het juiste correspondentieadres is van PrevDent. Op de zitting heeft [verzoeker] toegelicht dat hij van medewerkers van PrevDent WhatsApp-berichten heeft gehad waaruit blijkt dat die medewerkers op de hoogte zijn van de zitting, en hij heeft die berichten ook getoond. Verder is door een advocaat of gemachtigde van PrevDent op 30 januari 2020
rond 09:00 uur telefonisch contact opgenomen met de griffie van de locatie Zaanstad van de rechtbank, om na te vragen of op die dag een zitting zou plaatsvinden, hetgeen bevestigd is. Nadien is geen nader bericht gevolgd van die advocaat of gemachtigde. Gelet op het voorgaande staat voor de kantonrechter voldoende vast dat de oproeping voor de zitting PrevDent heeft bereikt en dat PrevDent op de hoogte was dat de zitting zou plaatsvinden.
4.4.
Naar het oordeel van de kantonrechter is het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig. PrevDent heeft immers niet weersproken de voldoende gemotiveerde en onderbouwde stelling van [verzoeker] dat voor dat ontslag geen dringende reden aanwezig was. Dat ontslag zal dus worden vernietigd. Ook de loonvordering van [verzoeker] is daarom toewijsbaar. Door PrevDent is de hoogte van het loon en de vordering ook niet betwist.
4.5.
De vordering van [verzoeker] zal dus worden toegewezen. Daarbij geldt dat de vorde-ring onder punt 2 van het verzoek door [verzoeker] op de zitting is ingetrokken, omdat volgens de gemachtigde van [verzoeker] de gevorderde wettelijke verhoging al is meegenomen in de vordering onder punt 1 van het verzoek.
4.6.
De proceskosten komen voor rekening van PrevDent, omdat sprake is van (ernstig) verwijtbaar handelen of nalaten van PrevDent, gelet op het feit dat hiervoor is geoordeeld dat sprake is van een ongeldig ontslag op staande voet. Daarbij zal het salaris van de gemachtigde van [verzoeker] worden vastgesteld op € 720,00.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
vernietigt het ontslag op staande voet;
5.2.
veroordeelt PrevDent tot betaling aan [verzoeker] van € 5.887,50 bruto aan loon, te weten het loon over de periode van 13 november 2019 tot 31 december 2019 inclusief 50% aan wettelijke verhoging, te vermeerderen met de wettelijke rente gerekend vanaf de respectievelijke momenten van opeisbaarheid tot de dag van de gehele betaling;
5.3.
veroordeelt PrevDent tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [verzoeker] tot en met vandaag vaststelt op:
griffierecht € 231,00
salaris gemachtigde € 720,00 ;
5.4.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gewezen door mr. P.J. Jansen, kantonrechter en op 6 februari 2020 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter