Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1] ,
2. [passagier sub 2] ,
[minderjarige 1]en
[minderjarige 2] ,
3. [passagier sub 3] ,
Pegasus Airlines,
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 2.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 27 augustus 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 363,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente 27 augustus 2018;
- de proceskosten en de nakosten.
4.Het verweer
5.De beoordeling
EOBT 0027”, “
CTOT 0114”, “
REGCAUSE GA 83”. Pegasus heeft toegelicht dat hieruit volgt dat de verwachte vertrektijd (EOBT) van het toestel 00:27 uur UTC betrof, maar dat het toestel niet mocht vertrekken vanwege een CTOT van 1:14 uur UTC. Vanwege de toegewezen CTOT is het toestel uiteindelijk met een vertraging van 49 minuten in Istanbul gearriveerd, aldus Pegasus. De kantonrechter overweegt dat een CTOT gezien kan worden als een besluit van de luchtverkeersleiding gericht aan een specifiek toestel op een specifieke dag. Hierin ligt de mogelijkheid besloten dat een dergelijk besluit van Eurocontrol dat zich heeft voorgedaan ten aanzien van een toestel op een voorafgaande vlucht sprake kan zijn van een buitengewone omstandigheid op de opvolgende vlucht(en) met datzelfde toestel.
6.De beslissing
griffierecht € 226,00;
salaris gemachtigde € 360,00;