ECLI:NL:RBNHO:2020:10792
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaren inzake aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 21 december 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres, [X], en de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam. Eiseres had beroep ingesteld tegen de besluiten van 8 mei 2020, waarbij haar bezwaren tegen de aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over de jaren 2015 tot en met 2017 niet-ontvankelijk waren verklaard. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat eiseres in haar beroepschrift de gronden van het beroep had moeten vermelden, zoals vereist door artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb. Eiseres had de mogelijkheid om dit verzuim te herstellen, maar heeft geen gronden aangevoerd tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar bezwaarschriften. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bezwaarschriften te laat zijn ingediend en dat eiseres niet heeft gereageerd op de mogelijkheid om haar verzuim te herstellen.
Daarom concludeert de rechtbank dat de bezwaren van eiseres terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard en verklaart zij de beroepen kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.