ECLI:NL:RBNHO:2020:10790
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 21 december 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak van eiser [X], die op 23 juli 2020 digitaal beroep had ingediend. De rechtbank heeft op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Eiser was verplicht griffierecht te betalen, maar heeft dit niet tijdig gedaan. De griffier heeft eiser op 14 augustus 2020 en opnieuw op 17 september 2020 in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen, maar eiser heeft niet gereageerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het griffierecht niet op tijd is betaald en dat eiser geen verontschuldiging voor dit verzuim heeft gegeven. Daarnaast heeft eiser verzuimd om binnen de gestelde termijn een afschrift van het besluit waarop het geschil betrekking heeft over te leggen. De rechtbank heeft eiser op 19 augustus 2020 gewezen op dit verzuim, maar ook hierop heeft eiser niet gereageerd. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van A.C. Karels, griffier. Deze uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.