ECLI:NL:RBNHO:2020:1101

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 februari 2020
Publicatiedatum
17 februari 2020
Zaaknummer
C/15/298107 / KG ZA 20-20
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzetprocedure inzake aansprakelijkheid voor demurragekosten in vervoersovereenkomst

In deze zaak gaat het om een verzetprocedure van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Nederlandse Olie en Vetten B.V. (NOVE) tegen een verstekvonnis van 17 december 2019, waarbij NOVE werd veroordeeld om demurragekosten van € 256.032,12 aan Newport Europe B.V. te betalen. De zaak betreft een kort geding dat is aangespannen door Newport, die in opdracht van Sludge Oil Management Company LTD (SOMC) palmolie heeft vervoerd van Ghana naar Rotterdam. NOVE ontving de zendingen en was als consignee vermeld in de vervoersovereenkomsten, maar betwistte aansprakelijkheid voor de demurragekosten, stellende dat zij geen partij was bij de vervoersovereenkomsten en dat de Arrival Notices eenzijdig waren opgesteld.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat NOVE, door als consignee op de vervoersovereenkomsten te worden vermeld en de containers daadwerkelijk te hebben aangenomen, is toegetreden tot de vervoersovereenkomsten. De rechter oordeelde dat de bepalingen in de Terms for Carriage van Maersk Line, die demurragekosten regelen, ook op NOVE van toepassing zijn. De rechter concludeerde dat Newport voldoende bewijs had geleverd dat NOVE verantwoordelijk was voor de demurragekosten, en dat de vordering van Newport in kort geding toewijsbaar was.

Het verzet van NOVE werd gedeeltelijk gegrond verklaard, waarbij het verstekvonnis werd vernietigd, maar de betalingsvordering van Newport werd toegewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken door mr. Th.S. Röell op 19 februari 2020.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/298107 / KG ZA 20-20
Vonnis in verzet in kort geding van 19 februari 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NEDERLANDSE OLIE EN VETTEN B.V.,
gevestigd te Schiphol-Rijk,
opposante,
advocaat mr. H.F.C. Hoogendoorn te Amsterdam.
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NEWPORT EUROPE B.V.,
gevestigd te Moerdijk,
geopposeerde,
advocaat mr. J.W. Hilhorst te Amsterdam,
Partijen zullen hierna NOVE en Newport genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de inleidende dagvaarding zijdens Newport van 12 november 2019 met producties;
  • de brief van mr. Hilhorst van 4 december 2019 met producties;
  • de brief van mr. Hilhorst van 10 december 2019 met producties;
  • het verstekvonnis van 17 december 2019;
  • de dagvaarding in oppositie zijdens NOVE van 13 januari 2020 met producties;
  • de brief van mr. Hilhorst van 31 januari 2020 met producties;
  • de faxbrief van 4 februari 2020 van mr. Hoogendoorn houdende Akte
  • de pleitnota van Newport;
  • de pleitnota van NOVE.
1.2
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 5 februari 2020. Namens NOVE is verschenen [A.], directeur van NOVE, bijgestaan door mr. Hoogendoorn voornoemd. Namens Newport zijn verschenen [B.] en [C.], beiden werkzaam bij Newport, bijgestaan door mr. Hilhorst voornoemd.
1.3
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1
Newport heeft in opdracht van Sludge Oil Management Company LTD (hierna: SOMC), gevestigd te Ghana, in 2019 meerdere keren hoeveelheden palmolie van Ghana naar Rotterdam doen vervoeren in door Newport geleverde containers. Newport huurt die containers bij Seaco Global Limited (hierna: Seaco). NOVE heeft de zendingen palmolie ontvangen en ingeklaard.
2.2
In de op de zendingen betrekking hebbende vervoersovereenkomsten (Non-negotiable waybills) van Maersk Line is SOMC opgenomen als shipper en NOVE als consignee (ontvanger).
2.3
In de vervoersovereenkomsten is - voor zover van belang- verder nog opgenomen:
“ This contract is subject to the terms, conditions and exceptions, including the law & jurisdiction clause, and limitation of liability & declared value clauses, of the current Maersk Bill of lading (available from the Carries, its agents and at terms.maerskline.com/carriage), which are applicable with logical amendments (mutatis mutandis). To the extent necessary to enable the Consignee to sue and to be sued under this contract, the Shipper on entering into this contract does so on his own behalf and as agent for or on behalf of the Consignee and warrants that he has the authority to do so. (…) Delivery will be made to the Consignee or his authorised agent on production of a reasonable proof of identity (and, in the case of an agent, reasonable proof of authority) without production of this waybill. (…)”
2.4
In de ‘Terms for Carriage’ van Maersk Line is - voor zover relevant - het volgende opgenomen.
“ 1. Definitions
(…)
“Carrier”means Maersk Line A/S of 50 Esplanaden, DK-1098, Copenhagen K, Denmark.
“Merchant”includes the shipper, Holder, Consignee, receiver of the Goods, any Person owning or entitled to the possession of the Goods or of this bill of lading and anyone acting on behalf of such Person.
(…)

