ECLI:NL:RBNHO:2020:10793

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 december 2020
Publicatiedatum
16 december 2020
Zaaknummer
AWB - 20 _ 2800
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroepen inzake navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen

Op 21 december 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaken tussen eiseres [X], vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. V.Y. Jokhan, en de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam. Eiseres heeft op 11 mei 2020 beroepen ingesteld tegen de uitspraken op bezwaar van verweerder van 6 mei 2020, betreffende navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over de jaren 2014 tot en met 2016. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.

De rechtbank overweegt dat een beroep moet voldoen aan de eisen van artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb, waarin staat dat de gronden van het beroep vermeld moeten worden. Eiseres heeft echter geen beroepsgronden ingediend in haar beroepschriften. De rechtbank heeft eiseres op 7 juli 2020 verzocht om dit verzuim binnen vier weken te herstellen. Ondanks een verzoek van de gemachtigde om de termijn te verlengen, heeft eiseres binnen de gestelde termijn geen gronden ingediend en geen reden gegeven voor dit verzuim.

Hierdoor heeft de rechtbank geoordeeld dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. Deze uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: HAA 20/2800, 20/2801 en 20/2802

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 december 2020 in de zaken tussen

[X] , te [Z] , eiseres
(gemachtigde: mr. V.Y. Jokhan),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft op 11 mei 2020 beroepen ingesteld tegen de uitspraken op bezwaar van verweerder van 6 mei 2020 inzake de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over de jaren 2014 tot en met 2016.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Iemand die beroep instelt, moet op grond van artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb in het beroepschrift de gronden van het beroep vermelden. Dat houdt in: zeggen op welke specifieke punten hij of zij het niet eens is met het bestreden besluit. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank na een herstelmogelijkheid het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.
3. Eiseres heeft geen beroepsgronden vermeld in de beroepschriften. De rechtbank heeft eiseres bij aangetekende brief van 7 juli 2020 verzocht om binnen vier weken dit verzuim te herstellen. Onderzoek in het Track & Trace-systeem van PostNL heeft uitgewezen dat deze brief op 8 juli 2020 is bezorgd op het woonadres van eiseres en dat is getekend voor ontvangst.
4. Bij brief van 10 juli 2020 heeft gemachtigde zich gesteld en verzocht de termijn voor het herstellen van het verzuim te verlengen tot 1 september 2020. Bij brief van 14 juli 2020 heeft de rechtbank medegedeeld dat tot 1 september 2020 uitstel voor het indienen van de gronden van beroep wordt verleend. Hierbij is vermeld dat indien eiseres niet aan dat verzoek voldoet, de beroepen niet-ontvankelijk kunnen worden verklaard.
5. Eiseres heeft binnen de gestelde termijn geen gronden ingediend. Eiseres heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging voor dit verzuim.
6. De beroepen zijn daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 21 december 2020.
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord. De werking van deze uitspraak wordt opgeschort totdat de termijn voor het instellen van verzet is verstreken of, indien verzet wordt ingesteld, op dat verzet is beslist.