15.Merchant’s Responsibility

(…)
15.4
If Containers supplied by or on behalf of the Carrier are unpacked by or for the Merchant, the Merchant is responsible for returning the empty Containers, with interiors clean, odour free and in the same condition as received, to the point or place designated by the Carrier, within the time prescribed. Should a container not be returned in the condition required and/or within the time prescribed in the Tariff, the Merchant shall be liable for any detention, loss or expense incurred as a result thereof. “
2.5
Voor aankomst van de zendingen palmolie stuurde Newport ‘Arrival Notices’ aan NOVE. In de Arrival Notices staat NOVE als demurrage payer vermeld. In de Arrival Notices is verder - onder meer - opgenomen:
“ Free Time/DMRG Rate (tank rental only): 21 days, USD 35
(…)
Demurrage payer: Nederlandse Olie en Vetten B.V. (NOVE)
Westerdreef 5B
2152 CS NIEUW-VENNEP
NETHERLANDS
If the demurrage payer as above mentioned is not correct: please inform your NewPort contact.
(…) ”
2.6 61
bij het vervoer gebruikte containers zijn niet aan Newport geretourneerd, waardoor kosten vanwege demurrage zijn ontstaan.
2.7
Newport heeft facturen gestuurd aan NOVE ter zake van demurrage en verzocht om teruggave van de containers.
2.8
Newport, NOVE en SOMC hebben per e-mail over de facturen ter zake van (vracht en) demurrage gecorrespondeerd.
2.9
In een e-mailbericht van 5 maart 2019 van NOVE BV aan Planet Press , met als onderwerp AW: Invoice 2559837/NEDERLANDSE OLIE EN VETTEN B.V. staat - voor zover van belang - het volgende:
“ (…)
Again you send us invoices per container. We asked two times if you can send us one invoice for all. Us was promised to do so.
(…)
Regards
Nove B.V.
2.1
In een e-mailbericht van 21 mei 2019 van [D.] [
mailto:[e-mailadres]] aan [B.] en c.c. aan [E.] en [C.] met als onderwerp: Re: Invoice 2559837 / NEDERLANDSE OLIE EN VETTEN B.V. staat:
“Dear [B.] en [C.],
As mentioned to [E.] before, north oil is willing to pay the outstanding freights of SOMC and NOVE and intends to do so until the end of June. Regarding demurrage we need to discuss and agree on the final amounts as NOVE and SOMC will not be able to pay them now or in the near future. Both companies have faced and are still facing huge difficulties heating and unloading the containers in Rotterdam. SOMC/NOVE are shipping residues with small margins. Problems with their initial customer from UK who refused to pay for the goods delivered in December and also refused to take over and unload another 60 containers have lead to this situation. NOVE is preparing for arbitration, but this will not solve problems in the next weeks or months.
I will be available in Munich to discuss pending matters and hopefully a common strategy for the future.”
2.11
In reactie op voorgaande e-mail heeft [C.] (blijkens de ondertekening: Cash Collector bij Newport) bij e-mailbericht van onbekende datum het volgende bericht
- voor zover relevant - gestuurd:
“ Dear [D.],
Dear [E.],
What about the payment [E.] mentioned in his previous mail? (see enclosed email). We can’t wait another month to receive any funds for our freights invoices. We Newport gave SOMC and NOVE already a big support and time to arrange payments.
We only received one payment of 40K euro.
Total outstanding
SOMC (…)
NOVE EUR 105.631,73
(…)
Our management team is planning to stop providing tanks to you and only ship the loaded tanks with cash against documents.
It’s still challenging to continue doing business with SOMC and NOVE as [B.] already mentioned.
Regarding demurrage we discuss during our meeting in Munich.
(…) ”
2.12
Op 31 mei 2019 heeft north oil and fats GmbH € 15.630,24 overgemaakt aan Newport onder de vermelding: Freight costs on behalf of SOMC Ltd and NOVE BV.
2.13
Het openstaande bedrag vanwege demurrage van 8 januari 2019 tot 7 november 2019 bedraagt € 256.032,12.
De verstekprocedure
2.14
Bij inleidende dagvaarding van 12 november 2019 heeft Newport gevorderd dat NOVE bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld
I. om aan Newport de in productie 1 bij de dagvaarding gespecificeerde containers – gereinigd en onbeschadigd – af te geven door aflevering van die containers bij het depot van Aspenal B.V. gelegen aan de Moezelweg 179 te Europoort, op straffe van een dwangsom die na verloop van zeven dagen na betekening van dit vonnis zal zijn verbeurd van
€ 100.000,- per container voor iedere dag, een gedeelte van een dag voor een hele dag te rekenen, dat zij in gebreke zal blijven aan voormelde veroordeling te voldoen;
II. om aan Newport tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen de somma ad
€ 256.032,12 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex 6:119a BW over de hoofddom vanaf de vervaldag van de facturen tot aan de dag van algehele voldoening;
III. NOVE te veroordelen in de kosten van deze procedure.
2.15
Aan haar vordering heeft Newport ten grondslag gelegd dat NOVE, als ontvanger van de - op grond van de overgelegde vervoersovereenkomsten - geleverde containers met palmolie, gehouden is de kosten vanwege demurrage van die containers ten bedrage van
€ 256.032,12 aan Newport te betalen en de 61 niet geretourneerde containers aan Newport te retourneren. In de aan NOVE gestuurde ‘Arrival Notices’ is die verplichting ook opgenomen. NOVE heeft de na het verstrijken van de zogenaamde ‘Freetime’ gestuurde facturen, ondanks sommaties, niet voldaan en de containers zijn evenmin geretourneerd. Newport heeft een spoedeisend belang bij de betaling en het retourneren van de containers.
2.16
Bij vonnis in kort geding van de voorzieningenrechter van deze rechtbank, zittingsplaats Haarlem, van 17 december 2019 (zaaknummer / rolnummer: C/15/298107 / KG ZA 20-20) is NOVE bij verstek, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeeld
- om aan Newport de in productie 1 bij de dagvaarding gespecificeerde containers – gereinigd en onbeschadigd – af te geven, door aflevering van die containers bij het depot van Aspenal B.V. gelegen aan de Moezelweg 179 te Europoort, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,00 per container voor iedere dag, een gedeelte van een dag voor een hele dag te rekenen, dat zij na de zevende dag na betekening van dit vonnis in gebreke zal blijven aan de voormelde genoemde veroordeling te voldoen, met een maximum van
€ 100.000,--;
  • om aan Newport tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen € 256.032,12, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW over de hoofdsom vanaf de vervaldag van de facturen tot aan de dag der algehele voldoening;
  • in de proceskosten van NOVE, begroot op € 1.358,10.

3.Het geschil

3.1
NOVE vordert – na wijziging van eis – om bij vonnis, uitvoer bij voorraad,
het verzet van NOVE tegen het verstekvonnis van 17 december 2019 (C15/295517 / KG ZA 19-798) gegrond te verklaren;
het verstekvonnis van 17 december 2019 (C15/295517 / KG ZA 19-798) te vernietigen;
en opnieuw rechtdoende:
de vorderingen van Newport alsnog integraal af te wijzen, en Newport te veroordelen tot betaling van de kosten van deze procedure.
3.2
Aan haar verzet legt NOVE - samengevat - ten grondslag dat NOVE niet aansprakelijk gesteld kan worden voor de kosten vanwege demurrage. De vervoersovereenkomst biedt daarvoor geen grond. Nove is geen partij bij de vervoersovereenkomsten, die blijkens de tekst ervan tussen SOMC en Maersk Ghana Limited gesloten zijn. Bovendien vermelden deze overeenkomsten niets over demurrage. De Arrival Notices kunnen evenmin als grondslag dienen. Weliswaar staat NOVE daarin als demurrage payer vermeld, maar het betreft een eenzijdig opgesteld document, dat niet als overeenkomst tussen Newport en NOVE kan gelden. NOVE wijst verder nog op de terughoudendheid die betracht moet worden bij toewijzing van een geldvordering in kort geding. Aan de voorwaarden voor toewijzing is niet voldaan.
Ten aanzien van de containers stelt NOVE dat het maar de vraag is of Newport eigenaar is van de containers. Aan de gevorderde teruggave van de containers kan verder niet voldaan worden, omdat NOVE deze niet in haar bezit heeft. NOVE heeft de containers in Rotterdam ontvangen en ingeklaard en daarna overgedragen aan haar opdrachtgever, north oil and fats GmbH, de eigenaar van de inhoud van de containers. De containers staan nog gevuld in opslag in Rotterdam.
3.3
Newport concludeert tot ongegrondverklaring van het verzet en voert daartoe aan dat zij NOVE terecht aansprakelijk heeft gesteld voor de kosten vanwege demurrage. Daartoe is eerstens van belang dat NOVE als consignee op de vervoersovereenkomsten is vermeld en door ontvangst van de zending partij wordt bij de vervoersovereenkomsten. Daarnaast is zij in de door Newport aan haar gestuurde Arrival Notices aansprakelijk gehouden voor de kosten ter zake van demurrage, waartegen zij geen bezwaar heeft gemaakt. Ten slotte is van belang dat NOVE nooit bezwaar heeft gemaakt tegen de gestuurde facturen en in e-mailberichten over de facturen en betaling ervan heeft gesproken. Newport wijst er verder op dat zij een spoedeisend belang heeft bij haar - bij verstek toegewezen - vordering. De schade neemt elke dag toe.
3.4
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1
De voorzieningenrechter stelt ambtshalve vast dat het verzet tijdig is gedaan, dat hij bevoegd is van de vordering kennis te nemen en dat het Nederlandse recht van toepassing is.
Demurrage
4.3
Tussen partijen is in geschil of Newport NOVE aansprakelijk kan houden voor de vanwege demurrage verschuldigde kosten ten bedrage van € 256.032,12.
4.4
De voorzieningenrechter stelt vast dat Newport niet is vermeld op de overgelegde ‘non-negotiable waybills’, de vervoersovereenkomsten. De overeenkomsten zijn, zoals NOVE terecht stelt, gesloten tussen Maersk Ghana Limited (as agents for Maersk Line A/S) en SOMC. Dat NOVE geen partij is bij de in het geding zijnde vervoersovereenkomsten, volgt de voorzieningenrechter niet. Omdat NOVE op de vervoersovereenkomsten als consignee (ontvanger) is vermeld en zij de containers ook daadwerkelijk heeft aangenomen, is NOVE naar oordeel van de voorzieningenrechter op grond van artikel 6:254, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek toegetreden tot de vervoersovereenkomsten. Daartoe is redengevend dat de partijen bij de vervoersovereenkomst, blijkens de onder rechtsoverweging 2.3 aangehaalde voorwaarden, de bedoeling hadden de consignee (NOVE) een eigen recht op aflevering te geven (hetgeen naar gangbare opvatting als een derdenbeding wordt beschouwd), bij aanvaarding waarvan NOVE alsnog is toegetreden tot de vervoersovereenkomsten.
4.5
In de vervoersovereenkomsten is, anders dan NOVE betoogt, wel een bepaling over demurrage opgenomen. Artikel 15.4 van de Terms for Carriage van Maersk Line (zie hiervoor onder r.o. 2.4), die deel uitmaken van de vervoersovereenkomsten en waarnaar Newport verwezen heeft, ziet daarop. Die bepaling is (ook) op NOVE als consignee van toepassing.
4.6
Uit de door Newport aan NOVE gestuurde Arrival Notices en de hiervoor onder 2.9 tot en met 2.11 aangehaalde e-mailcorrespondentie tussen Newport, NOVE en SOMC blijkt naar het oordeel van de voorzieningenrechter genoegzaam dat Newport de partij is die verantwoordelijk was voor het leveren van de containers en het doen vervoeren van de containers met palmolie. Dat heeft NOVE ook niet betwist. De voorzieningenrechter is van oordeel dat Newport daarmee voldoende heeft aangetoond dat zij (een) overeenkomst(en) met SOMC heeft afgesloten ten aanzien van de aan NOVE verzonden en afgeleverde containers met palmolie. Daarmee is Newport de partij die de kosten vanwege demurrage kan claimen.
4.7
Volgt beantwoording van de vraag of Newport deze kosten bij NOVE kan claimen. In de Arrival Notices van Newport aan NOVE is NOVE vermeld als demurrage payer. NOVE heeft daartegen geen bezwaar gemaakt, hoewel die mogelijkheid steeds uitdrukkelijk in de Arrival Notices genoemd is. De facturen betrekking hebbend op demurrage zijn door NOVE voorafgaand aan deze procedure evenmin betwist. De stelling ter zitting dat NOVE alleen aansprakelijkheid aanvaardde ten aanzien van detention kosten en de door Newport gestuurde demurrage facturen niet accepteerde en slechts doorstuurde naar North Oil and Fats GmbH, is niet onderbouwd en in tegenspraak met de niet betwiste e-mailberichten, opgenomen onder 2.9 tot en met 2.11. Overigens deed genoemde North Oil and Fats GmbH de onder 2.13 genoemde betaling (mede) namens NOVE.
Gelet daarop, mede in aanmerking genomen hetgeen in voorgaande rechtsoverwegingen is overwogen, kunnen de Arrival Notices in samenhang met de vervoersovereenkomst naar het oordeel van de voorzieningenrechter als grondslag dienen voor de aansprakelijkheid van NOVE voor de kosten vanwege demurrage. De aansprakelijkheid van NOVE voor bedoelde kosten is daarmee voldoende aannemelijk gemaakt. Het betoog van NOVE dat geen grondslag bestaat voor de door Newport gevorderde geldsom, volgt de voorzieningenrechter dus niet.
4.8
De berekening van de kosten vanwege demurrage is op zichzelf niet betwist is. De daarover gevorderde wettelijke handelsrente evenmin. Wel is aangevoerd dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor toewijzing van een dergelijke hoge geldvordering in kort geding. Er bestaat op zijn minste gerede twijfel over de gegrondheid van de vordering, aldus NOVE.
4.9
De voorzieningenrechter stelt voorop dat bij de beoordeling van de spoedeisendheid van een vordering in kort geding als uitgangspunt kan worden gehanteerd dat hoe ‘harder’ een vordering is, hoe minder snel van een schuldeiser kan worden gevergd dat deze ter incassering van deze vordering het resultaat van een bodemprocedure afwacht. Daaraan doet niet af dat bij een geldvordering een grotere mate van terughoudendheid moet worden betracht dan bij andere vorderingen die zich lenen voor behandeling in kort geding.
4.1
De voorzieningenrechter is, gelet op hetgeen in rechtsoverwegingen 4.5, 4.6 en 4.7 is overwogen, van oordeel dat voldoende waarschijnlijk is dat de bodemrechter de gevorderde geldsom zal toewijzen. Nu reeds vanaf januari 2019 demurrage verschuldigd is, de vordering dagelijks oploopt en Newport ter zitting voldoende heeft onderbouwd dat van een mogelijk restitutierisico ingeval van een andersluidend oordeel van de bodemrechter geen sprake is, heeft Newport voldoende spoedeisend belang bij toewijzing van de gevorderde geldsom.
4.11
Het verzet ten aanzien van de veroordeling tot betaling van € 256.032,12, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW over de hoofdsom vanaf de vervaldag van de facturen tot aan de dag der algehele voldoening, is daarmee ongegrond.
Afgifte containers
4.12
Nu door NOVE niet betwist is dat Newport de 61 containers, waarop de vordering ziet, huurt van Seaco en de containers niet zijn geretourneerd, kan Newport de afgifte vorderen. De voorzieningenrechter is van oordeel dat Newport, gelet op de gemotiveerde betwisting van NOVE, evenwel onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de 61 containers waarop de vordering ziet thans nog in bezit zijn NOVE of dat NOVE het in haar macht heeft daarover te beschikken. Dit staat aan toewijzing van de vordering tot afgifte in de weg. Het verstekvonnis kan dus op dit punt niet in stand blijven.
Conclusie en kosten
4.13
Uit het voorgaande volgt dat het verzet gedeeltelijk gegrond is. Het verstekvonnis kan daarom niet in stand blijven. Voor de duidelijkheid zal de voorzieningenrechter het vonnis geheel vernietigen, en alleen de betalingsvordering toewijzen.
4.14
Omdat beide partijen gedeeltelijk in het (on)gelijk worden gesteld, zal de voorzieningenrechter de proceskosten in de verstek- en de verzetprocedure compenseren, aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt. Voor zover reeds aan de proceskostenveroordeling van het verstekvonnis is voldaan, zal de voorzieningenrechter bepalen dat dit dient te worden terugbetaald.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1
verklaart het verzet gedeeltelijk gegrond en vernietigt het verstekvonnis van 17 december 2019 en, opnieuw rechtdoende:
5.2
veroordeelt NOVE om aan Newport tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen € 256.032,12, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW over de hoofdsom vanaf de vervaldag van de facturen tot aan de dag der algehele voldoening;
5.3
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4
wijst de vordering van Newport voor het overige af;
5.5
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij zowel in de verstek- als de verzetprocedure de eigen kosten draagt en bepaalt dat voor zover aan de proceskostenveroordeling van het verstekvonnis is voldaan, dit dient te worden terugbetaald.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th.S. Röell en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 19 februari 2020. [1]

Voetnoten

1.type: